Kerk & religie

Diepten des satans

Openbaring 2:25

Simon Oomius
2 June 2016 08:15Gewijzigd op 16 November 2020 03:57

„Maar hetgeen gij hebt, houdt dat totdat Ik zal komen.”

De apostel noemt in Openbaring 2:25 mensen die tweedracht en ergernissen onder hen zaaien die met de leer strijden. Hij onderkent dus een werking van satan in dwalingen, waarvan deze de voornaamste werkmeester en aanblazer was. Evenals die vervloekte ketterijen in de kerk te Thyatire die ”diepten des satans” genoemd worden: enerzijds vanwege de diepte der geleerdheid waarmee en waardoor deze ketterijen in omloop gebracht worden, anderzijds omdat de duivel die de ketters ingeblazen had.

Zo wordt ook in latere tijden de afval van het geloof aan ”de verleidende geesten” toegeschreven, dat wil zeggen aan de duivelen, waarvoor de apostel de mensen waarschuwt dat ze zichzelf in acht moeten nemen (1 Timotheüs 4:1), evenals voor ”de werking des satans” (2 Thessalonicenzen 2:9). Want die was het die hun verstand en pen opscherpte.

Aangezien nu de duivel de mensen zulke gemene en goddeloze ketterijen kan inblazen, ja, ze ook op zo’n manier kan voorstellen dat ze vat op de mensen krijgen om hen te bedriegen –zoals duidelijk uit de aangehaalde teksten te bewijzen valt– hoe kan er dan aan getwijfeld worden of hij wel die macht bezit om allerlei goddeloze, vuile en lasterlijke gedachten in te blazen? Doch in hoeverre, en wat de wijze of manier betreft waaróp satan op ziel en geest kan inwerken en deze gedachten inwerpen, laat zich wat moeilijker verklaren, geraffineerd als hij is.

Simon Oomius,
predikant te Purmerland

(”Satans vuistslagen”, 1663)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer