Ministerie weigert geld voor moslimschool
DEN HAAG (ANP). Het bestuur van een geplande islamitische school voor voortgezet onderwijs in Amsterdam krijgt geen geld van het Rijk. De vrees bestaat dat de school de leerlingen van de maatschappij laat afkeren. Het is voor het eerst dat een schoolbestuur om deze reden geen geld krijgt.
Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) nam het besluit over de Stichting Islamitisch Onderwijs Amsterdam en Omstreken. Radicale uitlatingen van een bestuurder deden ernstige zorgen rijzen of de school in staat zal zijn haar taak waar te maken om kinderen wegwijs te maken in onze samenleving, stelt Dekker maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Nader onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs heeft deze zorgen niet kunnen wegnemen.
Het bestuurslid van de Stichting Islamitisch Onderwijs Amsterdam en Omstreken (SIO) betuigde medio 2014 openlijk zijn sympathie voor de terreurgroep Islamitische Staat. De bestuurder in kwestie vertrok maar de rest van het bestuur nam geen afstand van deze uitlatingen. Dit was aanleiding voor Dekker om te laten onderzoeken in hoeverre de school geloofwaardig aan haar wettelijke taken kan voldoen, alvorens geld over te maken. De stichting weigerde echter bij herhaling de noodzakelijke informatie te verschaffen, aldus de staatssecretaris.
„Het kan niet zo zijn dat we met belastinggeld een school mogelijk maken waar kinderen zich van Nederland leren afkeren in plaats van er onderdeel van uit te maken”, aldus Dekker. „De vrijheid van onderwijs is een groot goed, maar het is geen vrijbrief voor onderwijs dat indruist tegen de waarden van onze democratische rechtsstaat.”
De SIO reageert verbolgen op de afwijzing. „Pathologische leugenaar Sander Dekker kan met zijn laster en het voorgenomen besluit tot weigering van bekostiging de boom in”, zegt SIO-voorzitter Soner Atasoy in een verklaring. Volgens hem heeft het SIO-bestuur zich „tijdig gedistantieerd van onwenselijke sympathieën” en dit is ook op een „bestuurlijk verantwoorde wijze” opgelost. Atasoy benadrukt dat de SIO sinds eind januari op de „vorderingen” van de Onderwijsinspectie wacht, en nog steeds tot haar dienst staat.