De leidende Dow-Jonesindex sloot uiteindelijk 0,6 procent hoger op 17.716,05 punten. De brede S&P 500 steeg 1,1 procent tot 2066,66 punten en de technologiebeurs Nasdaq won 1,6 procent tot 4920,71 punten.

Uit de notulen bleek dat veel van de beleidsmakers van de Fed waarschuwden voor „aanzienlijke risico’s” voor de Amerikaanse economie bij een verhoging van de rente in maart. Over een tijdspanne voor verdere rentestappen heerste verdeeldheid. Net als over het gewicht dat inflatiecijfers in de schaal leggen bij beslissingen over renteverhogingen en het standpunt dat Amerika qua werkgelegenheid aan zijn top zou zitten.

Bij de bedrijven stonden Allergan en Pfizer opnieuw in de belangstelling. De twee farmaceuten hebben hun geplande fusie ter waarde van 160 miljard dollar afgeblazen vanwege de nieuwe belastingregels in de Verenigde Staten. Dinsdag ging Allergan bijna 15 procent omlaag omdat beleggers al vreesden voor een einde van de deal. Allergan sloot 3,5 procent hoger en Pfizer won 5 procent.

De beoogde overname van oliedienstverlener Baker Hughes door branchegenoot Halliburton is alles behalve een gelopen koers. Halliburton kondigde in november 2014 al aan voor 35 miljard dollar Baker Hughes te willen inlijven. De Amerikaanse justitie heeft nu een rechtszaak aangespannen om de overname te blokkeren. Beleggers zetten het aandeel Halliburton daarop krap 6 procent hoger. Baker Hughes werd bijna 9 procent meer waard.

Sowieso zat de oliesector in de lift. Uit cijfers van de Energy Information Administration bleek dat de voorraden van ruwe olie in de Verenigde Staten voor het eerst in twee maanden waren teruggelopen. Deze daling was onvoorzien. Amerikaanse olie werd 5,3 procent meer waard op 37,79 dollar per vat. Brent steeg ruim 5 procent tot 39,78 dollar.

In het kielzog gingen ook olieconcerns als ExxonMobil (plus 1,3 procent) en Chevron (plus 2,3 procent) vooruit.

De euro was bij de slotbel 1,1399 dollar waard, tegen 1,1410 dollar bij het Europese slot.