Airbus kampt met opstartproblemen bij de productie van de A320neo voor regionaal vervoer en de A350 die geschikt is voor lange vluchten. Daarnaast liep het tegen nieuwe problemen aan bij de productie van de A400M, een militair transportvliegtuig dat het bedrijf de afgelopen jaren al met veel meer tegenvallers heeft opgezadeld.

Topman Tom Enders noemde de gang van zaken donderdag „erg frustrerend”. Hoewel de nieuwe problemen rond de A400M het bedrijf opnieuw veel geld kunnen gaan kosten, handhaaft het de financiële doelstellingen voor heel 2016.

Airbus leverde in de eerste drie maanden van het jaar 125 commerciële vliegtuigen af, negen minder dan een jaar eerder. Dat de omzet desondanks nagenoeg stabiel bleef op 12,2 miljard euro, was te danken aan de sterke dollar. In die munt worden de meeste rekeningen betaald in de luchtvaart.

Het bedrijf haalde voor 7,2 miljard euro aan nieuwe orders binnen. Dat is maar iets meer dan een derde van het bedrag waarvoor een jaar eerder vliegtuigen, helikopters, satellieten en defensiematerieel werden besteld.

Om werk zit Airbus echter voorlopig niet verlegen. Het heeft voor in totaal 957 miljard euro aan orders op de plank liggen. Daarmee kan het bedrijf nog jaren vooruit. Eind 2015 was het orderboek nog goed voor een toekomstige omzet van 1006 miljard euro.

Over heel 2016 verwacht het nog altijd 650 commerciële vliegtuigen af te leveren. Exclusief eenmalige posten denkt het de winst stabiel te kunnen houden vergeleken met 2015.