Opinie

Hoog tijd voor een morele voedselpolitiek

Het is tijd voor een duurzaam landbouw- en voedselbeleid dat Europa nieuw elan geeft, betogen 2500 jonge boeren en voedselprofessionals in een deze week gepresenteerde open brief (The New Mansholt Letter) aan de leiders van de Europese Unie.

2500 jonge boeren en voedselprofessionals
1 June 2016 16:11Gewijzigd op 16 November 2020 03:56
beeld ANP, Koen Suyk
beeld ANP, Koen Suyk

Ons voedselsysteem hapert. De nostalgische droom van een ongerept platteland en een bloeiende boerenstand staat tegenover een multinationale voedselsector die de dienst uitmaakt. De afstand tussen voedsel en de burger en consument is nooit groter geweest.

Deze week vergapen de Europese landbouwministers zich bij de Landbouwraad in Eindhoven onder meer aan extreem efficiënt geproduceerde paprika’s en tomaten en slimme drones die tot op de druppel nauwkeurig planten laten groeien. Innovaties die zonder twijfel de manier waarop we in Europa voedsel produceren en consumeren drastisch gaan veranderen. Zoals ook de introductie van tractoren, kunstmest, gewasbescherming en ruilverkaveling het landbouwbestel van na de Tweede Wereldoorlog op zijn kop zette, toen de Nederlandse boer Sicco Mansholt de basis legde voor de gemeenschappelijke Europese landbouwpolitiek zoals we die nu kennen.

Onder het motto ”Nooit meer honger” ontwikkelde Mansholt in Nederland een landbouwbeleid dat de productiviteit van de sector moest verhogen en het welzijn van de boeren moet verbeteren. Het leidde tot een ongekende schaalvergroting van de landbouw. Het kleinschalige landschap veranderde in een efficiënt productielandschap. Toen Mansholt in 1958 aantrad als eerste Europese landbouwcommissaris fungeerde zijn succesvolle beleid als model voor Europa. Zijn gemeenschappelijke landbouwbeleid werd zelfs de motor achter de Europese eenwording.

In Mansholts landbouwbeleid speelde technologie ontegenzeggelijk een essentiële rol. Maar: de rol van de boerenstand én politieke samenwerking was essentieel. Mansholts droom was een Europa waarin de boer een fatsoenlijk inkomen verdient en de burger altijd toegang heeft tot goed en voldoende voedsel.

Mansholt zag ook in dat voedselproductie, -verwerking en -handel een morele en sociale kwestie is. Hij zag voedsel als een gemeenschappelijk goed, niet als louter handel. De boeren werd een gegarandeerde prijs voor hun producten in het vooruitzicht gesteld. Mansholt investeerde hevig in voorlichting en onderwijs voor een moderne boerenstand.

Obscene overvloed

Mansholts bestel had een keerzijde. De voedseloverschotten die in de jaren zestig ontstaan, brengen dat op een pijnlijke manier aan het licht. Schaarste is veranderd in obscene overvloed. De moderne landbouw heeft een vernietigende aanslag gepleegd op de natuur.

Aan het einde van zijn carrière voorzag Mansholt de negatieve bijeffecten van zijn levenswerk. In een alarmerende brief aan de voorzitter van de Europese Commissie riep hij in 1972 op tot radicale verandering om verdere milieudegradatie, verspilling en een afnemende positie van de boer tegen te gaan. Hij ontving nooit een antwoord, en werd weggezet als ideologische hippie.

Nu, veertig jaar later, zijn een groot deel van Mansholts zorgen werkelijkheid geworden. ”Nooit meer honger” heeft geresulteerd in ”altijd goedkoop eten” – en dat komt tegen een prijs. Ook is het zwaartepunt in het bestel veranderd: niet de boeren vormen de basis van het bestel, nu zijn het inkopers en verwerkers die de dienst uitmaken en de prijzen bepalen.

In sommige landen is het platteland ontzield; multinationale ondernemingen kopen grote stukken land op en vervangen de boer voor de loonwerker, vaak goedkope seizoenswerkers uit Oost-Europa of Azië.

De consument ondertussen ziet die voortgaande uitholling van het platteland niet. De relatie tussen stad en platteland is verbroken. Maar wat voor gevolgen heeft het als dit systeem van overproductie en onderbetaling instort, de boerenstand verdwijnt, met potentieel honger en oorlog als gevolg?

Ondertussen houden wetenschappers, opiniemakers, beleidsmakers en boerenvertegenwoordigers zich bezig met een vruchteloze discussie over welk landbouwmodel ”het beste” zou zijn. Vanuit de dogmatische loopgraven wordt een schijntegenstelling gecreëerd tussen ”groot” (geassocieerd met technologie) en ”klein” (geassocieerd met valse romantiek). Zo dreigt het momentum voorbij te gaan, en Mansholts doemscenario werkelijkheid te worden.

Groot Verhaal

Dat er een omslag plaats moet vinden, daar is vandaag de dag wél iedereen het over eens. De roep om een integraal, duurzaam voedselsysteem wordt steeds luider. Net als de Europese landbouwpolitiek de basis legde voor de Europese samenwerking na de Tweede Wereldoorlog, zou een geïntegreerd moreel landbouw- en voedselbeleid het haperende Europese project nu een nieuw elan kunnen geven. Een Groot Verhaal waarin hightech en voedselinnovaties de motor zijn achter familiebedrijven en voedselproducenten, met aandacht voor het lokale, de bodem, de natuur en het landschap en zijn relatie met de stad.

Een Groot Verhaal ook waarin boeren als belangrijke maatschappelijke factor worden gezien, niet louter als producent of loonarbeider op het eigen bedrijf. Een voedselbeleid dat niet alleen economische zaken beslaat. Een voedselbeleid waarin nieuwe en ‘hippe’ fenomenen als urban farming, korte ketens, en slow food worden geïntegreerd en niet tegengewerkt. En ook een voedselbeleid dat verder durft te kijken dan de Europese grenzen alleen.

In de geest van Sicco Mansholt roepen wij u op dit momentum aan te grijpen en te werken aan een Europees landbouw- en voedselbeleid dat zowel schoon als eerlijk is. Een beleid waarin hightech innovaties en vooroplopende boeren de ruimte krijgen zich te ontwikkelen en dat de rug recht houdt richting de multinationals. Een beleid ook waarin volop ruimte is voor voedselproducenten die produceren, natuur en landschap beheren en de afstand tussen producent en consument kunnen verkleinen. Een beleid dat alle research en innovatie richt op een schone en eerlijke landbouw, klimaatcrisisbestendig, met als einddoel de gesloten biologische kringloop, echte duurzaamheid waar momenteel geen enkel model van landbouw nog een antwoord op heeft. Een beleid dat tevens een eerlijke omgang met de buitenwereld verkiest boven protectionisme en voedseldumpen.

Dit alles vraagt om een sterke samenwerking tussen de Europese lidstaten. Landbouwministers, geef het Europa van de 21e eeuw nieuw elan met het Gemeenschappelijk Duurzaam Landbouw- en Voedselbeleid.

Deze brief is ondertekend door honderden boeren, producenten, wetenschappers en anderen uit Nederland, Europa en de wereld en gericht aan de huidige bestuurders van de Europese Unie. Grijp het momentum van het Nederlandse voorzitterschap van de EU aan om in de geest van Mansholt het landbouw- en voedselbeleid een nieuwe slinger te geven. Laten we een voedselbeleid inzetten dat Europa weer nieuw elan geeft en het mooie Europa dat wij liefhebben ook behoudt: de tijd is er rijp voor.

Dit artikel is een ingekorte versie van The New Mansholt Letter. De brief is een initiatief van Het Nieuwe Instituut in samenwerking met Slow Food. 
>>https://mansholt.atavist.com/newletter voor de complete open brief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer