Binnenland

Het gaat goed met de Nederlandse molen; toch zijn er zorgen

OUD-ZUILEN. Het is nog nooit zo goed gesteld geweest met de kwaliteit van molens in ons land. Toch zijn er zorgen. Door het wegvallen van de rijkssubsidies moeten eigenaren het onderhoud van hun molen zelf op peil houden. „Anders zijn we over een jaar of twintig weer terug bij af.”

Jessica Bode
14 May 2016 14:45Gewijzigd op 16 November 2020 03:32
Erfgoedexpert Lennart van der Torren inspecteert vlak voor de Nationale Molendag, vandaag, de afgebrande Buitenwegse molen (1830) in Oud-Zuilen. Op de achtergrond de Westbroekse molen. beeld VidiPhoto
Erfgoedexpert Lennart van der Torren inspecteert vlak voor de Nationale Molendag, vandaag, de afgebrande Buitenwegse molen (1830) in Oud-Zuilen. Op de achtergrond de Westbroekse molen. beeld VidiPhoto

Volgens de vereniging De Hollandse Molen en verschillende erfgoedadviesbureaus verkeren de molens in zeer goede staat. Er zijn nauwelijks nog vervallen exemplaren, zegt Ed van Gerven van De Hollandsche Molen. Deze vereniging zet zich in voor het behoud van de historische bouwwerken en organiseert zaterdag de Nationale Molendag. „De afgelopen jaren is er veel restauratieachterstand ingehaald met rijkssubsidies”, aldus Van Gerven.

Nu die zijn gestopt, moeten de moleneigenaren de komende decennia het onderhoud op peil houden. „Anders zijn we over een jaar of twintig weer terug bij af”, verzucht Lennart van der Torren van Erfgoed Advies Groen, gespecialiseerd in restauratie van onder meer molens.

Regulier molenonderhoud kost circa 10.000 euro per jaar. Vrijwel alle exemplaren in Nederland zijn rijksmonumenten, waarvoor het Rijk jaarlijks 5000 euro onderhoudssubsidie geeft. Eigenaren zoals waterschappen en overheden kunnen het resterende bedrag vaak wel opbrengen, maar voor stichtingen en particulieren is dat een flinke investering.

De lokale bevolking en bedrijvigheid dragen steeds vaker een steentje bij. „Vroeger werd er niet naar molens omgekeken, maar nu komt steeds meer het besef dat we zuinig moeten zijn op deze bijzondere gebouwen”, zegt Van Gerven.

Inzet inwoners

Vooral in kleine gemeenschappen zoals buurtschappen en dorpen zetten de inwoners zich steeds vaker in voor het behoud en onderhoud. Zoals in Oud-Zuilen, waar in een paar weken tijd bijna 30.000 euro werd opgehaald voor de restauratie van een afgebrand exemplaar.

Bij een brand in maart ging deze kleinste molen van de provincie Utrecht uit 1835 in vlammen op. Inwoners van Oud-Zuilen begonnen nog geen twaalf uur na het voorval een online-inzamelingsactie om een deel van de herbouw te kunnen bekostigen.

„Het is natuurlijk lang niet genoeg om de hele restauratie van honderdduizenden euro’s te financieren, maar het is een begin. We willen gewoon graag iets doen. We trouwen hier, we rouwen in de molen. Het is een onderdeel van ons dorp”, vertelt Roos Roodnat, een van de initiatiefnemers.

Rijksmonument

Bij de restauratie van deze Buitenwegse molen, die pal naast de grootste molen van de provincie staat, is het vooral van belang dat het een rijksmonument blijft. „Alleen dan krijgen we de jaarlijkse subsidie en dat is erg belangrijk”, aldus een woordvoerder van het Utrechts Landschap.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft al gezegd dat het behoud van deze status afhankelijk is van de manier waarop de molen wordt opgebouwd. Erfgoedexpert Van der Torren: „Hoe meer authentieke onderdelen kunnen worden gerepareerd, hoe waarschijnlijker het is dat de molen zijn monumentenstatus behoudt. We hebben goede hoop dat deze Utrechtse molen weer kan worden opgebouwd. Het hout ziet er verwoest uit, maar circa 80 procent van alle balken is nog bruikbaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer