Dat vertelt Jan Dirk van Nifterik, sinds januari directeur van Stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC). Hij kwam dinsdag terug van een achtdaagse reis naar Pakistan. Doel van zijn reis naar dit land was om in kaart te brengen welke hulp christenen na de aanslag tijdens Pasen nodig hebben. Verder wilde HVC spreken met de advocaat van Asia Bibi, Saif-ul-Malook, over de voortgang van de rechtzaak.

Wat kon u voor Bibi’s advocaat betekenen?

„Net voordat wij aankwamen, had hij van de regering te horen gekregen dat hij dag en nacht bewaking zou krijgen. Dat was goed nieuws, zeker omdat hij overwoog om vanwege de onveiligheid het land te verlaten. Hij krijgt allerlei bedreigingen over zich heen. Saif-ul-Malook was ook de advocaat van de regering in de zaak tegen Mumtaz Qadri, de 27-jarige Pakistaan die gouverneur Salmaan Taseer doodschoot. Taseer kwam op voor Bibi. We steunen Saif-ul-Malook sinds vorig jaar financieel. Vreemd genoeg deed bijna niemand dat nog. Veel organisaties beleggen gebedsbijeenkomsten en starten petities om op te komen voor mensenrechten, maar concrete financiële steun krijgt de zaak Bibi nauwelijks. Er is wel geld voor haar zaak bij corrupte personen in Pakistan terecht gekomen, die claimen voor Bibi te werken maar niets met de zaak te maken hebben.”

Hoe gaat het met Asia Bibi?

„Ik heb haar zelf niet ontmoet. Alleen haar advocaat en haar man mogen haar spreken. Haar man mag geen fysiek contact met haar hebben; ze worden gescheiden door glas en moeten luid praten, zodat de bewaking hoort wat ze zeggen.

Van Bibi’s man begreep ik dat het goed gaat met haar. Ze had vorig jaar gezondheidsproblemen, maar daar is ze weer bovenop. Er deden veel geruchten over haar gezondheid de ronde. Over enkele maanden wil haar advocaat de zaak –die al vaak is uitgesteld– opnieuw aankaarten bij het Hoger Gerechtshof. Nu mag dat niet, mede vanwege de onrust in het land.”

U bezocht ook slachtoffers van de aanslag die tijdens Pasen plaatsvond. Helpen jullie ook moslimslachtoffers?

„Nee, in dit geval zijn we er alleen voor christenen, omdat zij op allerlei manieren worden achtergesteld. Een slachtoffer met een hoofdwond werd bijvoorbeeld ontslagen omdat hij twee weken niet op zijn werk kon komen. Dat overkomt je als christen in Pakistan sneller dan als moslim, bevestigden de mensen die wij gesproken hebben.”