De Gaay Fortman wil terugval in beschaving voorkomen
Nederland kent een rijke geschiedenis met zijn vele vastgelegde en verankerde rechten. Dat morele erfgoed staat onder druk. Discriminatie steekt in Nederland weer de kop op.
Die ontwikkeling baart Bas de Gaay Fortman grote zorgen. Hij schreef er het boek ”Moreel erfgoed” over.
U wilt met uw boek die beschavingsgeschiedenis vastleggen en uitdragen?
„Al langer was er bij mij een diepere drijfveer om het mooie, maar soms ook moeizame verhaal van die beschavingsgeschiedenis te vertellen, toegespitst op vandaag. Ik heb gemerkt dat, ondanks alle lessen burgerschapskunde en het opstellen van een canon van de geschiedenis, dat verhaal vervaagd is. Ook de Grondwet in Nederland leidt een armetierig bestaan, ook bij parlementariërs.
Vroeger liep de overdracht van het beschavingsverhaal via de zuilen. De ontzuiling was een ontworsteling, maar had ook ontworteling en ontwrichting tot gevolg. Die kanalen om het morele erfgoed door te geven zijn er niet meer.”
Was er een concrete aanleiding voor het schrijven van dit boek?
„Ja, dat was de formatie van het kabinet-Rutte I met de PVV als gedoogpartij. Ik zie dat als een terugval in beschaving. Zo’n moment in de geschiedenis moet je niet verdoezelen, je moet ervan leren. Soms zijn er principiële vragen aan de orde waar je niet omheen kunt, dan moet je een grens trekken. In mijn boek haal ik de geschiedenis van de Hoge Raad aan. Het ontbrak dat rechtscollege aan moed om tegenover de Duitse bezetter stelling te nemen. De leden van de Hoge Raad lieten hun voorzitter, de Joodse Nederlander mr. L. E. Visser, in de steek.”
Hoe legt u het verband met de PVV?
„VVD en CDA hebben in 2010 Geert Wilders gelegitimeerd. Wilders plaatst zich met zijn programma en uitspraken buiten de democratische rechtsorde. Hij discrimineert een bevolkingsgroep. Ik vond het onbegrijpelijk dat VVD en CDA deden alsof je met de PVV kon regeren. Het excuus van gedogen was flauw, want Wilders regeerde volop mee en bemoeide zich overal mee.”
Wat had er moeten gebeuren?
„Wilders krijgt in de Tweede Kamer niet veel tegenwerk. Spreek hem aan op zijn belofte van trouw aan de Grondwet. Al in de Unie van Utrecht (1579), de oudste grondwet van Nederland, is in artikel 13 voor alle burgers vastgelegd „dat een yder in sijn religie vrij sal moegen blijven.” Het werd aangevuld met een amendement van Willem van Oranje zelf „ende dat men nyemant ter cause van religie sal moegen achterhalen ofte ondersoucken.”
Die verworvenheden leven niet bij de Kamerleden. Kamerleden kennen wel het reglement van orde, maar het ”Groene boekje” van Tijn Kortmann, de tekst van onze Grondwet met kort commentaar, kennen ze helaas niet. Het is maar een dun boekje, ik heb altijd bij me, net als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties.
In de periode 1976-1983 was ik als lid van Tweede en Eerste Kamer betrokken bij het opstellen van de Grondwet van 1983. Dat leefde toen echt in het parlement. Het is een prachtig document geworden. Als enige ter wereld begint onze Grondwet met ”Allen” en niet met de landsnaam. Als lid van het comité ”Eén land, één samenleving” hebben we recent de tekst van artikel 1 op de grondwetbank voor de Tweede Kamer weer goed leesbaar gemaakt. Mijn studenten hield ik voor: leer die tekst uit je hoofd.”
Is er op scholen voldoende aandacht voor wat u noemt dat ”mooie verhaal”?
„De lessen burgerschapskunde en het vertellen over de betekenis van Europa en de Verenigde Naties komen onvoldoende tot hun recht. Ik zou willen dat het breder werd verteld, ook het belang en de betekenis van verdraagzaamheid in onze politieke geschiedenis.”
Hoe ziet u het omgaan met minderheden in Nederland?
„Elke burger beseft dat democratie uitgaat van de idee dat de meerderheid beslist. Maar punt twee is dat de minderheid die beslissing moet aanvaarden. Daarom is het spreken over een ”nepparlement” zo gevaarlijk. Dan ontken je de legaliteit en de legitimiteit van de volksvertegenwoordiging en daarmee van de meerderheid. Als het goed is respecteert de meerderheid de minderheden, mede in het besef dat morgen de verhoudingen weer anders kunnen zijn. Een dichtgetimmerd regeerakkoord is een houdgreep van de meerderheid. Alexis de Tocqueville, de bekende Franse politiek filosoof, sprak van de ”tirannie van de meerderheid”. Ik vind het een verarming als democratie niet verder gaat dan stemmen en tellen.”
Past een uitdrukking als ”regeren bij de gratie Gods” in het beschavingsverhaal?
„Die uitdrukking, die boven Nederlandse wetten staat, is geen opgelegde geloofsbelijdenis, dat is een misverstand. Het zegt alleen dat de koning er niet zit als persoonlijk machtsuitoefenaar maar als drager van gekregen gezag. Ik vraag me af of men zich bij D66, dat zich hierover en over de Zondagswet zo druk maakt, wel heeft verdiept in de geschiedenis van de Nederlandse politieke beschaving. Religie mag natuurlijk niet dwingen, maar behoort wel tot ons politiek-cultureel erfgoed.”
U vraagt zich ook af wie de bewakers moeten bewaken, kunt u dat toelichten?
„De Kamer controleert de regering, maar wie controleert de Kamerleden? Die vraag klemt te meer als veel Kamerleden geen benul hebben van staatsinrichting en recht. De Grondwet gaat ervan uit dat de bewakers elkaar bewaken. In de praktijk komt daar bar weinig van terecht. Heel soms gebeurt het. Laatst reageerde minister Asscher op PVV’er De Graaf. „U citeert hier telkens soera’s uit de Koran, maar kent u de Nederlandse Grondwet wel, waaraan u als Kamerlid trouw heeft beloofd?.””
Ondanks uw zorgen bent u hoopvol gestemd. U eindigt met een lofzang op de burgerdeugden.
„Zelf vind ik dat het mooiste gedeelte uit mijn boek. Ik citeer de apostel Paulus in zijn brief aan de Filippenzen. Aan het eind van die brief somt de apostel die burgerlijke deugden op, die deels zijn overgewaaid uit Griekenland. Hij roept de Filippenzen ertoe op aandacht te geven aan alles „wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom alles wat deugdzaam is en lof verdient.” Het zijn deugden die gelden voor burgers onderling en ook hoe burgers en overheden elkaar bejegenen.
Een prachtig voorbeeld hiervan zag je in de reactie van president Barack Obama na de moord op negen kerkleden, onder wie één predikant, in Charleston. Hun nabestaanden hadden meteen opgeroepen tot een waardig herdenken, geen wraak maar vergeving. Obama zong toen het lied ”Amazing grace”. Ik zie daarin hoe God zijn ongekende gang gaat.
In de toepassing van die deugden zit bemoediging en hoop. Op die manier kun je koers houden op basis van een moreel kompas. En dat is er, naar mijn vaste overtuiging, voor elke Nederlandse burger, wat ook zijn achtergrond, geloof of levensovertuiging is. Daarin ligt ook de reden dat ik mijn boek heb aangeboden aan burgemeester Aboutaleb van Rotterdam. Ik zag een bijzonder verband met wat hij in zijn essay ”Droom en daad” schreef over het belang van de karakterdeugden: wijsheid, rechtvaardigheid, moed en gematigdheid, en hoe hij dat in zijn dagelijkse leiderschap waarmaakt.”
Boekgegevens
”Moreel erfgoed. Koers houden in een tijd van ontwrichting”, Bas de Gaay Fortman; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 351 4331 9; 400 blz.; € 39,95.
Bas de Gaay Fortman
Geboren op 6 november 1937, voortkomend uit een geslacht van gereformeerden die veelal dominee of rechter waren. Zelf studeerde Bas de Gaay Fortman recht en economie.
Hij was vele jaren hoogleraar recht en economie en rechten van de mens aan het Institute of Social Studies in Den Haag en aan de universiteit van Utrecht.
Van 1971 tot 1977 was hij Kamerlid en lijsttrekker voor de PPR. In de periode 1977-1991 was hij voor die partij, later GroenLinks, lid van de Eerste Kamer.
De Gaay Fortman gaat regelmatig voor in PKN-gemeenten.