CDA-kamerlid Mosterd legde dinsdag mede namens ChristenUnie en SGP een stemverklaring af waarin hij aangaf dat de fracties tijdens het debat van vorige week van minister Van der Hoeven en van de andere fracties voldoende garanties hebben gekregen dat de samenwerkingsschool een uitzondering is. Een samenwerkingsschool mag alleen ontstaan als een van de scholen blijvend onder de opheffingsnorm komt.

Vorige week, tijdens het debat over de grondwetswijzing, beloofden PvdA en VVD dat ze de wet die de samenwerkingsschool mogelijk moet maken, niet zullen oprekken door stichting van nieuwe samenwerkingsscholen mogelijk te maken of een fusie van bestaande levensvatbare scholen voor openbaar en bijzonder onderwijs toe te staan. De fracties willen die verruiming wel, maar om de christelijke partijen achter de grondwetswijziging te krijgen, gaan ze akkoord met de beperking.

Steun van het CDA voor de grondwetswijziging is overigens noodzakelijk om de wet in het staatsblad te krijgen. Het was namelijk het tweede debat over de grondwetswijziging. Bij deze zogeheten tweede lezing is tweederde meerderheid van de beide Kamers der Staten-Generaal vereist. Die tweederde meerderheid hebben de niet-christelijke fracties in de Tweede Kamer wel, maar in de Eerste Kamer niet.

SGP-kamerlid Van der Vlies verklaarde desgevraagd dat er sprake is van een compromis. „De christelijke partijen zien liever geen samenwerkingsscholen. Dat is een ondermijning van het duale bestel met openbaar en bijzonder onderwijs. Maar als we tegen zouden stemmen, dan weten we zeker dat de niet-christelijke partijen straks bij de behandeling van de wet die de samenwerkingsschool mogelijk maakt, met verdergaande voorstellen komen. Als we tegen zouden stemmen, ontvalt ons het commitment dat samenwerkingsscholen alleen mogen in het geval dat een school definitief onder de opheffingsnorm komt. We zijn akkoord gegaan om erger te voorkomen.”