Commentaar: Persoonlijk contact kan helpen bij oplossen conflict Israël en Turkije
De signalen in Israëlische media worden steeds sterker: Israël en Turkije lijken op het punt te staan een ruzie uit 2010 bij te leggen. Het conflict gaat over de aanval van Israëlische militairen op het Turkse schip Mavi Marmara. Dit schip probeerde, met andere schepen, op 31 mei 2010 de Israëlische blokkade van de Gazastrook te doorbreken. Die blokkade was weer een antwoord van Israël op het feit dat terreurorganisatie Hamas in 2007 de macht in de Gazastrook overnam.
Op de Marmara kregen de Israëlische soldaten te maken met felle tegenstand van de opvarenden. Bij gevechten kwamen uiteindelijk negen Turken om het leven, wat leidde tot grote woede in Turkije.
De verhouding tussen NAVO-lid Turkije en Israël was tot dat moment altijd goed tot zeer goed. Er waren contacten tussen beide landen op alle niveau’s en er werden zelfs gezamenlijke militaire oefeningen gehouden.
Na het incident met de Mavi Marmara keerde het tij echter drastisch. Vooral president Erdogan, de sterke man in Turkije, liet zich openlijk zeer kritisch uit over Israël en beschuldigde het land van schendingen van de mensenrechten, ook wat betreft de behandeling van de Palestijnen. Om de relatie tussen beide landen te herstellen, zou Israël excuses moeten maken, een schadevergoeding moeten betalen en de blokkade van de Gazastrook moeten opheffen.
Wat die excuses betreft: die kwamen er in 2013. Over een schadevergoeding zijn beide partijen het volgens Israëlische media ook zo goed als eens. Alleen staat Israël erop dat Turkije belooft dat strafprocessen tegen de betrokken Israëlische militairen worden afgebroken. Ook wil Israël dat Turkije alle activiteiten van Hamas in het land verbiedt.
Daarnaast blijft de vraag hoe om te gaan met de blokkade van de Gazastrook een hobbel. Turkije wil op z’n minst een bijzondere status als hulpverlener krijgen, zodat de bevolking van de kleine zee-enclave geholpen kan worden. Israël voelt daar weinig voor, maar het lijkt erop dat de partijen toch dichter bij een akkoord zijn gekomen.
De toenadering is opmerkelijk en lijkt, hoe schrijnend ook, een duw in de rug te hebben gekregen door de terreur waarmee Turkije de afgelopen maanden te maken heeft. Erdogan heeft er zelfs op gezinspeeld dat beide landen samen het terrorisme moeten bestrijden.
De aanslag vorige maand in Istanbul, waarbij drie Israëliers om het leven kwamen, lijkt ook een rol te spelen in het verzoeningsproces. De Israëlische president Rivlin ontving na die aanslag een condoleancebericht van de Turkse president Erdogan. Dat deed Rivlin enkele dagen later de telefoon pakken om Erdogan te bellen. De leiders spraken zes minuten met elkaar over de aanslag, zo meldden bronnen later.
Opnieuw blijkt dat persoonlijk contact het beste middel is voor toenadering in internationale conflicten. Het zou voor het Midden-Oosten te wensen zijn dat de Palestijnse president Abbas en de Israëlische premier Netanyahu niet alleen blijven praten over zo’n ontmoeting, maar die ook werkelijk plannen. Wie weet waar dat toe zou kunnen leiden.