Christenen moeten hun angst niet overschreeuwen
Angst, vrees en beven. Woorden die de laatste weken veel gebruikt zijn in confrontatie met vreselijke vormen van terreur. Er wordt een pleidooi gevoerd om nu de ”kracht” van het christelijk geloof te laten zien, namelijk dat we ons niet door angst laten meevoeren. Geven we daarmee een juist beeld van wat het christelijk geloof betekent?
JA
De vraag kan volmondig beaamd worden, mits we goed onderscheiden tussen verschillende soorten zekerheid. Er zijn immers ook heel wat vormen van schijnzekerheid. De slogan ”In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst” geeft er uitdrukking aan. Door één gebeurtenis, bijvoorbeeld een koersval of terreur(dreiging), kan er door alle berekeningen een streep gaan.
In het Latijn zijn er twee woorden voor zekerheid, die een wezenlijk verschil aanduiden. Zekerheid als ”securitas” ontleen je aan het onder controle hebben van een situatie of het beheersen van dingen. Dat is echter niet de zekerheid die eigen is aan het geloof. Christenen spreken als het goed is over zekerheid als ”certitudo”: door middel van het juiste inzicht (kennis) kom je tot vertrouwen en overgave.
De kracht van het geloof ligt in een hartelijk, een diep vertrouwen dat ingeboezemd is door een Ander, Die Zich zo in je leven gemengd heeft dat je jezelf overgeeft aan de woorden en daden van deze Ander, de levende God. Volkomen terecht kan worden gezegd dat juist in deze tijd vol onzekerheid en angst, dreiging en geweld, christenen het lied van zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus mogen zingen en dienen voor te zingen. Eén houvast in leven en sterven. Tegenwicht tegen alles wat ons benauwen kan.
Het geloof heeft alles te maken met vastheid en zekerheid. Het is spraakverwarring wanneer we het woord ”geloven” gebruiken zoals we dat in het dagelijks leven zo vaak doen: als tegenstelling van zeker weten. Erger is de innerlijke uitholling: als zekerheid in bovengenoemde zin –de kinderlijke overgave– als verdacht wordt gezien, en twijfel verheven wordt tot normaal of zelfs norm.
Uiteindelijk is de zekerheid van het christelijk geloof gefundeerd in de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Omdat Hij vandaag nog tot mij spreekt, is er de overgave aan deze Koning. „Rust, mijn ziel, Uw God is Koning.”
NEE
Toch mag naar mijn mening wel meer het weerbarstige tot uitdrukking komen dat eigen is aan geloven in deze wereld vol doodsmachten. Het treft iedere keer weer hoezeer angst, vrees en beven de woorden zijn die volgens de evangeliën typerend zijn voor de volgelingen van de Heere Jezus in de uren waarin ze Hem nog steeds dood wanen. Het lijkt er zelfs veel van weg te hebben dat woorden die tot rust en tot leven willen brengen, de onrust en de vrees alleen maar doen toenemen.
Niet Jezus’ volgelingen zijn zonder angst en vrees, maar Hij brengt hen tot kalmte en overgave. Alleen levende woorden zijn in staat tegenwicht te bieden tegen alles wat ons kan verlammen, van binnenuit en van buitenaf. De ”kracht” van christenen is geen bezit, maar geschenk.
Bovendien is er de gouden regel van het Koninkrijk van God: „Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht”, ofwel: „Als ik zwak ben, dan ben ik machtig.” Zwak in mijzelf. Machtig in Hem! We erkennen in het licht van Pasen het kruis, hoezeer we er ook mee en zelfs tegenin kunnen worstelen. De aanvaarding van het kruis is in het licht van de opstanding geen gelatenheid. Integendeel: daar zijn de machten ontmaskerd en gevangengenomen.
Christenen moeten zichzelf niet overschreeuwen. Het bekende verhaal van de twee broers uit het martelarenboek spreekt boekdelen. De volgende dag zouden ze voor de keizer moeten verschijnen. Herroepen van hun geloof en offeren aan de keizer zou hun leven zijn; anders restte niets anders dan de muil van een leeuw. De een zei: „Ik kan morgen niet herroepen.” De ander beefde en was vol doodsangst: „Ik durf morgen niet te weigeren.” De volgende dag was het andersom. De een vertrouwde op zijn eigen kracht, de ander had de hele nacht gebeden en bleef staande in Gods kracht. Christelijke onverschrokkenheid is een geschenk.
DUS
Wie de strijd tussen geloof en ongeloof in zijn eigen hart iedere keer weer laat ontmaskeren door de woorden van de levende God, zal niet hoog van de toren blazen. Laten we oplopen met hen die in gesprek zijn verwikkeld over de dingen die ons opschrikken en in het spoor van de levende Heere Hem ter sprake brengen. Gaandeweg kunnen de woorden van Jezus Christus immers verlangen wekken, onrust tot zwijgen brengen en tot (h)erkenning leiden. Apologetiek voor de voorbijgangers, onderweg naar Emmaüs. Zo komt er gegronde hoop in de levens van mensen: „De Heere is werkelijk opgestaan!”
Dr. M. J. Kater, docent apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.