Commentaar: Principes van de rechtsstaat gelden ook voor het Israëlische leger
In Israël is een verhit debat ontstaan over de vermeende executie van een gewonde Palestijn door een Israëlische militair, vorige week in Hebron.
Twee Palestijnen hadden kort daarvoor een Israëlische militair neergestoken. Eén Palestijn werd door soldaten ter plekke doodgeschoten. De andere werd neergeschoten en lag bewegingloos op de grond. Soldaten en hulpdiensten schonken geen aandacht aan de gewonde man.
Op een gegeven moment schiet een van de Israëlische militairen van dichtbij een kogel in het hoofd van de Palestijn. De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem gaf recent dramatische videobeelden van het incident vrij.
Nu is het in de eerste plaats zo dat Palestijnse terroristen niet ongestraft Israëlische militairen en burgers mogen aanvallen. Vooral de afgelopen maanden is het geweld in Israël fors opgelaaid. Aanvallen met steekwapens en met auto’s inrijden op mensen zijn tegenwoordig favoriete terreuwapens.
Palestijnse terroristen moeten er dan ook niet gek van opkijken als hun acties met geweld worden beantwoord. Zeker gezien het grote aantal gewapende mensen dat zich in de Israëlische straten bevindt, is de kans op een kogel bepaald niet denkbeeldig. De Israëlische wetgeving is daar ook heel duidelijk over: als een mensenleven wordt bedreigd, is schieten geoorloofd. Ook schieten om te doden.
Heel anders wordt het echter als een terrorist al is geneutraliseerd. Een kogel door het hoofd jagen van iemand die geen gevaar meer vormt, komt neer op regelrechte executie.
De Israëlische stafchef en de minister van Defensie hadden juist enkele maanden geleden in een officiële instructie soldaten gemaand geen excessief geweld te gebruiken en zich te allen tijde aan de wet te houden.
In stressvolle situaties, waarin letterlijk mensenlevens op het spel staan, zijn menselijke reacties natuurlijk lastig te voorspellen. Onder druk gaat alles nu eenmaal niet volgens de regels. En dit soort incidenten doet zich bovendien voor in een land dat al tientallen jaren onder een dagelijkse dreiging van terreur gebukt gaat.
Desalniettemin is het juist van belang in dit soort situaties de principes van een rechtsstaat hoog te houden. Israël laat zich er graag op voorstaan dat het de enige democratische rechtsstaat in het Midden-Oosten is. Dat is terecht, maar brengt ook verplichtingen met zich mee.
Tegelijkertijd zal de wereld zich weer wentelen in de ophef rond dit incident. Israël ligt toch al onder een vergrootglas – en daarbij wordt het leger meestal als eerste door de mangel gehaald. Maar al te snel wordt vergeten dat het Israëlische leger doorgaans met één hand een wapen vasthoudt en met de andere op de rug vecht, gebonden als het zich weet aan humanitaire principes.
Chef-staf Gadi Eisenkot benadrukte dan ook dat Israël altijd achter manschappen zal staan die fouten tijdens een gevecht maken. Maar zij mogen nimmer afwijken van de ethische standaard die het leger zichzelf stelt. Ook dat is taal die past in een rechtsstaat.