Cultuur & boeken

„NSB was vanaf het begin een antisemitische partij”

Met zijn boek ”Fout! Wat Hollandse nazi-kranten schreven over Nederland, Joden en verzet” geeft historicus dr. Bas Kromhout een ander beeld van de NSB dan het gebruikelijke. „De NSB radicaliseerde tot een antisemitische partij.”

Jan van Reenen
6 May 2016 16:17Gewijzigd op 16 November 2020 03:23
Anton Mussert houdt op 22 juni 1940 een toespraak in Lunteren.  beeld ANP, Klein
Anton Mussert houdt op 22 juni 1940 een toespraak in Lunteren.  beeld ANP, Klein

NSB’ers waren land­verraders, die heulden met de Duitse bezetters. Daarover zijn de meeste Nederlanders het wel eens. Het is echter niet de gangbare gedachte dat NSB’ers ook antisemitisch zouden zijn. Het beeld bestaat juist dat de NSB niets tegen de Joden had. De partij zou vooral bestaan uit gefrustreerde en mislukte mensen die zich, uit het onvermogen om iets van het leven te maken, richtten op Hitler, hun grote voorbeeld uit Duitsland. Anton Mussert, de leider van de partij, zou een gematigd kleinburgerlijke figuur zijn, die het eigenlijk wel goed meende.

Diverse historici hebben na de Tweede Wereldoorlog aan dat beeld bijgedragen. Volgens Jan Meyers, de biograaf van Mussert, was de NSB-leider diep vanbinnen een conservatieve liberaal. De historicus H. W. von der Dunk schreef in 2005 dat Nederland toe is „aan de rehabilitatie van zijn beeld als ordinaire landverrader.” Hij noemde Mussert verder een „doorgeschoten padvinder” en een „puberale romanticus.” Het woord antisemitisme komt bij hem niet voor.

Dat laatste is in eerste instantie wel begrijpelijk. In het partij­programma van de NSB stond geen paragraaf over de Joden. Joden konden zelfs lid worden van de NSB. Een paar honderd van hen zijn dat ook daadwerkelijk geweest. En Mussert was bevriend met een Joodse collega, Paul Jose­phus Jitta.

De laatste tijd klinken echter andere geluiden. De historici Edwin Klijn en Robin te Slaa, die werken aan een integrale geschiedenis van de NSB, schreven in het Historisch Nieuwsblad van mei 2015 dat er geen reden is om te twijfelen aan het fundamenteel antisemitische karakter van de beweging. Tot dezelfde conclusie komt dr. Bas Kromhout in de door hem samengestelde bundel ”Fout! Wat Hollandse nazi-kranten schreven over Nederland, Joden en verzet”.

Radicalisering

De 41-jarige historicus werd in 2003 gevraagd om voor het Historisch Nieuwsblad onderzoek te doen naar de nazaten van NSB’ers. Dat resulteerde in het boek ”Fout geboren”. Een van die nazaten die in het boek aan het woord kwamen, was de zoon van Johannes Hendrik Feldmeijer, voorman van de Nederlandse SS. Kromhout raakte zo in hem geïnteresseerd dat hij zijn promotieonderzoek aan hem wijdde. Dat resulteerde in het boek ”De voorman. Henk Feldmeijer en de Nederlandse SS.” En nu dus in een nieuw boek over de NSB.

Aan de keukentafel in zijn huis in Voorburg stelt dr. Kromhout dat Anton Mussert in de loop van de jaren radicaliseerde, en met hem de NSB. Die radicalisering dateert al van voor de Tweede Wereld­oorlog. „In 1934 stelde Mussert richtlijnen op voor de partij waarin hij waarschuwde dat een deel van de in Nederland verblijvende Joden een gevaar vormde voor de natie. Vanaf dat jaar konden Joden geen leidinggevende posities meer bekleden binnen de NSB. Er waren binnen de NSB leidinggevenden, zoals Herman van Houten, die aandrongen op een openlijk antisemitisch standpunt van de partij; ze wilden ophouden met verstoppertje spelen.”

De daadwerkelijke verandering van Mussert kwam openbaar na de Kristallnacht van 1938, toen nazi’s in heel Duitsland een georganiseerde actie tegen de Joodse bevolking ontketenden. „Mussert vond dat de Nederlandse grenzen gesloten moesten worden voor Joodse vluchtelingen. Verder kwam hij met het zogenaamde Guyanaplan. Dat plan hield in dat Joden die na 1914 naar Nederland waren gekomen, naar Guyana (Suri­name en Frans- en Engels-Guyana) zouden worden gedeporteerd. Dat betekende dus dat hij de Joden ongewenst achtte in Nederland. Dat is antisemitisch.”

Na de Duitse inval radicaliseerde de NSB-leider verder, zegt Kromhout. „Kort na de Duitse inval, op 27 augustus 1940, drong Mussert er bij Hitler op aan om een nieuwe Europese orde te scheppen door middel van geplande volks­verhuizingen. Nederland en België moesten worden gezuiverd van Joden en Walen om zo tot een nieuw Groot-Nederland te komen.”

Vertekend beeld

De historicus verwijst verder naar antisemitische teksten in het NSB-blad Het Nationale Dagblad. In een artikel dat op 3 juni 1940 verscheen, wordt een verbod op ritueel slachten bepleit, waarin de volgende zin voorkomt: „Wij willen geen Aziatische wreedheden op ons grondgebied.” Ook verwijst hij naar een artikel over de acties van de WA (de Weerbaarheids­afdeling, die onder de NSB viel) in Amsterdam die stuitten op verzet van Joden. „In dat artikel wordt een totaal vertekend beeld van de werkelijkheid gegeven. Het waren de WA’ers die de wijk in trokken, maar in het artikel gaat het over Joodse excessen, alsof de Joden de orde zouden hebben verstoord. Mussert verklaarde bij die gelegen­heid dat de Duitsers een einde zouden maken aan de ”Joden­overheersing”, en hij stemde daarmee in.”

In het boek zijn ook artikelen opgenomen uit de bladen Storm en De Misthoorn, waarin felle anti­semitische uitspraken stonden. Storm was het blad van de Nederlandse SS, terwijl De Misthoorn een onafhankelijk blad was.

Zijn de uitspraken in deze bladen de NSB aan te rekenen?

„Jazeker. De Nederlandse SS was een afdeling van de NSB. Mussert had geen directe invloed op wat er in Storm stond –daarvoor was Feldmeijer verantwoordelijk– maar hij heeft zich nooit van antisemitische uitlatingen gedistantieerd. Ook in andere partij­bladen, waarvan Mussert persoonlijk eigenaar was, kwamen rabiaat antisemitistische teksten voor. De Misthoorn was weliswaar onafhankelijk, maar in de redactie ervan zaten NSB’ers. Het ging groten­deels om dezelfde groep.”

Hoe is het met de vriendschap tussen Mussert en zijn Joodse vriend gegaan?

„Hiervan is een historische anekdote bekend. Het gebeurde in de winter van 1940/1941. Mussert en Jitta kwamen elkaar tegen op het trottoir van de Maliebaan in Utrecht toen er sneeuw lag. Ze naderden elkaar op een smalle, schoongeveegde strook. Voordat Mussert Jitta had bereikt, stapte hij in de sneeuw en liep met een boog om de ander heen.”

Hebben NSB’ers ook actief meegewerkt aan de Jodenvervolging?

„Enkele honderden NSB’ers hielden zich bezig met het opsporen van Joden. Gelukkig heeft de samen­leving vóór de oorlog op een goede manier gereageerd op de NSB, waardoor de radicalisering tot een vrij kleine groep is beperkt gebleven.”

Is er in onze tijd ook weer sprake van radicalisering?

„Men zegt soms dat extremisme niet past bij de Nederlander, maar nu zie je het op twee fronten gebeuren. In de eerste plaats gaat het fout bij sommige moslimjongeren die zich aangetrokken voelen tot de jihad. Aan de andere kant van het spectrum is eveneens sprake van radicalisering, met name bij aanhangers van de PVV in hun protest tegen buitenlanders en moslims. Deze twee radicaliseringsprocessen versterken elkaar.”

Vindt u dat Wilders is geradicaliseerd?

„Toen hij begon als politicus was hij voorzichtiger dan nu. De uitspraak over „minder, minder, minder Marokkanen” en zijn belofte: „Dan gaan we dat regelen”, zijn niet vrijblijvend. Er is sprake van een hellend vlak.”

Lijkt de PVV op de NSB?

„In een aantal opzichten niet. Wilders is niet antidemocratisch, ondanks zijn uitspraken over een nepparlement. Hij keurt gewelddadig optreden, waar de NSB niet vies van was, af. Maar er zijn ook overeenkomsten, bijvoorbeeld het sterke nationalisme, met de oranje-wit-blauwe prinsenvlag als symbool, en het aanwijzen van minderheden als zondebokken. Tot het gedachtegoed van beide partijen behoort de vrees dat een minderheidsgroep die wezensvreemd is aan de eigen cultuur, de baas wil spelen. De PVV stelt dat de moslims Nederland willen overheersen en islamiseren.”

Hoe moet onze houding zijn?

„Vóór de Tweede Wereld­oorlog reageerde de samenleving adequaat op het gevaar van de NSB. De middenpartijen begrepen de democratische kernwaarden. Minister-president Colijn stelde een uniformverbod in en verbood ambtenaren lid te zijn van de NSB. De rooms-katholieke bisschoppen veroordeelden het nationaal­socialisme vanaf de kansel, terwijl de Gereformeerde Kerken in Nederland stelden dat het lidmaatschap van de NSB in strijd met de belijdenis van de kerk was. Burgerbewegingen zoals Eenheid door Democratie en het Comité van Waakzaamheid verenigden zich en riepen kiezers op om op democratische partijen te stemmen.

Op dit moment is er wel aandacht voor de radicalisering van moslimjongeren. Met het bestrijden van het rechts-radicale gedachtegoed is het echter minder goed gesteld. De denkbeelden van Wilders sijpelen door in partijen als het CDA en de VVD. Laat men daar meer alert op zijn.”


Citaten uit NSB-kranten

Verbied ritueel slachten

„Ritueel slachten is niets anders dan de meest onterende dierenmishandeling, de meest onaccep­tabele marteling van levende wezens. Welke Nederlander wil zoiets afschuwelijks voor zijn rekening nemen? Geen een. Daarom moet ritueel slachten onmiddellijk worden verboden. Wij willen geen Aziatische wreedheden op ons grondgebied. Wij kunnen het niet gedogen dat dagelijks talloze dieren vanwege Joodse smoesjes over een zekere ritus worden doodgemarteld.”

Uit: Het Nationale Dagblad van 3 juni 1940

Joodse excessen in Amsterdam

„Uit deze opsomming blijkt dat de verantwoordelijkheid onmiskenbaar gelegen is bij Joodse en andere elementen van anti-Duitse gezindheid, die stelselmatig de maatregelen en belangen van de bezettingsautoriteiten pogen te schaden en te saboteren. Daarbij tonen zij geen enkele consideratie voor de economische en maatschappelijke belangen van de ordelievende meerderheid van de Nederlandse bevolking.”

Uit: Het Nationale Dagblad van 27 februari 1941

Zij zullen verdwijnen

„Onze strijd om ons volk is in de eerste plaats een strijd tegen de Jood. Want het medelijden dat de Jood in ons volk heeft weten op te wekken –een medelijden dat de anti’s baseren op de zogenaamde ”christelijke naastenliefde” en op de ”rechten van de mens”, een medelijden dat zij nooit met óns gehad hebben toen zijzelf nog aan de touwtjes trokken– is van eigen Joodse makelij.

(…)

Als de macht van de Joden alleen kan worden vernietigd door hun invloed en hun geldelijke macht te vernietigen, dan moeten deze ook vernietigd worden. Moet het gebeuren met aantasting van hun persoonlijke vrijheid, dan gebeurt het daarmee. Welke wapens wij tegen de Joden gebruiken, wordt door hun eigen houding bepaald. Maar noodzakelijk is en blijft dat de Jood verdwijnt. Indien niet vrijwillig, dan met geweld. Verdwijnen betekent in deze tijd van oorlog dat zij uitgesloten worden uit de volksgemeenschap, dat langzaam maar zeker elke omgang met niet-Joden onmogelijk wordt gemaakt.”

Uit: Storm van 10 oktober 1941


Boekgegevens

”Fout! Wat Hollandse nazi-kranten schreven over Nederland”, Joden en verzet, dr. Bas Kromhout; uitg. Veen Media, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 8571 514 6; 192 blz.; € 24,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer