Binnenkort worden daarom volwaardige vestigingen geopend in Brussel, Parijs en Frankfurt. „We zijn hard op weg een Europese speler te worden”, aldus bestuursvoorzitter H. J. Rutgers.

Op bescheiden wijze opereerde het bedrijf -dat belegt, ontwikkelt en bankiert in de vastgoedsector- de afgelopen jaren in verschillende Europese landen. Dankzij de overname van een Frans bedrijf is Bouwfonds de afgelopen jaren tot een van de belangrijkste ontwikkelaars van woningprojecten in dat land opgeklommen. Ook in Duitsland, België, Spanje en Tsjechië is het bedrijf actief, voornamelijk bij de ontwikkeling van woningbouw- en winkelprojecten. Op beperkte schaal wordt meegedaan aan vastgoedprojecten in de Verenigde Staten.

Maar dat het moet meer worden, zo liet Rutgers woensdag bij de presentatie van glanzende jaarcijfers weten. Vorig jaar boekte het bedrijf een nettoresultaat van meer dan 200 miljoen euro, ruim 60 procent meer dan in 2002. Bouwfonds is volgens de topman rijp voor verdere expansie. En die is, vindt hij, nodig om de komende jaren stijgende winsten te laten zien. „Nederland blijft voor ons heel belangrijk, maar is te klein om de groei vast te houden.”

Andere argumenten om meer over de grens te kijken, zijn de internationale ontwikkelingen bij andere bedrijven. Bouwfonds wil zijn Nederlandse klanten in het buitenland van dienst blijven zijn. Rutgers: „Grote retailketens zijn actief en succesvol in geheel Europa. Verder hebben wij bruikbare kennis in huis willen we conjuncturele schommelingen in de toekomst ondervangen door breed bezig te zijn.”

Daarom wordt ook nadrukkelijk gedacht aan allerlei financieringsactiviteiten, zoals het introduceren van nieuwe vormen van beleggen. Ten denken valt aan de Duitse markt, waar Bouwfonds een grote voorsprong heeft dankzij flexibele hypotheken. „Je moet als inwoner van dat land je nu bij minimaal drie kantoren vervoegen, terwijl wij maar één loket kennen. Ook belenen wij tot 105 procent van de waarde. In Duitsland gaat men niet verder dan 80 procent.”

Bouwfonds wil de grote ervaring, opgedaan bij de ontwikkeling van integrale plannen in Nederland, elders benutten. Daarbij wordt vooraf rekening gehouden met aspecten als ruimtegebrek, veiligheid, benutting van infrastructuur en mobiliteitsvraagstukken. Als voorbeeld noemt Rutgers het recent door Bouwfonds ontwikkelde Waasland Centrum in Antwerpen, het grootste winkelcentrum van België.

Grote risico’s worden volgens hem niet genomen. „Er is altijd een link met Nederland. We volgen onze klanten naar het buitenland. Of we dat in toekomst zullen loslaten, is nog niet bekend.” Om verder te voorkomen dat Bouwfonds zich in een avontuur met onzekere afloop stort, wordt het aantal landen waar de onderneming actief zal zijn, beperkt. Binnen die landen wordt vooral het vizier gericht op de grootstedelijke gebieden. Uitbreiding van de activiteiten heeft altijd plaats door ter plaatse ondernemingen over te nemen en vervolgens ruimte te bieden aan al de Bouwfondsactiviteiten. „Het is dus niet een kwestie van op zo veel mogelijk plaatsen een vlaggetje plaatsen”, aldus de topman.

De ambities om te groeien zijn groot. Zo wil het bedrijf in 2010 in zes landen het complete Bouwfonds-pakket aanbieden en daar ook uitgroeien tot een van de vijf grootste vastgoedondernemingen. Op sommige plaatsen is dat moeilijk meetbaar omdat er nauwelijks bedrijven actief zijn die bouw, projectontwikkeling en beleggen combineren.

De grootste groei is dit jaar in Spanje. De bestuursvoorzitter verwacht dat dit land, na Nederland, Frankrijk en België, voor Bouwfonds al in 2006 het belangrijkste afzetgebied is. Verder wordt er driftig gezocht naar overnamemogelijkheden in Scandinavië in verband met de daar verwachte relatief sterke economische groei.