VN: 7000 vrouwen ontvoerd in Nigeria
ABUJA (ANP/DPA). De coördinator humanitaire zaken van de VN in Nigeria, Fatma Samoura, denkt dat mogelijk zevenduizend meisjes en vrouwen gevangen worden gehouden door islamistische terroristen. Amnesty International gaat uit van ten minste tweeduizend slachtoffers. Zij worden uitgehuwelijkt of als seksslavinnen gehouden. De ontvoerde vrouwen worden ook ingezet voor wapentransport en zelfs gedwongen tot zelfmoordaanslagen.
De belangrijkste terreurorganisatie in het gebied, Boko Haram, ziet het als een religieuze plicht andersgelovigen te onderwerpen. Hun internationaal beruchtste actie is de aanval op een school in Chibok, in het noordoosten van Nigeria, waarbij meer dan tweehonderd meisjes uit de slaapzaal werden gesleept en meegenomen.
Maar weinig gijzelaars slagen erin te ontsnappen. De vijftienjarige Aisha Moussa is een gelukkige uitzondering. Ze viel in februari 2015 met andere jonge, christelijke lotgenotes in handen van Boko Haram. „Ik werd tot mijn middel ingegraven. Ze wilden me dwingen me tot de islam te bekeren”, vertelt ze in een opvangkamp in Minawao. Na drie weken kwelling gaf ze haar verzet op. Ze zwoer het christendom af en trad in het huwelijk met een fundamentalist van in de dertig.
„Veel andere meisjes trof hetzelfde lot. Enkelen waren pas acht jaar oud.” Overdag werden ze tewerkgesteld op de uitvalsbasis van Boko Haram. „Waar we het meest bang voor waren, was de terugkeer van onze mannen ’s avonds. Dat betekende mishandeling en verkrachting onder bedreiging van een pistool”, zegt Moussa met tranen in de ogen.
Na maanden gevangenschap lukte het haar ’s nachts even aan de aandacht te ontsnappen en te vluchten. Ze liep tien dagen door het woud in het grensgebied met Kameroen, waar ze werd opgevangen door legereenheden. Die brachten haar naar een vluchtelingkamp, waar ze nog altijd niet wordt vertrouwd als mogelijke ‘Boko Haram-spionne’. „Ik word behandeld alsof ik een besmettelijke ziekte heb. Wanneer ik binnenkom, draait iedereen zich om. Toch ben ik blij dat ik nu hier zit.”