Het kiezen voor ontwikkelingsprojecten of terreurbestrijding is onderdeel van een „politiekdilemmaspel” op de SGP-jongerendag, afgelopen zaterdag in Utrecht. Als je het maar aan één ding kon besteden, waar zou je je geld dan aan uitgeven: aan bescherming van natuurgebieden of aan het bouwen van betaalbare woningen? Een royale meerderheid van de circa 1000 jongeren kiest voor de woningen.

Toch zijn ze daarmee nog niet meteen als rechts te typeren. Bij de vraag of de overheid eerst in filebestrijding moet investeren of juist eerst in het openbaar vervoer, ligt de verhouding onder de jongeren fiftyfifty. Het thema van de dag: ”Zorgen voor morgen. Linkse dromen, rechtse daden”, mag dan een duidelijke voorkeur voor rechts ademen, noch de jongeren noch de SGP-voormannen laten zich er deze dag toe verleiden om 100 procent voor het een of het ander te kiezen.

Genoeg mensen die hen daartoe aanzetten. Zoals de sprekers van deze dag: minister Kamp van Defensie (VVD) en het GroenLinks-kamerlid Vendrik. Uit welke politieke hoek bij hen de wind waait, is bij voorbaat duidelijk. Maar de houding van de gemiddelde SGP’er wordt wellicht het best verwoord door de Zeeuwse gedeputeerde Van Heukelom. In een videopresentatie houdt hij de zaal voor dat zijn partij staat voor het T-profiel: „De letter T heeft een linkse en een rechtse poot. Maar het belangrijkste is toch de dragende, verticale lijn. Dat is ons bijbelse beginsel. Als we dat als uitgangspunt nemen, komen we bij economie en defensie waarschijnlijk bij rechts uit en bij milieu bij links.”

Dat is ook de insteek van partijleider Van der Vlies. Hij geeft een eigen invulling aan de bekende woorden van oud-CDA-leider Van Agt: We buigen niet naar links en we buigen niet naar rechts. „Dat geldt ook voor de SGP. We buigen alleen voor God.”

Redeneren vanuit het eigen beginsel kan er zelfs toe leiden dat men de VVD rechts passeert, zo blijkt. Waar Kamp er voorstander van is de Nederlandse bijdrage aan vredesmissies nog wat uit te breiden („er is zo veel nood in de wereld en dus zoveel goeds te verrichten”), geven de SGP-jongeren in hun politiek programma aan dat Nederland genoegen moet nemen met een kleinere deelname aan vredesoperaties. En waar de SGP-jongeren het leger in willen zetten voor het bestrijden van drugshandel, toont Kamp zich afhoudend. „Daar zijn militairen niet voor opgeleid.”

Maar wat heet links en wat heet rechts? Was het feit dat Zalm als minister van Financiën in de paarse tijd 30 miljard aan belastingverlagingen doorvoerde een rechtse of een linkse daad? Het is rechts om voor belastingverlaging te zijn, maar het is absoluut níét rechts om pot te verteren en geen geld te reserveren voor slechte tijden. Hoe dit ook zij, Kamp moet de ’fout’ van zijn partijgenoot toegeven. „Politici zijn te veel gericht op de korte termijn. Dat blijkt ook hier.”

Ds. M. J. Kater, christelijk gereformeerd predikant te Zeist, voorziet het thema van de dag van een nieuwe invalshoek. Sprekend over de bergrede uit Matthéüs 5, werpt hij de vraag op of in de politiek rechtvaardigheid en barmhartigheid tegenstellingen zijn. Is het zo dat je voortdurend moet kiezen om of rechtvaardig of barmhartig te zijn? Volgens ds. Kater is dat niet het geval. „In God zijn de deugd van barmhartigheid en de deugd van rechtvaardigheid geen tegenstelling, en bij ons zou dat ook niet zo moeten zijn.”

De predikant geeft als voorbeeld een asielzoeker die in Nederland mag blijven doordat hij een heel dorp om zich heen heeft verzameld. „Is dat barmhartigheid bewijzen? Andere asielzoekers, die er niet in geslaagd zijn een dorp te mobiliseren, moeten wel terug. Dat is in elk geval niet rechtvaardig. Maar ten diepste misschien ook niet barmhartig.”

Zo probeert elke spreker de jongeren stof tot nadenken te geven over de links-rechtstegenstelling in de politiek en over de positie van de SGP daarin.

Stof tot nadenken probeert, op een merkwaardige wijze, ook mevrouw ”Krijtje van de Stoep” te bieden. Kruipend op handen en knieën, aangelijnd als hond, spreekt zij bij de ingang van het Jaarbeursgebouw de toestromende bezoekers van de jongerendag aan. „Het lijkt fijn om een SGP-vrouw te zijn. Maar, meiden, als je levenslang zo’n halsband om hebt, voelt dat echt niet lekker. Die mannen houden je aan het lijntje.”

De „meiden” raken er niet van onder de indruk, maar gaan gedreven in debat met het zevental demonstranten. „Ik snap niet waar jullie je druk om maken. Zie je niet hoeveel vrouwen hier vandaag naar binnen gaan? Dat doen ze echt niet gedwongen, hoor.”

Een ander probeert in korte bewoordingen de kern van het Evangelie samen te vatten. „Ik hoop echt dat jij dat ook nog eens ervaren mag. Dan zal je hier niet meer komen demonstreren.”