Opinie

Meer marktwerking slechts een klein stapje bij aanpak problemen

De marktwerking kan moreel gedrag bevorderen, maar doet dat niet altijd, aldus drs. Kees Heesters

9 April 2004 20:33Gewijzigd op 14 November 2020 01:07

in reactie op een eerder artikel op deze pagina. In het RD van 27-3 hield drs. E. R. van de Haar MSc een pleidooi voor het bevorderen van de markt door de politiek.

Om zijn stelling te bewijzen vat hij heel aardig een argument samen dat al jarenlang de orthodoxie is in conservatieve kring in Amerika. Misschien is het een nieuw argument in Europa en doet het daarom fris aan. In de VS wordt men zich langzamerhand bewust van de ideologische eenzijdigheid ervan. Het laat wel de armoede van het huidige politieke debat zien, dat de moderne keuzes lijkt te reduceren tot die tussen oude en achterhaalde linkse theorieën of de nu triomferende ideologie van de markt.

Conservatieven

Een van de nuttige functies van de conservatieve beweging is dat ze de politieke discussie genezen heeft van een patho-logische kijk op de werking van de markt en het kapitalisme. Niet alle zakenlieden zijn slecht en niet alles wat in markt plaatsvindt is materialistisch en goddeloos. Probleem is dat het te ver doorschiet en op zijn beurt dogmatisch is geworden.

De marktwerking kan moreel gedrag bevorderen, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Een goed voorbeeld is de juridische markt. Veertig jaar geleden werkten advocaten vaak hun hele leven in één bepaalde markt (stad of staat). Men had vaak met dezelfde advocaten te maken en men was daardoor minder geneigd de ander een loer te draaien. Zeker omdat men de opponent waarschijnlijk in een andere zaak nodig had om een voor een klant gunstig resultaat te bewerkstelligen.

Nu echter, zeker in grote kantoren, werkt men door het hele land. Vaak kom je de advocaat van de andere partij in een bepaalde zaak nooit meer tegen. Veel advocaten verzuchten daarom dat men meer en meer onethisch gedrag tegenkomt. Globaal kapitalisme werkt de verleiding in de hand de wereldmarkt te beschouwen als een terrein om te plunderen louter voor eigen gewin.

Spiritueel kapitaal

Het is waar dat het spiritueel kapitaal van een samenleving hoofdzakelijk en primair wordt geproduceerd door de civiele maatschappij (kerken, families en verenigingen). Het probleem is echter dat de overheid niet louter een neutrale instantie is, die af en toe ingrijpt als mensen toevallig hun vrijheid verkeerd gebruiken.

De historica Gertrude Himmelfarb heeft erop gewezen dat het moderne streven om de productie van morele mensen aan het maatschappelijk middenveld toe te vertrouwen, vaak een poging is om een seculiere basis te vinden voor morele hervorming van de samenleving. Kerken worden vaak genoemd als belangrijke producenten in dat veld. Maar laten we wel wezen: in een ontkerkelijkend Nederland zijn die kerken steeds minder relevant. Als de overheid als morele leraar moet verdwijnen betekent dit niet dat de ethische vorming plotsklaps weer vanaf de kansel en het preekgestoelte zal plaatsvinden. Christelijke politiek heeft altijd gezien dat de overheid niet alleen een reflectie is van het karakter van een samenleving, ze moet er ook moreel leiding aan geven.

Mechanisme

Ten slotte is het natuurlijk ook niet zo dat, zoals Van de Haar claimt, „de behoeften van mensen over de gehele wereld worden bevredigd via de markt en het prijsmechanisme, op basis van vrijwilligheid en zonder aanzien des persoons.” Eenieder die de jaren des onderscheids heeft bereikt, weet dat ook het kapitalisme niet louter op verdiensten is gebaseerd.

Bovendien, met 3 miljard mensen in de wereld die van minder dan 2 dollar per dag moeten leven, is zo’n uitspraak net zo utopisch als de roep om een revolutie van het proletariaat. De effecten van de markt op de armsten, zeker in globaal perspectief, zijn nog steeds onderwerp van veel economische studies. Ook onder niet-linkse economen bestaat er geen consensus over de vraag of globalisering zonder overheidsinterventie vanzelf de armoede in de wereld zal doen afnemen. Tenslotte hoeft men maar naar de vermaaksindustrie te kijken om zich te realiseren dat wat de markt produceert, vaak verre van verheffend of zelfs maar moreel neutraal is.

Meegesleept

Christelijke politiek laat zich gemakkelijk verleiden door conservatieve politiek. Het ontbreken van een vriend ter linkerzijde wil immers nog niet zeggen dat er dan ook geen vijand ter rechterzijde is. Het kabinet stelt zich gepast terughoudend op met betrekking tot marktwerking en kapitalisme. De uitdaging voor christelijke politiek is om niet meegesleept te worden door de ideologische stromingen van de dag.

De overleden Amerikaanse senator Patrick Moynihan heeft eens gezegd dat het centrale conservatieve inzicht is dat het succes van een samenleving afhankelijk is van haar cultuur, het centrale progressieve inzicht is dat politiek de cultuur af en toe van zichzelf moet redden. De christelijke politiek in Nederland wordt op het ogenblik geconfronteerd met zowel een culturele als een politieke uitdaging. Het zoeken naar een door bijbelse principes geïnspireerde politiek is vaak veel minder prikkelend en aandachttrekkend dan krachtige gepolijste ideologische verhalen met eenvoudige oplossingen. Het bevorderen van de markt is maar een heel klein deel van de fundamentele problemen.

De auteur is politiek filosoof en woont in Baltimore (Maryland), VS.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer