Opinie

Toon ambitie in discussie over toekomst pensioenstelsel

Het is zinvol om bij de discussie over een nieuw pensioensysteem niet alleen te kijken naar de hoogte van de toekomstige pensioenuitkering, maar ook naar bijvoorbeeld de verwachte hypotheekschuld, betoogt Marcel van de Grift.

Marcel van de Grift
28 April 2016 16:04Gewijzigd op 16 November 2020 03:12
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

In de pensioensector zijn in de afgelopen periode al veel taboes gesneuveld. Door de crisis en demografische ontwikkelingen lijkt een zeker pensioen buiten beeld. Ook staat de solidariteit in pensioenregelingen zwaar onder druk. Verder lijken steeds minder mensen te voelen voor een verplicht pensioen. In het licht hiervan is het onbegrijpelijk waarom het ambitieniveau van de pensioenregeling zelf niet veel meer ter discussie staat.

In de pensioensector is sprake van een grote vertrouwenskloof tussen de pensioenfondsen en de deelnemers. Dat is vooral veroorzaakt door het niet nakomen van beloften die in het verleden zijn gedaan. Ronkende teksten als ”een welvaartsvast pensioen”, ”een gegarandeerd pensioen” wekten de indruk dat pensioenen zeker waren. Het is in het licht daarvan een schrale troost als je verlies ‘slechts’ beperkt blijft tot jarenlang geen indexatie (en daarmee verlies van koopkracht) en dat er niet wordt gekort.

Wanneer sociale partners niet bereid zijn om voor een pensioenregeling meer te betalen, dan zijn er slechts twee smaken: óf er wordt afgestapt van garanties en de risico’s worden (meer) bij de deelnemer neergelegd, óf het ambitieniveau van de pensioen­regeling wordt beperkt.

Het vreemde is dat de pensioensector zelf kiest voor het afstappen van garanties en de keuze maakt voor een beschikbare premieregeling. In dat geval liggen vrijwel alle risico’s bij de deelnemer. De enige zekerheid is de beschikbare premie die wordt ingelegd. De ingelegde premies plus het beleggingsrendement vormen het uiteindelijke pensioenkapitaal. Op de pensioendatum wordt deze (deels) vertaald naar een vaste pensioenuitkering. Wanneer de rentestand op de pensioendatum echter laag is, betekent dat ook een lage pensioenuitkering.

Het is echter zeer de vraag of dit wel de wens is van de werknemer. Veel werknemers hechten aan een aanzienlijke mate van zekerheid voor de pensioenuitkering. Het is daarom onbegrijpelijk dat sociale partners (ook in de Sociaal-Economische Raad) zo voorsorteren op een beschikbare premieregeling. Vrijwel het enige voordeel van een beschikbare premieregeling ten opzichte van de huidige regelingen bij pensioenfondsen is dat werknemers beschikken over individuele pensioenpotten, buiten het bereik van de overheid en pensioenfondsen.

Ik pleit ervoor om pensioenen niet geïsoleerd te benaderen, maar ze bijvoorbeeld te verbinden met een mogelijke hypotheekschuld. Het maakt immers nogal uit of er op de pensioendatum nog sprake is van een grote hypotheekschuld of dat de hypotheek grotendeels is afgelost.

Allerlei adviesorganen van het kabinet en talrijke wetenschappers vragen hiervoor regelmatig de aandacht. De sociale partners hebben in veel bedrijfstakken echter ingezet op relatief hoge ambitieniveaus van de pensioenregeling die te weinig rekening houden met het verwachte besteedbaar inkomen bij pensionering. Daarom is een omgekeerde benadering nodig.

Afhankelijk van de verwachte woonlasten op de pensioendatum –die vaak het grootste bestanddeel van de lasten uitmaken– zou moeten worden vastgesteld welke pensioenuitkering hierbij hoort. Werknemers zouden dan zelf de keuze moeten hebben voor een zekere pensioenregeling (middelloon bijvoorbeeld) of een minder zekere regeling (beschikbare premieregeling). Dat is natuurlijk geen vrijblijvende keuze. De werknemer moet inzicht hebben in de verwachte pensioenresultaten, inclusief de financiële bijdrage die hiervoor nodig is.

Deze aanpak geeft de deelnemer meer keuzevrijheid én de mogelijkheid datgene te bewaren waar de meeste werknemers nogal aan hechten, namelijk een zekere pensioenregeling (maar dan waarschijnlijk wel op een lager niveau). Deze aanpak biedt ook kansen voor pensioenfondsen. Bij een massale overstap naar beschikbare premieregelingen is immers de vraag welke toegevoegde waarde pensioenfondsen nog hebben.

Kortom, er zijn mogelijkheden om de huidige negatieve spiraal over pensioenen te doorbreken. Het meest bejubelde pensioenstelsel ter wereld lijkt het nu het meest bekritiseerde pensioenstelsel. Dat is niet nodig. Innovatie kan de huidige gordiaanse knoop waar de sociale partners (en de SER) in verstrikt zitten, ontbinden.

De auteur is senior pensioenadviseur bij Visser & Visser.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer