Brussel wil Europese gezondheidskaart
Er moet een Europese ziektekostenverzekeringskaart komen, die het voor EU-burgers makkelijker maakt in een andere lidstaat te gaan werken. De elektronische kaart, die bestaande formulieren moet vervangen, vormt het bewijs dat iemand in de hele EU recht heeft op gezondheidszorg en dat zijn of haar eigen lidstaat de kosten terugbetaalt.
Dat is een van de maatregelen waarmee de Europese Commissie de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten wil bevorderen. Uit onderzoek blijkt dat jaarlijks slechts 0,1 procent van de EU-bevolking naar een ander land verhuist en dat maar 1,2 procent zich in een andere regio van zijn eigen land vestigt. In de Verenigde Staten liggen die cijfers veel hoger.
De commissie omschrijft de gezondheidskaart als „een praktische en symbolische maatregel.” De kaart geeft de bezitters ervan geen nieuwe rechten. Ook vormt ze geen vervanging voor bestaande nationale kaarten. Ook bij de andere voorstellen van de Commissie gaat het om aanbevelingen en het noemen van streefcijfers. Het beleid op het gebied van sociale zekerheid en werkgelegenheid is grotendeels nog een zaak van de nationale lidstaten, waarover de EU weinig te vertellen heeft.
De Europese Commissie wil in de eerste plaats dat de lidstaten hun onderwijsstelsels beter afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt. Meer leerlingen moeten kiezen voor exacte vakken, ouderen moeten meer doen aan bij- en nascholing en er moet extra aandacht komen voor groepen met een achterstand, zoals allochtonen.
Verder wil de Commissie dat de lidstaten een einde maken aan wettelijke en administratieve belemmeringen die verhinderen dat iemand in een andere lidstaat aan de slag gaat. Het gaat daarbij vooral om het erkennen van diploma’s en beroepskwalificaties.
Ook wil het dagelijks bestuur van de EU dat het mogelijk wordt pensioen- en socialezekerheidsrechten mee te nemen als iemand naar een andere lidstaat verhuist. Omdat de sociale stelsels van de EU-landen onderling sterk uiteenlopen, is dit verre toekomstmuziek.
De commissievoorstellen, die woensdag zijn gepresenteerd, komen ter sprake tijdens de EU-top in Barcelona op 15 en 16 maart. Die staat in het teken van het versterken van de Europese economie en werkgelegenheid.