Opinie

Paniek over nieuwe regels zzp’ers onnodig

De paniek die er bestaat over de nieuwe maatregelen die de overheid neemt om schijnzelfstandigen aan te pakken, is onnodig, betoogt mr. drs. Maarten C. G. van Essen.

mr. drs. Maarten C. G. van Essen
4 May 2016 10:05Gewijzigd op 16 November 2020 03:19
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

Er bestaan grote zorgen onder de ruim 1 miljoen zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in Nederland. Het kabinet is van mening dat er een wildgroei aan schijnzelfstandigen is. Om dat aan te pakken, veranderden per 1 mei de regels voor het werken met zzp’ers. Over die nieuwe regels bestaat bij veel mensen onduidelijkheid en onzekerheid. En dat is niet terecht. Voordat ik dat toelicht, zet ik eerst de veranderingen op een rij.

Voor het laten verrichten van werk heeft een bedrijf of instelling de volgende mogelijkheden: de inzet van eigen personeel (werknemers die in dienst zijn) of het inschakelen van een zelfstandige (zzp’er). Deze zzp’er wordt alleen ingezet voor de uitvoering van een afgesproken opdracht. Meestal zijn dit opdrachten waar specialistische kennis voor nodig is die de opdrachtgever zelf niet of onvoldoende in huis heeft.

Een zzp’er is een ondernemer, loopt financiële risico’s en verricht verschillende opdrachten per jaar bij meerdere opdrachtgevers. Er wordt dus geen arbeidsovereenkomst gesloten en de opdracht­gever hoeft over de vergoeding aan de zzp’er geen loonbelasting in te houden of sociale premies af te dragen.

Belangrijke voorwaarde is wel dat de ingezette zzp’er echt zzp’er is en niet toch moet worden gezien als werknemer die onder het gezag van de werkgever arbeid verricht en daar loon voor ontvangt. Anders legt de fiscus alsnog een naheffing op. Met het oog hierop vraagt de zzp’er jaarlijks een (VAR-)verklaring van de Belastingdienst. Met die verklaring in de hand kan hij zijn opdrachtgever de zekerheid geven dat hij daadwerkelijk als een zelfstandige wordt gezien en er dus geen belastingen en premies verschuldigd zijn.

Bescherming

Waarom gaat dit systeem op de schop? Niet alleen omdat het de Belastingdienst veel geld kost om jaarlijks VAR-klaringen af te geven. Er blijkt in de praktijk ook veel sprake te zijn van schijnzelfstandigheid. Dan is er geen echte zelfstandigheid. Dit is bij zo’n 70.000 zzp’ers het geval. Dit betekent dat deze mensen weliswaar op papier zzp’er zijn, maar in de praktijk toch als werknemer arbeid verrichten onder de leiding en toezicht van de opdrachtgever. De voorbeelden in de thuiszorg zijn bekend: eerst wordt de werknemer ontslagen, en die wordt vervolgens weer als zzp’er ingehuurd om veertig uur per week precies dezelfde werkzaamheden te verrichten onder dezelfde leidinggevende. Zo’n persoon is geen ondernemende zzp’er, maar verdient de bescherming die een werknemer geniet (zoals loondoorbetaling bij ziekte), zo is de begrijpelijke gedachte van de wetgever.

Met de nieuwe regels (de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties) probeert de overheid dit probleem aan te pakken. Over die nieuwe regels bestaat veel onzeker­heid en onduidelijkheid. Zo kopte de NRC op 9 februari: ”Nog even en de zzp’er is verdwenen”. Het zou veel extra papierwerk opleveren en niet altijd duidelijkheid geven of er nu wel of niet sprake is van zelfstandigheid. Wat zijn die veranderingen?

Vanaf 1 mei stopt het systeem met de VAR-verklaringen. Vanaf dan geldt dat niet langer alleen de zzp’er verantwoordelijk is voor de zelfstandigheid. Dat is een verantwoordelijkheid die ook op de opdrachtgever rust.

Hoe? Door goede afspraken te maken en die afspraken ook na te leven. Partijen kunnen er daarom voor kiezen om gebruik te maken van (model)overeenkomsten die vooraf door de Belastingdienst zijn goedgekeurd. De Belastingdienst stelt op zijn website goed­gekeurde modelovereenkomsten ter beschikking. Met het gebruik van een goedgekeurde overeenkomst wordt voor vijf jaar vastgelegd dat partijen goede afspraken maken over de zelfstandigheid van de zzp’er. Het is vervolgens ook noodzakelijk om in de praktijk volgens die afspraken te werken.

Angst voor nieuwe regels en hun uitwerking is niet nieuw, maar wat mij betreft is die paniek in de meeste gevallen niet terecht. Alleen de procedure verandert immers. Jaarlijks een verklaring aanvragen bij de Belastingdienst is niet meer nodig. En –nog belangrijker– de inhoudelijke beoordeling of er sprake is van zelfstandigheid verandert niet. Partijen die op dit moment zowel op papier als in de praktijk werkzaam zijn als of werken met een echte zelfstandige, hoeven niets te doen. En voor degenen die meer zekerheid willen, bestaat er dus de mogelijkheid (maar geen verplichting) om de afspraken voor te leggen aan de Belastingdienst. Dit geldt ook voor de bestaande overeenkomsten. En dat geeft duidelijkheid en zekerheid.

Waarschuwing

Angst voor de gevolgen van een 
afwijzende beoordeling van lopende contracten is ook niet nodig. De Belastingdienst zegt het komende jaar nog niet hand­havend op te treden en te volstaan met een waarschuwing. Dat eerste jaar is een overgangsperiode waarin de betrokken partijen de mogelijkheid krijgen om hun contracten en werkwijze eventueel aan te passen. Bij onregelmatig­heden volstaat de Belastingdienst in dat jaar met een waarschuwing. Door te werken met en volgens goedgekeurde modelovereen­komsten hebben de zzp’ers en hun opdrachtgevers voor een periode van vijf jaar de zekerheid dat zij voldoen aan de regels.

De auteur is advocaat bij Wille Donker advocaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer