Nieuwe schoenen koop je straks via WhatsApp
Populair zijn ze, chat-apps zoals Facebook Messenger en WhatsApp. Dagelijks sturen we elkaar via deze diensten miljarden berichtjes. En binnenkort bestellen we er ook pizza’s en nieuwe schoenen.
Grote kans dat u een smartphone heeft. En dat die vol staat met allerlei apps. Maar hoeveel apps gebruikt u echt? Gemiddeld installeren we als smartphonebezitter nul apps per maand, en besteden we 80 procent van onze tijd in slechts drie apps.
App-moe als we zijn, brengen we verreweg de meeste tijd door in chat-apps, waarvan WhatsApp en Messenger (van Facebook) de meest gebruikte zijn. Hier treffen we onze vrienden, communiceren we een-op-een of in groepen. En als het aan de techbedrijven ligt doen we er straks nog veel meer. Dankzij bots.
Wat zijn bots?
Een bot is in feite niet meer dan een programmaatje. Een stukje software dat is gemaakt om veel voorkomende taken en handelingen te automatiseren. Het woordje bot is afgeleid van robot. In z’n simpelste vorm legt een bot je een serie meerkeuzevragen voor. Na elk antwoord zoekt de bot in z’n databases naar de meest logische volgende vraag.
Er zijn bots die spraak herkennen, en er zijn er die geschreven tekst kunnen lezen. Daarop reageren ze, door iets terug te zeggen of te schrijven. Of door een opdracht uit te voeren. Zo zijn er bots die een pizza of een vliegticket voor je bestellen. Andere bots plannen je afspraken in, of wijzen je de weg naar je bestemming. De verwachting is dat naarmate bots slimmer worden, ze de mens steeds meer taken uit handen zullen nemen.
Waarom heeft iedereen het ineens over bots?
Bots zijn niet nieuw. Op het sociale netwerk Twitter is al jarenlang een bot actief die aardbevingen meldt. En in de Verenigde Staten kun je al geruime tijd pizza’s bestellen door een emoticon (plaatje) van een pizzapunt te twitteren. De plotselinge aandacht voor bots wordt aangezwengeld door de populariteit van chat-apps én de voortgaande ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (AI). Dankzij AI zijn computers steeds beter in staat om taal te begrijpen en dus met mensen te communiceren.
Westerse technologiebedrijven kijken ook met een scheef oog naar China, waar de immens populaire berichten-app WeChat de trend zet. WeChat, nog geen vijf jaar oud, telt meer dan 700 miljoen maandelijks actieve gebruikers (bijna net zo veel als de 900 miljoen van Facebook Messenger) en is daarmee het meest gebruikte communicatieplatform in China. Maar meer nog dan een chat-app is WeChat een platform dat talloze diensten in zich verenigt. Zo kunnen gebruikers er –veelal met behulp van bots– nieuws lezen, aankopen doen en betalingen regelen.
Ongetwijfeld geïnspireerd door het succes en de strategie van WeChat kondigde Facebook vorige maand aan zijn Messenger-app open te stellen voor ontwikkelaars. Dit betekent dat iedereen nu diensten kan ontwikkelen en aanbieden binnen Messenger.
Waar vind ik die bots dan?
Je treft bots steeds vaker aan op veelgebruikte communicatieplatforms. Denk aan Messenger en Skype. Binnen afzienbare tijd zal waarschijnlijk ook WhatsApp z’n dienst openstellen voor derden. Ook de populaire chatapplicatie voor bedrijven, Slack, zit vol met slimme bots. Heb je een iPhone, dan ken je ongetwijfeld spraakassistent Siri. In feite is ook dat een bot.
Sinds Messenger z’n platform opengooide, experimenteren bedrijven in de Verenigde Staten volop. Zo maakten nieuwszender CNN en The Wall Street Journal bots waarmee je het nieuws kunt volgen en ontwikkelde onlinewarenhuis Spring een bot waarmee je kleding en schoenen kunt aanschaffen. In Nederland heeft onder andere KLM een bot gelanceerd die je via Messenger op de hoogte houdt van je boeking, reistijden en eventuele vertragingen. Ook kun je vragen stellen aan de klantenservice.
Gaan bots de apps vervangen?
Analisten speculeren er lustig op los over deze vraag. Gezien de dalende populariteit van apps is dat niet zo raar. Bots zijn ook nog eens veel goedkoper te maken dan apps. Natuurlijk zullen bedrijven hun eigen apps blijven promoten. Maar ze zien ook wel dat consumenten het zat zijn om met elk bedrijf via een aparte app te communiceren. Facebookbaas Mark Zuckerberg zei het vorige maand zo: „Ik heb nog nooit iemand ontmoet die het leuk vind een winkel of bedrijf op te bellen. Bij Facebook denken we dat je gewoon een berichtje moet kunnen sturen, net zoals je dat naar je vrienden doet.”
Merken en bedrijven nestelen zich maar wat graag in je contactenlijst. Chat-apps zijn de enige plek op de smartphone waar ze nog nauwelijks een voet tussen de deur hebben. Het is dé kans om consumenten nog dichter op de huid te kruipen. En de potentie is groot: WhatsApp- en Messenger-gebruikers versturen samen maar liefst 60 miljard berichtjes per dag. Consumenten verkiezen deze vorm van communiceren boven allerlei andere manieren, en dus staan techreuzen zoals Facebook en Microsoft –en in hun kielzog tal van anderen– te trappelen om dat uit te buiten.