Maak van Oekraïne geen Europese modelkolonie
Het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne is een verwerpelijke vorm van neoconservatief imperialisme, betogen Arjan van Dixhoorn, Pepijn van Houwelingen en Beata Supheert.
”We moeten Oekraïne helpen”, ”We mogen Oekraïne niet in de kou laten staan”, ”Zonder dit associatieverdrag komt de corruptiebestrijding in Oekraïne niet van de grond”. Inderdaad, we leven in de 21ste eeuw maar de ”white man’s burden” is terug!
Voor de duidelijkheid: dit verdrag levert Nederland niets op. Het zal ons alleen maar heel veel geld kosten. Volgens het CBS kost alleen het handelsboycot tegen Rusland dat een rechtstreeks gevolg is van dit verdrag ons alleen al 300 miljoen euro en 5000 banen per jaar. Dankzij de militaire paragraaf (artikel 7) en de visumvrije regeling (artikel 19) vormt dit verdrag een rechtstreeks risico voor onze stabiliteit en veiligheid. Geen simpel vrijhandelsverdrag dus!
Omdat dit nu wel evident is, gooien de voorstanders van het verdrag het over een andere boeg: we moeten de Oekraïners gaan helpen! Want, natuurlijk, ze kunnen zichzelf niet helpen en hebben ons daarvoor nodig!
Waar dit soort hoogmoedig neoconservatief humanitair imperialisme toe heeft geleid, laat de huidige catastrofale situatie in het Midden-Oosten maar al te goed zien. Westerse ”nation building” en ”regime change”, of het nu in Afghanistan, Irak of Libië plaatsvond, heeft keer op keer geleid tot chaos en burgeroorlog.
En inderdaad. Ook in Oekraïne heeft het EU-associatieverdrag een burgeroorlog veroorzaakt, met tienduizend doden, miljoenen vluchtelingen en een totaal ingestorte economie als gevolg. Ja, de Oekraïners zijn net zoals de Afghanen, Irakezen en Libiërs maar wat blij met onze hulp!
Hervormingen via een verdrag afdwingen zodat landen meer op ons gaan lijken, is een vorm van imperialisme en het werkt ook averechts. Of is het Turkije van Erdogan, dat al meer dan een halve eeuw een associatieverdrag heeft met de EU en dat dezelfde EU nu schaamteloos met de vluchtelingenproblematiek chanteert, vandaag de dag zo’n democratisch, veilig en modern land geworden?
Het probleem is natuurlijk dat dit associatieverdrag veel meer is dan een goedbedoelde vorm van ontwikkelingshulp. Zijn imperialistische karakter is veel minder ‘humanitair’ dan je op grond van de ”voor”-campagne zou denken. Met dit verdrag wordt Oekraïne volledig in de Europese Unie geïntegreerd zonder zelf lid te worden. Volgens de EU is het verdrag „ongekend” zowel in zijn breedte (aantal gebieden) als diepte (detailniveau).
Sterker nog: het expliciet geformuleerde doel is niets minder dan de volledige economische, culturele en politieke integratie van Oekraïne in de Europese Unie. Het verdrag spreekt verder over „juridische en institutionele hervormingen” die Oekraïne moet doorvoeren; over een „gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid”, „militair-technische samenwerking”, „samenwerking inzake migratie, asiel en grensbeheer” en het op termijn invoeren van een „visumvrije regeling” voor „de burgers van Oekraïne.” Werkelijk overal, op allerlei terreinen en in tientallen artikelen van het verdrag, wordt er gesproken over „integratie”, „convergentie” en „aanpassing” van Oekraïense wetgeving aan de Europese wetgeving. In totaal wordt het woord ”aanpassing” maar liefst 72 (!) keer in de verdragstekst genoemd. In artikel 114 lezen we bijvoorbeeld letterlijk: „De partijen erkennen het belang van de aanpassing van de bestaande wetgeving van Oekraïne aan die van de Europese Unie. Oekraïne draagt er zorg voor dat zijn bestaande wetten en toekomstige wetgeving geleidelijk in overeenstemming met het EU-acquis worden gebracht.”
Uiteraard past Oekraïne zich daarbij altijd aan de regels van de Europese Unie aan, nooit andersom. De Europese Unie controleert of Oekraïne zijn wetgeving voldoende aanpast (artikel 475) en eist in het verdrag dat Oekraïne de EU „van elke wijziging van zijn nationale wetgeving in kennis stelt” (artikel 56). Anders dan bij samenwerking of vrijhandel is de relatie geenszins gelijkwaardig, en in zoverre is er dan ook overduidelijk geen sprake van samenwerking maar van ”integratie”, en wel van Oekraïne in de Europese Unie (zij het vooralsnog zonder lidmaatschap).
De EU heeft met haar imperialistische bemoeizucht al meer dan genoeg ellende aangericht in Oekraïne. De gedachte dat de EU, en wij als Nederland dus ook, onze hand zouden moeten uitsteken met dit associatieverdrag dat al zo veel ellende heeft veroorzaakt, is krankzinnig. Het zal de verdeeldheid en de spanningen in het land alleen maar verder aanwakkeren. Alsof de (burger)oorlog nog niet genoeg is moet Oekraïne zich straks ook nog eens de status van ‘EU-modelkolonie’ laten welgevallen. Bovendien moet het, in ruil voor financiële steun, gigantische bezuinigingsoperaties doorvoeren en westerse bedrijven tot zijn markt toelaten (met ongetwijfeld catastrofale gevolgen voor de lokale bedrijvigheid die hiertegen niet kan concurreren), terwijl corrupte oligarchen de dans ontspringen.
Imperialisme en de ”white man’s burden” (de last van de blanke) zijn na twee eeuwen weer springlevend in dit EU-associatieverdrag, en Oekraïne is het slachtoffer. Een stem tegen op 6 april is dus weliswaar tegen het EU-belang, maar in het belang van Nederland, Oekraïne en al onze Europese vrienden.
De auteurs zijn betrokken bij het Burgercomité EU.