Kabinet zet in op koopkracht voor ouderen
DEN HAAG. Voor ouderen en uitkeringsgerechtigden zijn de voorspellingen voor de koopkracht volgend jaar nog niet goed. Het kabinet heeft voor deze groepen nog een klus te klaren, vindt vicepremier Asscher.
De regering gaat in augustus bekijken of en hoe voor ouderen en mensen met een uitkering de koopkracht kan worden verbeterd, zei de bewindsman vrijdag in een reactie op de jongste ramingen van De Nederlandsche Bank (DNB) en het Centraal Planbureau (CPB) over de economische groei. Die bedraagt dit jaar tussen de 1,5 (DNB) en de 1,8 procent (CPB) en trekt volgend jaar verder aan.
De meeste Nederlanders zullen dit jaar meer te besteden hebben, aldus Asscher. De koopkracht stijgt door de hogere lonen en lagere inflatie. Volgend jaar zal de toename wat minder zijn. Maar komend jaar zal de werkgelegenheid eindelijk aantrekken, benadrukte de bewindsman. Hij concludeerde dat het economisch herstel doorzet. „We hebben de crisis echt achter ons gelaten.”
Minister Kamp (Economische Zaken) noemde het positief dat de economie blijft groeien, ondanks de moeilijke wereldmarkt. „Daar hebben we met z’n allen hard voor gewerkt”, zei hij. „Met elkaar leveren we producten die op de wereldmarkt goed liggen en daar goed verkocht kunnen worden. We zijn een land met een heel diverse economie. Veel sectoren van onze economie produceren goederen en diensten die het echt goed doen in de wereld.”
Kamp zei verder dat de groei breed wordt gedragen: „We zien een toename van álle bestedingscategorieën.” Wel is het volgens de bewindsman zaak om de mensen aan de slag te helpen die ondanks het economisch herstel nog langs de zijlijn staan.
Volgens minister van Financiën Dijsselbloem moet Nederland zich niet rijker rekenen dan het is. „Zolang we nog een tekort hebben, hebben we gewoon geen geld over. Het is niet zo dat het geld tegen de plinten klotst. Waar nodig repareren we en maken we geld vrij voor prioriteiten, maar het zal echt beperkt zijn.”
Nederland voelt er volgens hem niets voor om een volgende generatie met een flinke staatsschuld op te zadelen.