Commentaar: Israëlische generaal verdient compliment
Het was deze week niet alleen in Nederland een tijd van herdenken. Dit jaar viel namelijk de jaarlijkse herdenking van de Holocaust in Israël op 5 mei. En zoals in Israël gebruikelijk is, begint zo’n herdenking de avond van de dag ervoor al. Op onze 4 mei dus. Zo vielen dit jaar de Nationale Herdenking op de Dam en de herdenking bij YadVashem in Jeruzalem samen. Doordat Israël een andere kalender gebruikt dan de onze, is dat bijzonder.
Ook in Israël gaan herdenkingen gepaard met toespraken. Dit jaar zorgde de toespraak van één van de hoogste generaals in het Israëlische leger, Yair Golan, voor opschudding onder de bevolking. De generaal zei zich namelijk grote zorgen te maken over sentimenten onder zijn volksgenoten die hem deden denken aan de stemming die er in Duitsland was aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Hij hekelde de toenemende intolerantie, het voeden van angst en het aanzetten tot geweld.
Golan zei in zijn toespraak ook dat het Israëlische leger nooit fout gedrag van militairen zal toedekken. Hij doelde hiermee op de kwestie waarin een Israëlische soldaat terechtstaat voor het doodschieten van een Palestijnse aanslagpleger die zich al had overgegeven. Premier Netanyahu veroordeelde die daad eerst, maar trok zijn kritiek later onder druk van andere ministers in zijn regering in. Veel Israëliërs zien de soldaat niet als een moordenaar maar als een held.
Golan ging in zijn toespraak vol in de aanval en zei dat juist de Holocaustherdenking een moment van zelfonderzoek moet zijn voor het Israëlische volk. Israël moet volgens hem niet alleen de 6 miljoen omgekomen Joden herdenken, maar ook nadenken over het gedrag van de 6,5 miljoen Joden die er nu in Israël leven. Zij moeten bedenken hoe ze een licht onder de naties en een voorbeeld voor de wereld kunnen zijn.
De storm van kritiek die losbarstte na zijn toespraak, was niet mals. Golan heeft inmiddels proberen uit te leggen wat hij met zijn uitspraken bedoelde, maar het was niet genoeg. Van diverse kanten, ook van verschillende ministers, klinkt inmiddels de roep om excuses.
Anderen in Israël prijzen de generaal juist om zijn moed. Ook de minister van Defensie, Ya’alon, stelde zich vierkant op achter ‘zijn’ generaal.
De toespraak van Golan lijkt meer te zijn dan zomaar een incident. Steeds vaker laten hoge functionarissen in het Israëlische leger publiekelijk het morele leiderschap zien dat bij sommige politici ontbreekt. En dat is, in een land waar leger en politiek zo vervlochten zijn, bijzonder te noemen.
Hoe je ook oordeelt over de soldaat die de Palestijnse aanslagpleger doodschoot, het gaat niet aan om een generaal die zichzelf en zijn volksgenoten dit soort vragen durft te stellen weg te zetten als iemand die Israël schade berokkent. Integendeel: Golan maakt duidelijk dat een herdenking nooit pijnloos is. Iedere herdenking is een spiegel waarin je als volk kijkt.
De Joodse staat mag zich gelukkig prijzen met militairen als Golan. En de regering zou een voorbeeld aan hem moeten nemen in plaats van hem te beschuldigen en op te roepen tot excuses.