Ds. Silfhout: Kerk heeft boodschap aan de samenleving
Het domineesechtpaar Silfhout woont in Capelle aan den IJssel, vijftien hoog boven de Hollandsche IJssel. Vanuit de huiskamer is er een riant uitzicht op Krimpen aan den IJssel, Capelle aan den IJssel en de skyline van Rotterdam. Bij helder weer is er zicht tot aan Den Haag toe. Tussen de huizenzee liggen veel hoge kantoorgebouwen, maar weinig kerken. Typerend voor een van de aandachtsvelden van ds. Silfhout: de verhouding tussen kerk en samenleving. Donderdag nam hij afscheid van de gereformeerde gemeente Capelle aan den IJssel-Middelwatering, in verband met zijn emeritaat per 1 juni.
Ds. Silfhout werd in 1994 op 51-jarige leeftijd predikant. Sedertdien maakt hij jaar in jaar uit de terugloop mee van het kerkelijk leven. Een mens zou er zomaar somber van kunnen worden!
„Als je alleen maar om je heen ziet, zou je dat worden. Als je kijkt naar de kerken, naar de eigen gemeenten, naar de jeugd. Maar het is niet goed om bij de pakken neer te gaan zitten. Ik mag ook weleens hoop hebben. Een paar weken geleden was een groep jongeren vooraan in de kerk gaan zitten. Met z’n allen, het waren er wel veertig, zaten ze op de voorste bank. En ze luisterden allemaal. Dat gaf me toch zo veel moed, dat ik de moed niet mag verliezen. De Heere maakt het tot op de dag van vandaag waar dat Hij doorgaat met Zijn eigen werk, te midden van alle afval en verval aan onze kant.”
U heeft vooral hoop voor de jongeren?
„Misschien meer dan voor de oudere generatie. De generatie van na de Tweede Wereldoorlog, waartoe ikzelf ook behoor, is opgegroeid in een tijd waarin alles steeds beter leek te worden. Economisch ging het ons meer en meer voor de wind, waardoor men de Heere steeds minder nodig had. Het afhankelijke leven leek te verdwijnen. Bij de jongeren van nu zie je weer iets van het besef ontstaan dat een mens van al die materiële welvaart ook niet gelukkig wordt. Ze doen daar natuurlijk zelf aan mee, maken zelf deel uit van die welvaartscultuur, maar sommige jongeren gaan weer iets inzien van: Hier beneden is het niet.”
We kunnen wel klagen, zegt de predikant, dat jongeren in twee werelden leven, „maar daar kan de Heere wel doorheen breken. Dat is naar Zijn eigen belofte. Hij gaat door tot in het laatste der dagen.”
Ds. Silfhout wil het zelf niet gezegd hebben, maar hij behoort tot de meer leidinggevende predikanten binnen zijn kerkverband. De feiten liggen er.
U vervulde veel functies in het kerkelijke leven. Per 1 juni komen er opeens erg veel functies vrij. U was een echte bestuurder?
„Ik heb alles met hart en ziel gedaan, mag ik eerlijk zeggen. Dat ik een aantal bestuurlijke functies heb gehad, heeft misschien te maken met mijn juridische achtergrond. Daarbij komt dat ik eerder een soort generalist ben dan iemand van casuïstiek. Ik houd van de grote lijnen.”
Maar toch, al die functies die vrijkomen: komt dat allemaal goed?
„Een mens stelt niet zo veel voor. Als ik wegval, gaat alles gewoon door. En het gáát nu al allemaal door.”
Naast het predikantschap in de gemeente hield ds. Silfhout zich vooral bezig met drie aandachtsgebieden: Israël, kerkrecht en de verhouding kerk en overheid. Over kerkrecht zegt hij: „Er zijn anderen die het kunnen overnemen. Ds. P. Mulder is op de Theologische School docent kerkrecht. Er blijft op dit gebied in ons kerkverband genoeg knowhow over. De predikanten F. Mulder, R. A. M. Visser en W. A. Zondag zijn ook jurist. En daarnaast zijn er genoeg predikanten met een gezond kerkrechtelijk inzicht. We moeten ervoor oppassen dat we zelf gaan menen onmisbaar te zijn en op tijd anderen de ruimte geven om opengevallen plaatsen in te nemen.”
Wat hij, op verzoek van het deputaatschap voor Israël, na zijn emeritaat blijft doen, is zich bezighouden met de relatie met de gemeente die in Nazareth is ontstaan door het Israëlwerk van de Gereformeerde Gemeenten. Dit jaar gaat hij daar viermaal heen, voor preekbeurten en om het heilig avondmaal te bedienen.
Vele jaren maakte ds. Silfhout deel uit van het deputaatschap kerk en overheid. „Er is binnen de Gereformeerde Gemeenten een stuk bewustwording ontstaan over het staan in de maatschappij. We zijn kerk in de samenleving. En iedereen kan vaststellen dat de kerk naar de rand van de samenleving wordt gedrongen. We moeten daarbij erkennen dat de Gereformeerde Gemeenten maar een klein kerkverband vormen, met ruim 100.000 leden, en dat we dus andere kerken nodig hebben om richting overheid onze stem te laten horen. Vandaar de oprichting in 2010 van het Woerdens Beraad, een platform van negen reformatorische kerken die zich bezinnen op hun „profetische taak in de samenleving.”
Al eerder, in 2004, vond er een gesprek over waarden en normen plaats met premier Balkenende en met vertegenwoordigers van de Raad van Kerken en ds. Silfhout, als vertegenwoordiger van de reformatorische kerken. „Dat gesprek is erg positief verlopen. Balkenende stond open voor het belang van levensbeschouwing in de politiek. Ik mocht hem een brochure overhandigen die door meerdere kerken was samengesteld: ”Gerechtigheid en welzijn; een boodschap van de kerken over waarden en normen”. Er werd naar ons geluisterd. Of er vervolgens ook iets met onze boodschap is gebeurd, is weer een ander hoofdstuk.”
Christenen kunnen meer en meer het gevoel krijgen dat het allemaal niets uithaalt, dat de wal het schip niet meer keert.
„Dat zou doperse wereldmijding zijn. Dan gaan we met een boekje in een hoekje zitten, maar daarmee hebben we het Boek der boeken niet aan onze kant. In dit opzicht kunnen we nog wel wat leren van de werfkracht van de Vroege Kerk. De eerste christenen lieten in hun dagelijks leven zien dat ze leesbare brieven van Christus waren, dat ze een ander vaderland zochten. Maar de situatie nu is ernstig genoeg. Een partij als D66 blijft proberen de laatste restanten van het christendom uit te bannen. Maar toch blijven we ertoe oproepen, steeds weer opnieuw, om naar Gods heilzame geboden te handelen en te wandelen. Erg spijtig is het dat bij velen van onze volksvertegenwoordigers zo weinig historisch besef meer is. Men weet niet meer dat onze samenleving in het verleden gebaseerd is op christelijke waarden en normen.”
Sommige christenen vrezen reeds voor vervolging.
„Laten we de dingen in de juiste proporties zien. Men kan wel vrezen voor verdrukking, maar dat is inherent aan het christen-zijn, want Christus heeft gezegd: „In de wereld zult gij verdrukking lijden.” Hij gebruikt dus het woord ”verdrukking”, niet ”vervolging”. Maar Christus zegt er dan wel direct bij: „Maar hebt goede moed, want Ik heb de wereld overwonnen.” Laten we in Nederland niet te snel spreken over vervolging. Vervolging om der gerechtigheid wil, vervolging om Christus’ Naam. Dat is me nogal wat. Niemand loopt hier het gevaar gevangen te worden gezet en niemand belandt om zijn geloof op de brandstapel.”
Toch, voldoende redenen om bezorgd te zijn over wat er komt.
„In deze multireligieuze en multiculturele samenleving is daar zeker alle reden toe. Kijk naar de voortekenen in het Midden-Oosten. De wereld is een dorp geworden. Wat vandaag daar gebeurt, kan morgen hier gebeuren. Je kunt je hart vasthouden. Maar al die dingen zijn nog maar een beginsel van de smarten, zo heeft Christus het ons voorzegd.”
En er gloort geen licht aan het einde van de tunnel?
„Als we geloven wat de Heere Jezus hierover heeft gezegd, gloort er geen licht. Het kan alleen maar erger worden. We zeggen weleens gemakkelijk dat we de voetstappen al horen van Hem Die komt om te oordelen de levenden en de doden, maar het wordt tijd dat we echt gaan inzien dat de dingen zich meer en meer gaan toespitsen. We moeten bereid zijn, om in de grote verdrukking staande te kunnen blijven, en om God te kunnen ontmoeten. Dat kan alleen in de kracht van de Heilige Geest.”
Op reformatorische kansels wordt al decennialang gebeden of de Heere bijeen wil brengen wat in waarheid bijeen hoort. Komt het met de kerkelijke eenheid verder dan dat?
„Het komt verder dan dat. Zeker. Er zijn door de jaren heen al vele samensprekingen geweest en er wordt op veel terreinen meer samengewerkt dan voorheen. Het besef groeit dat verdeeldheid zondig is, hoewel dat er nog niet toe leidt dat we komende zondag allemaal in één kerk gaan zitten. Kerkelijke eenheid moet aan de basis beginnen, in de gemeenten dus, niet op de generale synode. Hier en daar zien we een wolkje als eens mans hand. Waarbij ik erken dat ik institutionele eenheid niet meer zal meemaken.”
Lijdt u er ook aan?
„Ik zou er meer aan moeten lijden. Maar het houdt me veel bezig en het gaat me ook aan het hart. We moesten met elkaar meer staan naar geestelijke eenheid over de kerkmuren heen.”
In september begint de volgende generale synode van de Gereformeerde Gemeenten. En u bent daar niet bij.
„Ik zal het missen, maar kan ook goed gemist worden. Het werk voor de synode is wel een stuk van mijn ambtsperiode geweest. Zesmaal was ik afgevaardigde, vijfmaal lid van het moderamen, de eerste keer als tweede scriba, de overige vier keren als eerste scriba. Maar het komt ook goed zonder mij.”
Is er weemoed rond emeritering?
„Maar er is ook dankbaarheid voor wat de Heere heeft willen geven. Ik moet niet weg, ik mag weg. Ook van mijn gemeente in Capelle aan den IJssel-Middelwatering hoef ik niet weg. Dat denk ik tenminste. Formeel mocht ik met emeritaat toen ik 70 jaar werd. Maar toen voelde ik me nog te vitaal. Deze zomer hoop ik 73 jaar te worden. En ik voel dat mijn vermogens minder worden. Ik kan minder goed afstand nemen van problemen. Het is tijd om te gaan.”
Ds. Silfhout
Wim Silfhout werd op 30 augustus 1943 geboren in Rhenen. Het ouderlijk gezin behoorde tot de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De gemeente in Rhenen was geïnstitueerd in het achterhuis van zijn grootvader. Vader Silfhout was er jarenlang ouderling.
In 1990 werd Silfhout toegelaten tot de studie voor predikant aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam. In 1994 werd hij bevestigd in zijn eerste gemeente, Hendrik-Ido-Ambacht. In 2002 nam hij een beroep aan naar Capelle aan den IJssel-Middelwatering.
Ds. Silfhout was enkele jaren docent aan de predikantenopleiding te Rotterdam, vijfmaal moderamenlid van de generale synode, lid van de deputaatschappen voor Israël, kerkrecht, kerk en overheid, algemene kerkelijke zaken (nu DKD), studerenden en van de stichting Arbitrage (voor het oplossen van geschillen in eigen kring). In het verleden was ds. Silfhout voorzitter van Helpende Handen. Ook was hij voorzitter van het Woerdens Beraad.
Het echtpaar Silfhout woont in Capelle aan den IJssel, heeft een gehuwde zoon en een kleindochter.
Lees ook in Digibron:
Ds. W. Silfhout (72) met emeritaat (RD.nl, 22-02-2016)
Ds. Silfhout verrijkt door joodse riten en gebruiken – interview (Reformatorisch Dagblad, 09-01-2016)
Ds. W. Silfhout geridderd (De Saambinder, 25-04-2013)
Kerstening begint in binnenkamer – interview (Reformatorisch Dagblad, 06-10-2012)
Breed gewaardeerd, veel geciteerd, weinig beroepen – interview (Reformatorisch Dagblad, 22-02-2012)
Verslag van de bevestiging- en intrededienst van ds. W. Silfhout op 10 april 2002 in de Gereformeerde Gemeente van Capelle a/d IJssel (Middelwatering)
(De Saambinder, 13-06-2002)
Afscheid ds. W. Silfhout van H.I. Ambacht (De Saambinder, 25-04-2002)
Bevestiging kandidaat W. Silfhout en intrede ds. W. Silfhout (De Saambinder, 13-10-1994)