Kinderblijheid en autovrijheid
Onthaast u en zoek het hogerop. Het zou de slogan van het Zwitserse Bettmeralp kunnen zijn. Gelegen op ruim 1950 meter hoogte verstoren alleen het geluid van paard en wagen of elektrische auto’s de stilte. Voor het overige is iedereen aangewezen op de benenwagen. Samen met de heilige koe blijft ook de jachtigheid van het dagelijks bestaan beneden in het Rhônedal.
Alsof een pak hagelslag is omgevallen. Verspreid op de hellingen van Bettmeralp liggen de chocoladebruine vakantiehuisjes te wachten op bewoners. Hier torent een appartementenflat boven de bomen uit, daar staat een hotel te blinken in de zon. Een stoeltjeslift draait rusteloos zijn rondjes. Naar boven, naar beneden, ook in de tijd dat er geen sneeuw ligt. Schijnbaar achteloos liggen velden vol lupinen tussen de huizen uitgestrooid. Visitekaartje van moeder natuur.
Kennelijk vinden de ruim 200 inwoners van Bettmeralp dat voldoende: uitbundige bloembakken en dito perken zoals in Oostenrijk zijn hier vrijwel niet aanwezig. Voor extra bezoek hoeven al die bloemen toch niet, denkt men misschien. De mensen komen toch wel naar het bergdorp, zo’n 12 kilometer van Brig. Niet alleen voor het skiën en de sneeuwpret, maar ook voor de bekende Aletschgletsjer, in de rug van het dorp. Deze 24 kilometer lange ijs- en sneeuwmassa varieert in dikte van 150 tot 900 meter en is de grootste van de Alpen.
Toeristen die wat anders willen zien, komen aan de dalkant van het dorp aan hun trekken. Vrijwel elk chalet heeft onbeperkt uitzicht op een aantal 4000-plusbergen van Zwitserland. Als het niet mistig is tenminste. Vol in beeld liggen bijvoorbeeld de Dom (4505 meter), de Weismiess (4023) en de Monta Rosa (4634). En schemert daar in de verte niet de Matterhorn? Met zijn 4477 meter de bekendste berg van Zwitserland.
Wintersport
Toch zouden veel meer mensen van al dat moois kunnen genieten, vinden ze in Bettmeralp. Dat is natuurlijk voor een deel eigenbelang. Ook in een bergdorp moet de schoorsteen blijven roken. De cijfers over bezoekersaantallen spreken wat dat betreft duidelijke taal. Bernard Stucky, directeur van de plaatselijke VVV: „Van alle bezoekers komt 80 procent in de sneeuwmaanden, voor de wintersport. De resterende 20 is hier in het zomerseizoen.” In de wintermaanden betekent dit dat van de 4000 toeristenbedden die Bettmeralp telt, er niet één onbezet is.
’s Zomers is dat dus duidelijk anders. Terwijl het vakantiedorpje ook dan genoeg te bieden heeft. „Vooral wandelaars ontdekken deze omgeving”, weet Stucky. „Niet alleen in de winter, als de sneeuwwandelingen meer en meer opgang vinden, maar ook in de zomer.” Hoe kan het anders in een dorp waar geen auto’s mogen komen.
Bettmeralp is van alle gemakken voorzien. Er zijn niet alleen diverse supermarkten, kledingwinkels, een dokterspraktijk en een apotheek, maar ook een zwembad en een speeltuin. Bettmeralp heeft een goede reden om deze voorzieningen binnen de grenzen te hebben.
„Drie plaatsen aan de Aletschgletsjer hebben het kwaliteitszegel ”Gezinnen welkom”. Dat zijn Bettmeralp, Riederalp en Blatten/Belalp”, vertelt Tatjana Meichtry, vertegenwoordiger van Wallis Tourismus uit Sion. „Om dat predikaat te krijgen, moet een plaats wel aan een aantal voorwaarden voldoen, met name op het gebied van kindervermaak, in de breedste zin van het woord. Dat loopt van een bibliotheek en een speeltuin tot een kindertheater en begeleide ontdekkingstochten.” In Bettmeralp kunnen kinderen bijvoorbeeld speuren naar ”murmeltiere”. Grote kans dat deze bergmarmotten zich van hun goede kant laten zien.
Een alternatief is een roeiwedstrijd op de Bettmersee, een bergmeer op 2006 meter hoogte. De gids, die ons op onze wandeling naar het meer begeleidt, vertelt dat het tot 18 meter diep is. De aanvoer van smeltwater, de hoge ligging en de diepte maken het water koud. Toch zijn er enkele fanatieke zwemmers die een plons in het nat aandurven. En warempel, aan de kanten, waar het wat minder diep is, is het goed toeven.
Waterballet
Bij een kleine hut annex restaurant kunnen we aan boord van een roeiboot of een waterfiets. Kinderen die nog energie over hebben, kunnen hun krachten meten. Mits ze de slag van het roeien te pakken hebben. Al snel loopt de wedstrijd uit op een waterballet van jewelste. Het mag de pret niet drukken en de gids vindt alles prima. Het draait tenslotte om de kinderen.
Op de terugweg naar het chalet lopen we nog even langs het bergstation van de cabinekabelbaan. Het blijft een indrukwekkend staaltje van technisch kunnen, nog maar een halve eeuw oud. Op 8 mei 1951 ging de allereerste cabine naar boven. „Een grauwgrijs vierpersoonsexemplaar”, vertelt Anton König, leider van het bedrijf dat alle kabelbanen van Bettmeralp exploiteert. „Tot 1951 moest alles met het handje of met muildieren naar boven worden gebracht. Niet verwonderlijk dat het toen beduidend rustiger was dan nu. Alleen welgestelden konden zich zo’n ritje naar boven veroorloven.”
Soms lijkt het alsof Bettmeralp ook nu nog alleen voor de rijken bereikbaar is, letterlijk en figuurlijk. Is het leven in Zwitserland in het algemeen al prijzig, voor Bettmeralp geldt dat in het bijzonder. „Wat wil je ook?” vraagt Tatjana Meichtry zich hardop af. „Alles, van melk tot toiletpapier, moet met de kabelbaan naar boven worden gebracht. En dat kost geld.”
Helaas geldt ook: waar mensen zijn, komt afval. En dus kan het gebeuren dat er met de mensen in de cabine een vuilnisauto aan de kabels eronder meereist.
Meer informatie: Zwitserland Toerisme, tel. 00800-10020030 (gratis) en www.myswitzerland.com.