Tijdens hun informele beraad van afgelopen zaterdag in het Ierse Punchestown slaagden zij er niet in een keuze te maken tussen de Fransman Lemierre en de Spanjaard Rato. De betrokken functie raakt binnenkort vacant door het vertrek van de Duitser Köhler.

Tot nu toe is het gebruikelijk dat Europa de topman levert van de genoemde financiële instelling. Vanuit andere regio’s rijst verzet tegen het automatisch voortzetten van die traditie. Nu de EU-lidstaten er zelf niet uitkomen, hebben zij de Britse minister van Financiën Brown gevraagd bij landen elders in de wereld te gaan polsen hoe die denken over de twee kanshebbers. Vervolgens beslissen zij half april op een vergadering van de Oost-Europabank over hun voordracht. Het is lang niet zeker dat er een unanieme aanbeveling uitrolt.

Er circuleren al enige tijd geruchten dat Duitsland en Frankrijk onderling een deal hebben gesloten om samen te opteren voor Lemierre. Die geeft momenteel leiding aan de Oost-Europabank, die na de val van het communisme werd opgericht om de economische hervormingen in de vroegere Oostbloknaties te bevorderen. Zijn rivaal Rato heeft acht jaar als minister van Financiën gefungeerd in de thans demissionaire regering van premier Aznar.

De voorkeur van de kleine landen gaat uit naar de Spanjaard, omdat die over een ruimere politieke ervaring beschikt. De Franse bewindsman Sarkozy verklaarde in Ierland: „We hebben twee mensen met een verschillend profiel, het ene meer politiek en het andere meer technisch van aard. Daarover discussiëren we.” Hij voegde eraan toe dat de kwaliteit en niet de nationaliteit uiteindelijk de doorslag dient te geven.