„Jurk wrak Texel niet van minnares Karel Stuart II”
AMSTERDAM. De in een Texels scheepswrak gevonden garderobe van een adellijke dame behoort niet tot een minnares van Karel Stuart II (1630-1685), de latere koning van Engeland.
Dat zei dr. Helmer Helmers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) vrijdag in een reactie op amateurhistoricus Kees Valk uit Rhenen, die dat vrijdag in een mail aan deze krant suggereerde.
Helmers promoveerde in 2011 aan de Universiteit Leiden op de Nederlands-Engelse betrekkingen in de eerste helft van de 17e eeuw.
In het wrak werd onder meer een complete garderobe gevonden én een boekomslag met het gouden beeldmerk van de Engelse koninklijke familie Stuart. Pronkstuk is een handgeweven zijden japon voor een vrouw met een voor die tijd fors postuur.
Valk veronderstelde dat Karel II, die er zeer veel minaressen op nahield, wellicht de garderobe voor een van hen uit Engeland heeft willen laten overkomen.
Zijn andere hypothese, „die verder bewijs nodig heeft”, is dat Karel II die garderobe naar Nederland wilde vervoeren voor Henriëtte Catharina van Oranje (1637-1708), dochter van Frederik Hendrik. Karel had haar in september 1659 –in de tijd dat hij in ballingschap verbleef in Nederland– een huwelijksaanzoek gedaan, dat haar moeder, Amalia van Solms, later afwees.
Helmers heeft uit de pers begrepen dat de gevonden jurk en de rest van de garderobe uit de eerste helft van de 17e eeuw moet stammen, mogelijk uit 1640. „Dan hebben we het toch over een eerdere periode waarin Karel II nog niet in Nederland verbleef. Maar ik heb zelf ook even aan een relatie met Karel II gedacht.”
Fascinerend
De historicus hoopt dat de vondst het Enkhuizense VOC-schip de Alkmaar betreft, dat in 1625 bij Texel verging. „Dat zou toch fantastisch zijn. Het is sowieso een fascinerende vondst.”
Vanuit zijn promotieonderzoek weet Helmers dat er een rijke handel tussen Nederland en Engeland was in de eerste helft van de 17e eeuw. „Veel wapens, boeken en luxe goederen.”
De Rhenense amateurhistoricus Valk wijst erop dat het hout van het schip is gedateerd op 1638. „Scheepshout hield het tientallen jaren uit. Dan kom je al snel bij 1659 uit. Karel verbleef van 1558 tot 1660 in Amsterdam en Den Haag. Het zijn natuurlijk hypotheses, maar ik vind ze de moeite waard om te delen.”