Opinie

‘21st century skills’ uitdaging voor scholen

De discussie over vaardigheden die volwassenen in 2032 nodig zullen hebben, biedt scholen een uitgelezen mogelijkheid om zich te profileren, betogen Jan Jaap Karsten en Frank van der Duijn Schouten.

Jan Jaap Karsten en Frank van der Duijn Schouten
13 May 2016 14:44Gewijzigd op 16 November 2020 03:31
beeld SLO, Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling
beeld SLO, Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Er wordt de laatste tijd veel over onderwijs gesproken en geschreven, en terecht. Onderwijs behoort immers tot de menselijke activiteiten die het meest bepalend zijn voor de vormgeving van de maatschappij van de toekomst. We zijn het er inmiddels wel over eens dat het in het onderwijs niet alleen gaat om verwerving van kennis. Kennis op zich veroudert immers snel. De vraag is meer hoe we anno 2016 de juiste balans tussen kennisverwerving en de ontwikkeling van vaardigheden weten te vinden.

In het advies van het Platform Onderwijs 2032 (ook bekend als de commissie-Schnabel) wordt niet alleen aandacht gevraagd voor vakken zoals Nederlands, Engels en rekenen, maar ook voor vaardigheden die volwassenen van 2032 nodig zullen hebben in een steeds sneller veranderende samenleving. SLO, nationaal expertise­centrum leerplanontwikkeling, ontwikkelde samen met Kennisnet een model om deze vereiste vaardigheden in kaart te brengen. Ze staan in het werkveld bekend als ”21st century skills”. SLO noemt elf van deze competenties bij name (zie illustratie).

Creatief denken en probleem oplossen gaan vooral over het omgaan met complexe vraagstukken en het leggen van verbanden om deze vraagstukken tot een oplossing te brengen. ”Computational thinking” en ict-basisvaardig­heden hebben te maken met goed gebruik van informatietechnologie in het dagelijks werk. Informatievaardigheden, mediawijsheid en kritisch denken hebben betrekking op het vergaren, analyseren en op waarde schatten van informatie. Communiceren, samenwerken en sociale en culturele vaardigheden hebben burgers nodig om samen met anderen, met een vaak sterk verschillende sociale en culturele achtergrond, op harmonieuze wijze tot goede resultaten te komen. Zelfregulering behelst de vaardigheden doelen stellen, plannen en verantwoordelijkheid nemen. Eenentwintigste-eeuwse vaardigheden gaan dus zeker niet uitsluitend over het goed kunnen omgaan met ict en multimedia.

Volgens de commissie-Schnabel zijn dit de vaardigheden waarover een 21e-eeuwse wereldburger moet beschikken om goed te kunnen functioneren in de toekomstige maatschappij. Ze beschrijven een persoon die ict voor zich laat werken, die optimaal samenwerkt, zichzelf waar nodig bijstuurt en die zelfstandig kan bepalen welke informatie waardevol is. Het gaat dus niet alleen over de vraag wat iemand moet weten, maar evenzeer over wat iemand moet kunnen, en het neigt hier en daar zelfs naar wat iemand moet zíjn.

Naar onze overtuiging bewijzen we onze opgroeiende jeugd geen dienst als we de aandacht voor 21e-eeuwse vaardigheden afdoen als de zoveelste poging van de overheid om het onderwijs naar haar hand te zetten. De vraag is niet of deze vaardigheden een plaats in het onderwijs moeten krijgen, maar hoe we die plaats definiëren. De onderwijsvisie van een school of scholengemeenschap is het instrument bij uitstek om duidelijk te maken welke keuzes de school hierin maakt. We willen enkele van deze keuzes nader benoemen.

In de eerste plaats is het natuurlijk te gemakkelijk om de elf door SLO genoemde vaardigheden als het einde van alle tegenspraak te beschouwen. Bijvoorbeeld de vaardigheden ”omgaan met onzekerheid” of ”handhaaf je eigen identiteit” zouden in dit rijtje niet misstaan. Dus om te beginnen kan de school zelf aangeven welke vaardigheden hij van cruciale betekenis acht.

Vervolgens krijgt de onderwijs­visie van een school nader gestalte door een eigen prioritering in deze vaardigheden aan te brengen. Vanuit een doorleefde onderwijsvisie kan een school tot de conclusie komen dat het vermogen tot samenwerken net iets belangrijker is dan zelfredzaamheid.

Belangrijk is ook de vraag wat een school van zijn docenten verwacht. Moeten zij alleen op de hoogte zijn van de vaardigheden die een leerling moet verwerven, of dient de docent ook zelf over deze vaardigheden te beschikken? Het antwoord op deze vraag hangt op zijn beurt weer nauw samen met de visie op het docentschap: begeleider van het leerproces van de leerling, of toch meer identificatiefiguur en rolmodel?

Een andere interessante vraag is hoe de aandacht voor vaardigheden zich verhoudt tot de klassieke vakindeling. Blijven Nederlands, Engels, biologie en rekenen herkenbare schoolvakken, of verdwijnen ze in een meer projectmatige benadering van de werkelijkheid? Scholen zouden de ruimte moeten krijgen ook op deze punten eigen keuzes te maken en die te verantwoorden. Daarbij zal de school ook moeten uitleggen hoe de aangeboden leerstof uitdaagt tot het verwerven van de door de school gewenste vaardigheden. Hiermee hangt weer samen de vraag hoe de school toetst of niet alleen de kennis is verworven, maar ook of het vereiste niveau van bepaalde vaardigheden is bereikt.

Naar onze overtuiging biedt de discussie over 21e-eeuwse vaardigheden scholen uitgelezen mogelijkheden om hun onderwijsvisie zodanig te expliciteren dat ze zich daarmee ook kunnen profileren. Juist voor reformatorische scholen liggen hier kansen door te benoemen aan welke vaardigheden zij vooral aandacht willen besteden, welke vaardigheden zij van hun docenten verwachten en hoe de ontwikkeling van die vaardig­heden in het vakinhoudelijk lesprogramma een plaats krijgt. Van daaruit kan ook beargumenteerd worden aangegeven welke rol docenten dienen te spelen in het proces van kennis- en cultuuroverdracht, van de verwerving van competenties en het zijn van een identificatiefiguur. Het zou zomaar kunnen dat deze vragen binnen één en dezelfde scholengemeenschap voor onderscheiden afdelingen verschillend worden beantwoord. Leerlingen dienen immers bij voorkeur niet tot eenvormigheid te worden opgeleid. Dat maakt het schrijven van een onderwijsvisie voor een school tot een interessante, uitdagende en hopelijk ook inspirerende bezigheid.

De auteurs zijn respectievelijk uitgever bij Groen Educatief en voorzitter van de raad van toezicht van het Wartburg College. 
Op 18 mei houdt de Groep Educatieve Uitgeverijen het jaarlijkse GEU-congres, waar schoolleiders, bestuurders, overheid en uitgeverijen elkaar ontmoeten om na te denken over de toekomst van het onderwijs. Jan Jaap Karsten zal daar een workshop rond de ”21st century skills” leiden.

>>geucongres.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer