De laatste homo
Mam, als u had geweten dat ik homo was, toen ik nog in uw buik zat, had u mij dan weggehaald?” Z’n moeder kijkt hem aan. „Poeh. Dat is heel moeilijk om te beslissen. Ik denk het niet, maar ik weet het niet. Als ik nu terugkijk zou ik het nooit doen, want jij bent een kanjer, ook al ben je homo!” De jongen krijgt tranen in z’n ogen en slikt zijn emoties weg.
Het is maart 2026. Minister Stippers van Volksgezondheid geeft toestemming voor het gebruik van de VHAPT: een test waarmee aanstaande moeders vanaf de tiende week van de zwangerschap kunnen vaststellen of ze een grote kans hebben, 92 procent, op een homobaby. Een prenatale test voor homoseksualiteit was jarenlang onderwerp van discussie, maar een jaar of tien geleden stelden wetenschappers vast dat homoseksualiteit voor een flink deel bepaald wordt door je genen. Die kennis leidde in eerste instantie tot een toename van de acceptatie van homoseksualiteit in religieuze kringen omdat ieder nu begreep dat homo’s even weinig ‘schuld’ hebben aan hun seksuele geaardheid als iemand heeft aan zijn blauwe ogen. Homorelaties bleven ze principieel afwijzen, maar over genezen van homoseksualiteit repte niemand meer.
Op hetzelfde moment ontstond echter een brede maatschappelijke discussie: is het wel zo wenselijk dat mensen homo zijn? Je kunt er niets aan doen als je homo bént, maar nu kun je er wél iets aan doen dat je een homo kríjgt. En hoewel homoseksualiteit in de samenleving minstens zo geaccepteerd is als abortus, kwam er een heus burgerinitiatief over het recht om geïnformeerd te worden over de seksuele geaardheid van je toekomstige kind. Nota bene, we leven toch niet meer in 2016, toen we ons nog het hoofd braken over botox en borstvergrotingen? Inmiddels onderzoekt elke zwangere of het ongeboren kindje een jongen of meisje is, of het spraak- of gedragsproblemen heeft of een verhoogd risico op kanker en alzheimer. En een kwart van de kinderen komt al uit de selectiebank, waar ouders het volledige profiel kunnen kiezen, van spiermassa tot borstomvang, van IQ tot EQ en van hoofdhaar tot voetvorm. Waarom zou je dan niets mogen weten over de seksuele geaardheid van je kind?
De eerste voorzichtige stap was die van de diagnose. Het recht op informatie woog zwaarder dan het gevaar van discriminatie, vonden de voorstanders. Een Kamermeerderheid ging akkoord maar bedong wel een positieve naam voor de test: de Homo Acceptatie Prenatale Test, HAPT. De HAPT mocht pas vanaf 24 weken uitgevoerd worden, voorbij de abortusgrens. Daardoor kon de test alleen positief discrimineren en ouders vroeg voorbereiden op hun homoseksuele zoon of dochter. Voor dat argument, dat HAPT de acceptatie van homoseksualiteit zou bevorderen, zwichtte zelfs een van de christelijke politieke partijen.
Maar de volgende discussie diende zich snel aan. Dankzij een nieuwe gentechniek kunnen wetenschappers nu ingewikkelde erfelijke eigenschappen ‘photoshoppen’. Hazenlippen zijn al in de baarmoeder te repareren en diabetes type I is uitgeroeid. Waarom zou je dan niet de seksuele geaardheid van je toekomstige kind mogen aanpassen? Voorstanders vrezen zwangerschapstripjes naar Thaise klinieken waar die service wel wordt aangeboden.
Dit voorjaar ging de Kamer om met de volgende stap, de Vroege HAPT of VHAPT. In België en Denemarken is die vorig jaar al ingevoerd. Een paar progressieve Kamerleden klaagden steen en been dat Nederland zijn voortrekkersrol dreigde te verliezen. Dat was voor de EO aanleiding om een tv-programma te maken: ”De laatste homo”. Samen met een 15-jarige homojongen trok een verslaggever naar Kopenhagen, waar vrijwel geen homo’s meer geboren worden.
„Daar sterft mijn kolonie uit”, klaagt Sjoerd Fleur ironisch. Niet in 2026, maar in maart 2016, in de uitzending van de EO over ”De laatste Downer”. De eerste alinea van deze column komt, op een paar woorden na, letterlijk uit die uitzending. Sjoerd trok door Denemarken, waar prenatale testen ertoe hebben geleid dat er nauwelijks Downkinderen meer geboren worden. Je moet er toch niet aan denken dat die geschiedenis zich straks herhaalt bij dikbuikigen, roodharigen, ADHD’ers of homo’s? Wie zou zo’n eentonige en goddeloze samenleving op z’n geweten willen hebben?
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.