Opinie

Uitvoering WMO geen succesverhaal

Zolang kwetsbare ouderen niet de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben, is het overschot aan zorggeld wel degelijk een probleem, betoogt Teunis Stoop.

Teunis Stoop
1 June 2016 16:05Gewijzigd op 16 November 2020 03:56
beeld ANP, Koen Suyk
beeld ANP, Koen Suyk

De gemeenteraadsleden Boudewijn en Van der Laan schreven een opiniebijdrage met als kop ”Overschot zorggeld geen probleem” (RD 21-5). Als bestuurder van een ouderenzorgorganisatie plaats ik graag enkele kanttekeningen bij hun visie.

Ik deel hun mening dat de landelijke politiek zich ten onrechte mengt in de discussie over de 300 miljoen euro die gemeenten in 2015 hebben overgehouden op hun WMO-budget. Ook kan ik mij vinden in de opvatting dat het overschot aan middelen in 2015 nog niet alles zegt over de ontwikkeling in de komende jaren. Tot zover zijn we het eens.

Boudewijn en Van der Laan suggereren echter ook dat gemeenten de uitvoering van de WMO prima op orde hebben, zorgorganisaties financiële problemen aan zichzelf te wijten hebben en de burgers voldoende zorg hebben gekregen. Bij deze stellingnames wil ik graag enkele kanttekeningen plaatsen.

Indicaties

Volgens Boudewijn en Van der Laan luidt de belangrijkste vraag: Hebben de mensen voldoende zorg gehad? Ik denk echter dat de vraag zou moeten zijn: Hebben de voorzieningen vanuit de WMO geleid tot versterking van zelfredzaamheid en eigen regie van kwetsbare burgers? En zo ja, was de kwetsbare burger daar tevreden over?

Dat laatste laat zich niet enkel afmeten aan klanttevredenheidsmetingen onder klanten die gebruikmaken van een voorziening vanuit de WMO. Weten raadsleden wel echt wat er leeft onder hun burgers? De gemeente zal haar kwetsbare burgers moeten kennen, om zo te kunnen vaststellen of zij op adequate wijze de nodige zorg en ondersteuning krijgen.

Als ouderen zo lang mogelijk thuis moeten/mogen wonen, dan moet dat mogelijk gemaakt worden door voldoende thuiszorg en goede begeleiding en ondersteuning. Bij (beginnende) dementie, gevolgen van een beroerte of psychiatrische problematiek kan eenzaamheid bestreden en de taak van mantelzorgers verlicht worden door dagbesteding en dagopvang aan te bieden. Maar dan moeten mensen daar wel een indicatie voor kunnen krijgen. Als ze al een indicatie krijgen, kan de eigen bijdrage de volgende belemmering vormen.

Van onze klantadviseurs hoor ik dat de indicatiestelling zo scherp is dat mensen er „niet doorheen komen.” Deze mensen worden nooit gevraagd naar hun tevredenheid, simpelweg omdat ze nog geen klant zijn. Anderen, voor wie dagbesteding of dagopvang cruciaal is, haken af om de hoge eigen bijdrage.

Het resultaat? Gemeenten houden fors geld over, baseren zich op positieve klanttevredenheidsmetingen en de kwetsbare ouderen zijn de dupe.

Verantwoordelijkheid

Ik vraag me af waarom beide raadsleden stellen dat „tevredenheidsonderzoeken een beter beeld geven dan de hoeveelheid bezwaarschriften die zijn ingediend.” Waar is dit op gebaseerd? Worden met dergelijke stellingen de signalen uit de samenleving niet domweg genegeerd?

In het belang van het toenemende aantal kwetsbare ouderen pleit ik voor een goede dialoog tussen gemeenten (bestuurders en ambtenaren) en zorgaanbieders. Cruciaal daarbij is aandacht voor zelfstandigheid, zelfredzaamheid en eigen regie. Gemeenten en zorgaanbieders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het bieden van zorg en ondersteuning aan hen die de zorg echt nodig hebben.

Dilemma

Het is overigens ook wel wat ongenuanceerd en generaliserend om te stellen dat zorgaanbieders zelf onverantwoorde risico’s hebben genomen door onder de kostprijs in te tekenen. Zijn het in veel gevallen niet juist de gemeenten die de (te) lage tarieven hebben vastgesteld? Zorgaanbieders kwamen hierdoor voor een onmogelijk dilemma te staan: óf –in het belang van hun klanten en medewerkers– inschrijven onder de kostprijs, óf klanten laten zitten en medewerkers ontslaan.

En het verwijt dat niet alle zorgaanbieders adequaat hebben ingespeeld op de decentralisatie van de zorgtaken? Ik denk dat het goed is om hierbij rekening te houden met het feit dat alle veranderingen in korte tijd doorgevoerd moeten worden.

Uiteindelijk schieten onze kwetsbare ouderen niets op met het wijzen naar elkaar. Daarom roep ik nogmaals op tot dialoog en samenwerking tussen gemeenten en zorgaanbieders, in het belang van alle (kwetsbare) ouderen!

De auteur is bestuurder bij Cedrah.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer