Hoorder én dader van het Woord - net als Polycarpus
Christenen zijn hoorders én daders van het Woord. Deze notie, die in de brief van de apostel Jakobus steeds terugkeert, was het thema van de bondsdag +12 van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG), die zaterdag op verschillende plaatsen in het land werd gehouden.
In Zoetermeer hield ds. H. Brons een toespraak. Voordat de Vlaardingse predikant het woord nam, stelden drie jongeren zich voor.
„Ik ben Madeleine, en ik ben christen.”
„Ik ben Steven, en ik ben christen.”
„Ik ben Jacob, en ik ben christen.”
De drie zouden het in het dagelijks leven niet nodig vinden zich als christen voor te stellen. Madeleine: „Het voelt wat onwennig. Hier kan ik het wel zeggen, maar op andere plaatsen zou ik het lastig vinden.” Steven bekent dat hij het moeilijk vindt om er meteen voor uit te komen dat hij christen is. „Als vrienden me vragen om mee te gaan naar een plek waar ik niet hoor te komen, dan zou ik het liever niet zeggen. Maar ik denk dat als ik op een openbare school zou zitten, anderen het wel aan me zouden merken hoe ik in het leven sta.”
Polycarpus
Maar wat houdt het eigenlijk in om christen te zijn? Sjaak Jacobse, jeugdwerkadviseur bij de JBGG, noemde in zijn openingswoord twee uitersten. „In de Vroege Kerk leefde bisschop Polycarpus. Toen men hem vroeg of hij wilde offeren aan de keizer wilde hij Christus niet verloochenen. Het kostte hem zijn leven. Hij was een hoorder en een dader van het Woord. Toen in Nederland The Passion gespeeld werd, zei zangeres Ellen ten Damme dat ze fan van Jezus is. Maar zou Christus ook van haar zeggen dat ze christen is?”
De apostel Jakobus zou niet zo gauw hebben gezegd dat hij fan van Jezus was, aldus de jeugdwerkadviseur. „Toen Jezus, Zijn broer, nog bij hem was, zag Jakobus hoe anderen Hem gingen volgen. Maar zelf deed hij dat niet. Pas later werden zijn ogen ervoor geopend dat Jezus de Christus was. Hij is erom veroordeeld tot de steniging. Zo werd deze christen voor eeuwig verenigd met Christus. Dat wens ik ook jou toe: niet die steniging, wel die vereniging.”
Spiegel
Ds. Brons ging in zijn uitleg in op Jakobus’ raad om „ras te zijn tot horen” en „traag om te spreken.” „Je zit in de les en je ziet dat er een belangrijk app’je binnenkomt op je mobiel. Je kunt je maar nauwelijks bedwingen om het te gaan bekijken. Wat vinden wij de moeite waard om naar te luisteren, wanneer zijn we „ras om te horen”? Jakobus noemt het Woord dat in u geplant wordt de moeite waard. Het is de waarheid!”
Jakobus vergelijkt in zijn brief het Woord van God met een spiegel. Als mensen daarin kijken en het beeld meteen weer vergeten, zijn ze hoorders van het Woord. „Jakobus roept ons er echter toe op om daders te zijn. Dan laat je het beeld van jezelf dat uit het Woord van God opkomt op je inwerken. De Bijbel laat ons zien dat God heilig is en dat wij dat niet zijn. En als we dat ontdekken, gaan we dit Woord ontvangen met zachtmoedigheid. Wees traag tot toorn, zegt Jakobus. Leer van de Heere Jezus dat Hij zachtmoedig was en nederig van hart. Vraag aan Hem: „Leer me U zien, U te ontvangen, U te horen.””
De predikant uit Vlaardingen legde uit dat het lezen van de Bijbel niet zonder vrucht blijft. „Wanneer we lezen als daders van het Woord, dan vragen we God om Zijn vergevende genade. Want we zien hoe zondig we zijn. Maar we mogen dan ook allemaal aan de slag. Als je op een sollicitatiegesprek moet, kijk je van tevoren in de spiegel. En als je ziet dat je kraag niet goed zit, trek je hem recht. Je gaat dat gesprek niet in voor je er netjes uitziet. Als je in de Bijbelse spiegel kijkt zie je dat je zo voor God niet kunt verschijnen. Neem de tijd voor die spiegel en je zult zien wat er moet veranderen.”
Met verwachting
In een gesprek met de jongeren die zich eerder hadden voorgesteld, gaf ds. Brons nog een aantal adviezen over christen zijn in het dagelijks leven. Hij raadde de jongeren aan om met verwachting naar de kerk te gaan. „Ik bid dat ik goede woorden vind om jongeren te raken. Dat Hij Zijn heerlijkheid ook aan hen wil tonen.”