Het deputaatschap maakt deel uit van de commissie vervolgde kerk van de GG, samen met de deputaatschappen voor zending, Israël en Bijbelverspreiding. Deze commissie werd in 2013 opgericht na een besluit van de generale synode om meer aandacht te geven aan de thematiek van de vervolgde kerk.

Het afgelopen jaar heeft het deputaatschap bijzondere noden zich georiënteerd op de mogelijkheden die er zijn om vanuit de Gereformeerde Gemeenten nadrukkelijker aandacht voor de vervolgde kerk te vragen. Dat betekent dat de vervolgde kerk als nieuw thema aan Bijzondere Noden wordt toegevoegd, naast noodhulp en structurele diaconale hulp.

Al geruime tijd was er de wens om een meer samenhangend beleid te voeren ten aanzien van de vervolgde kerk, zegt Drost desgevraagd. „Wat er was, was vaak versnipperd over personen. We hebben de achterliggende jaren regel­matig gesprekken gevoerd met orga­nisaties die zich bezighouden met de problematiek van de bedreigde kerk. Het deputaatschap wil absoluut niet de indruk wekken dat deze organisaties het niet goed doen. Integendeel, het wil zijn werk juist op ze afstemmen. We zijn er op bezoek geweest en hebben de vraag gesteld wat we voor elkaar kunnen betekenen.”

Wat gaat er concreet veranderen bij Bijzondere Noden?

„Het betekent in ieder geval een uitbreiding van de bestaande werkzaamheden. Bijzondere Noden wordt vaak in verband gebracht met het verstrekken van noodhulp, maar we doen veel meer, zoals het verlenen van structurele diaconale hulp. De inzet voor de vervolgde kerk zal binnen Nederland bestaan in bewust­wording, toerusting en fondsenwerving. Het is vooral belangrijk dat we meeleven met vervolgde christenen en daarvoor in contact met hen komen. We kunnen hen bemoedigen door ter plekke aanwezig te zijn. Ons aandachtsveld is onder meer het Midden-Oosten, waar nu veel christenen weg­trekken. Diaconale en financiële steun blijft in dit alles nodig omdat deze mensen het materieel erg moeilijk hebben. We kunnen bijvoorbeeld concreet denken aan het ondersteunen van een predikant in zijn levens­onderhoud, het helpen opbouwen van een kerk, lectuurverspreiding of het opzetten van langeafstandsonderwijs.”

Leeft het thema van de vervolgde kerk in uw kerkverband?

„Ik denk steeds meer, ook bij jongeren. Dat is te merken aan de aanvragen van informatie en advies over landen waarin vervolging een realiteit is. Het mooie is dat de bezinning op de vervolgde kerk niet hierin bestaat dat we christenen dáár moeten helpen om door de vervolging heen te komen, maar dat zij óns duidelijk maken dat vervolging het deel is van de christen in deze wereld. Het wordt immers in de Bijbel voorzegd. We zien daarin een wederkerigheid waardoor wij bemoedigd worden door de ervaring van christenen die het zelf erg moeilijk hebben.”