In „goed overleg” tussen het hervormde moderamen en het hervormde pensioenfonds is bepaald dat de hervormde gepensioneerde predikanten tien jaar lang een extra toelage zullen ontvangen, beginnend met 6 procent in 2005 tot 2 procent in 2014. Ook de deelnemers in het nieuwe pensioenfonds die in de jaren 2005-2014 met pensioen zullen gaan, vallen onder deze toelageregeling. Gemeenten die tot eind 2004 hebben bijgedragen aan het hervormde pensioenfonds, krijgen vanaf 2005 gedurende een aantal jaren korting op hun pensioenafdrachten. Een en ander valt te lezen op de website van de Samen op Weg-kerken.

De nieuwe ”Stichting Pensioenfonds voor de Predikanten in de Protestantse Kerk in Nederland” zal, behalve over de dekkingsgraad van 100 procent, ook moeten beschikken over de extra financiële buffer, zoals de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) die heeft vastgesteld voor vergelijkbare pensioenfondsen. Voor die buffer wordt voorlopig gerekend met 19 procent.

De drie pensioenfondsen beschikken op dit moment niet over gelijke financiële buffers, onder meer als gevolg van ongelijke beleggingsresultaten. „Op basis van berekeningen per 31 december 2002 voldoet het gereformeerde Emeritaatsfonds niet geheel aan de genoemde minimaal vereiste dekkingsgraad van 119 procent”, schrijft de dienstenorganisatie van de SoW-kerken in een brief gedateerd maart 2004. „Het evangelisch-lutherse pensioenfonds, waar het buffertekort relatief gering was, benadert door de gestegen beurskoersen thans wel ongeveer die dekkingsgraad. Het hervormde pensioenfonds laat in het laatst verschenen jaarverslag een dekkingsgraad zien van ca. 130 procent; het heeft daarmee een buffer die aanmerkelijk groter is dan de eis die de PVK stelt, met andere woorden, er is ’overwaarde’ aanwezig. Overleg tussen het moderamen van de generale synode van de NHK enerzijds en het bestuur van de (hervormde) Raad voor de Predikantstraktementen en -pensioenen heeft ertoe geleid dat onder een aantal stringente voorwaarden een deel van deze ’overwaarde’ mag worden benut als garantie om de ’onderdekking’ van de twee andere fondsen te compenseren voor het geval deze beide fondsen per 31 december a.s. niet voldoen aan de PVK-norm. Voorts zal de overgangsmaatregel ten aanzien van vervroegd pensioen ook uit de overwaarde worden gefinancierd. Door deze garantiestelling ten gunste van het nieuwe pensioenfonds met het oog op de meerdere financiële zekerheid daarvan, kan voor de totaliteit van de deelnemers waarschijnlijk wel aan de vereiste dekkingsgraad worden voldaan. Dit betekent voor alle deelnemende predikanten dat de zekerheid van de toekomstige pensioenuitkeringen versterkt wordt.”

Als de dekkingsgraad van het gereformeerde pensioenfonds eind 2004 niet op het niveau van 119 procent staat, „zullen de gereformeerde kerken vijf jaar de thans bestaande opslag op de pensioenbijdragen -ter grootte van het verschil tussen de PKN-bijdrage en het huidige emeritaatsquotum- blijven betalen zolang de financiële buffer van het nieuwe pensioenfonds niet aan de norm voldoet”, aldus de dienstenorganisatie.