Commentaar: Geen excuses voor Hiroshima
Excuses maken is voor veel mensen niet de meest gemakkelijke handeling. Het betekent in de meeste gevallen het toegeven van fouten en de erkenning dat de ander ten onrechte leed is aangedaan.
In de politiek is dat niet anders. Ook daar betekenen verontschuldigingen doorgaans het toegeven van fouten. En snoeihard als de politiek is, volgt er niet zelden een afrekening.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, liet zondag in het Japanse Hiroshima alvast weten dat hij géén excuses zou aanbieden. Geen verontschuldigingen voor de atoombommen die de Verenigde Staten in 1945 afwierpen op de steden Hiroshima en Nagasaki. Daarbij vielen in totaal zo’n 140.000 doden. En tot op de dag van vandaag kampen mensen met de gevolgen van die aanval.
Kerry bezocht maandag in Hiroshima het monument dat ter nagedachtenis aan de slachtoffers is opgericht. Dat alleen al getuigt van moed. Want het was immers wel zíjn land dat in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog als eerste kernwapens inzette – met alle verschrikkelijke gevolgen van dien.
De vraag is of Amerika excuses moet aanbieden voor die verwoestende aanval. De daadwerkelijke inzet van kernwapens valt in zijn algemeenheid nauwelijks te rechtvaardigen. En zeker heden ten dage zou dat al snel tot een allesvernietigende oorlog leiden.
Anderzijds –en dat is natuurlijk altijd achteraf– is het maar de vraag hoe de Tweede Wereldoorlog was geëindigd als Washington niet had besloten tot deze dramatische daad. De Japanners wisten immers van geen ophouden. Met hun kamikaze-aanvallen bleven ze tot op het laatst dood en verderf zaaien. Capituleren was tot die tijd geen optie.
Die overgave kwam er wel toen ”Little Boy” en ”Fat Man” hun dodelijke werk deden in Hiroshima en Nagasaki. Japan gaf op, en er kwam een einde aan een oorlog die miljoenen levens had geëist.
Realpolitik geredeneerd was de atoomaanval op Japan dus een beslissend keerpunt in een wereldoorlog. Als die bommen niet waren afgeworpen, was het aantal slachtoffers wellicht nog veel hoger geweest.
Dat valt natuurlijk nooit uit te leggen aan de nabestaanden en de mensen die anno 2016 nog steeds met de gevolgen van de atoomaanvallen kampen. Daarom alleen al is het goed dat John Kerry vandaag als eerste Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken het oorlogsmonument in Hiroshima bezocht. Nee, hij heeft geen excuses gemaakt. Maar hij heeft wel zijn medeleven betoond over het leed dat zo veel Japanners is aangedaan. Dat is het minste wat de Verenigde Staten konden doen.
In Washington wordt intussen druk gespeculeerd over een mogelijk bezoek van president Obama aan Hiroshima – mogelijk al volgende maand. Obama woont dan in Japan een vergadering van de G7 bij. Geen enkel Amerikaans staatshoofd waagde zich tot nu toe aan een bezoek aan Hiroshima of Nagasaki, uit angst dat een dergelijke stap als vorm van excuses kon worden opgevat. Nu Kerry de stap heeft gezet, is de drempel voor Obama geslecht. Het zou een waardige afsluiting van zijn presidentschap kunnen zijn.