Autofabrikant Tesla bewees onlangs al dat het technisch mogelijk is om met speciale software wagens deels zelfstandig de weg op te sturen. Maar de regelgeving is op deze ontwikkelingen nog allerminst voorbereid. Daarin staat in veel landen bijvoorbeeld nog dat automobilisten hun handen aan het stuur moeten houden, iets wat bij zelfsturende nieuwe wagens niet de bedoeling is.

De landen streven ernaar om over drie jaar klaar te zijn met hun voorbereidingen. Een en ander moet ook voorkomen dat de zelfrijdende auto’s en vrachtwagens straks bij iedere grens een nieuwe update nodig hebben.

De transportministers hebben afgesproken dat er in Europees verband naar alle nationale verkeersregels wordt gekeken. Verder gaan ze werken aan een gecoördineerde inzet van digitale communicatie en willen ze het voor fabrikanten makkelijker maken om grensoverschrijdende testen te doen met de auto’s. Ook zullen ze hun tanden zetten in vraagstukken als de veiligheid van data en aansprakelijkheid bij eventuele incidenten.

Minister Melanie Schultz (Infrastructuur) is blij met de stap die gezet is. „We hebben voor het eerst in Europa op politiek niveau gesproken over zelfrijdende voertuigen”, verklaart de bewindsvrouw, die nu „tempo” wil maken. „Met zelfrijdende voertuigen wordt ons vervoer veiliger, duurzamer en efficiënter”, aldus Schultz.

Dat het verdrag in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam is getekend heeft te maken met het Nederlandse voorzitterschap van de EU. Na afloop kregen de transportministers een voorproefje. Er stond een verzameling zelfsturende en hoog geautomatiseerde voertuigen klaar om hen rond te rijden door stad. De wagens hadden voor de gelegenheid een speciale ontheffing gekregen om op de openbare weg te mogen rijden.

De auto-industrie reageert positief op de toezeggingen. „We zien dit als een mijlpaal”, stelt de Europese brancheorganisatie ACEA. „Het bevordert de zo broodnodige samenwerking tussen autofabrikanten, nationale overheden en de EU-instellingen.”