Niet alles is wat het lijkt. Wie woensdag in het centrum van Zwolle een –pak ’m beet– in oranje overall gehulde jongeman met clownsneus ziet lopen, die denkt natuurlijk: dit is een van de duizenden feestvierders die een glimp van de koninklijke familie wil opvangen.

Wie echter wat scherper let op de uitgedoste feestganger, ziet een microfoontje bij diens oor zitten. Dit is een van de stillen: politiemensen die ongemerkt de mensenmassa in de gaten houden. Om te proberen te voorkomen dat terroristen hun slag slaan.

Het voorbeeld van de man met de clownsneus is niet helemaal uit de lucht gegrepen. In 2010, toen toenmalig koningin Beatrix een herinneringsmonument onthulde in verband met de aanslag van Karst T. op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn, liep een stille met een ballon in zijn hand tussen het publiek. Spiedend naar verdachte figuren in de mensenmassa. Ongetwijfeld zullen die stillen zich ook woensdag onder het publiek in Zwolle mengen. Uiteraard houdt ook een zichtbare politiemassa de koninklijke stoet in het oog.

Polsbandje

Rugzakjes en tassen kunnen woensdag op extra politiebelangstelling rekenen in Zwolle. Zo zal de politie de rugzak of tas controleren van journalisten die de koninklijke familie op de route volgen. Gecontroleerde personen die zich in de nabijheid van de koninklijke hoogheden bevinden, krijgen een polsbandje om.

De beveiliging van leden en gasten van het Koninklijk Huis is in handen van de Dienst Bewaken en Beveiligen (DBB), voorheen Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB). De DBB is is een speciale dienst binnen de landelijke eenheid van de nationale politie.

De DBB’ers controleren onder meer voorafgaand aan de festiviteiten de route die de koninklijke familie in Zwolle zal afleggen.

Ongetwijfeld inspecteren duikers grachten in de Zwolse binnenstad. Speurhonden snuffelen in hoeken en gaten; afvalbakken worden onderzocht.

Ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is op Koningsdag extra waakzaam. Niet alleen in Zwolle, maar ook bijvoorbeeld in Amsterdam, waar tienduizenden mensen feest zullen vieren.

Vorige maand nog meldde de NCTV dat het dreigingsniveau voor ons land „substantieel” is. Dat is het op een na hoogste van de vier niveaus. Die vier niveaus zijn: minimaal, beperkt, substantieel en kritiek. Bij een substantieel dreigingsniveau is de kans op een aanslag reëel, hoewel er geen concrete aanwijzingen zijn dat er een aanslag in of tegen Nederland wordt voorbereid.

Iedereen voelt aan dat een terreurdaad nooit helemaal is uit te sluiten. De politie kan niet alles en iedereen in de gaten houden. Zelfs in bijvoorbeeld Israël, waar de overheid tal van veiligheidsmaatregelen treft en militairen nogal eens het straatbeeld bepalen, kunnen zelfmoordterroristen nog hun slag slaan.

De NCTV roept ook ”gewone burgers” in Nederland ertoe op alert te zijn. Die moeten bijvoorbeeld verdachte situaties melden. Op internet licht de dienst dat toe met enkele voorbeelden. „Ziet u een achtergelaten koffer op een trein- of metroperron, dan kan dat verdacht zijn. Waarschijnlijk was iemand vergeetachtig en is er niets aan de hand.

Toch is het beter om meteen een medewerker van het openbaar vervoer te waarschuwen of de politie te bellen.

Een onbekend bestelbusje dat al twee weken bij u in de straat staat, hoeft niets te betekenen, maar het kan wel. Als u de zaak niet vertrouwt, bel dan de politie.”