Visveiling Urk krijgt dwangsom opgelegd in kwestie sorteerders
LELYSTAD. Visveiling Urk moet een dwangsom van 20.000 euro betalen voor elke dag dat zij het sorteren van vis niet laat uitvoeren door de Combinatie van Vissorteerders.
Dat heeft de voorzieningenrechter in Lelystad vrijdag bepaald in een kort geding dat door de combinatie was aangespannen. De dwangsom kan oplopen tot een maximum van 250.000 euro.
Op 16 maart had de rechter al bepaald dat de sorteerders van de combinatie weer aan het werk mochten. De veiling liet hen echter pas vrijdag weer toe, met als argument dat er al afspraken waren gemaakt met de sorteerders die de veiling –via de daartoe opgerichte stichting Isla– sinds enkele weken in eigen dienst heeft.
De combinatie had ook een voorschot geëist op een nog nader te bepalen schadevergoeding voor de sinds 16 maart gemiste werkzaamheden, maar die eis is door de rechter niet toegekend.
In het vonnis stelt de rechter dat het „te betreuren” is dat de visafslag en de combinatie elkaar deze week voor de tweede keer binnen korte tijd in de rechtszaal troffen. „Gelet op het belang van de visveiling voor de gemeenschap op Urk en de bijzondere verhoudingen is het in ieders belang dat partijen zelf tot een oplossing komen.”
De vordering van een dwangsom wordt door de rechter toegewezen „omdat er niet zonder meer van uit kan worden gegaan dat de visveiling het vonnis van 16 maart zonder voorbehoud zal nakomen.”
Visveiling Urk is inmiddels in beroep gegaan tegen het vonnis van 16 maart. Dat heeft directeur Teun Visser van Visveiling Urk donderdag in een brief aan de ”eigen” sorteerders van stichting Isla laten weten. Deze mensen kunnen voorlopig alleen vis sorteren als ze voor de combinatie willen werken en door de combinatie wensen te worden betaald.
Visser schrijft verder dat het Isla-personeel wel andere werkzaamheden zal blijven uitvoeren. Hij noemt in dit verband het sorteren van vis voor „derden”, het lossen van vrachtauto’s en het wegen van vis. Hij vraagt de Isla-medewerkers „de kalmte te bewaren”.
De Urker visafslag werkte decennialang samen met de sorteerders van de combinatie. Dit zijn kleine zelfstandigen die werken in opdracht van de vissers die hun vis in Urk laten veilen. Onlangs kwam het tot een breuk. De afslag heeft vorig jaar een sorteermachine aangeschaft, die een deel van het werk van de sorteerders moet overnemen. Afslag en combinatie konden het niet eens worden over de voorwaarden waaronder hun samenwerking zou worden voortgezet. De combinatie wil dat een arbitragecommissie hierover een oordeel velt.
Bestuurders van de combinatie en een afvaardiging van Visveiling Urk spraken woensdag voor het eerst sinds de uitspraak van 16 maart met elkaar. Volgens afslagdirecteur Visser is met de arbitrage „een aanvang” gemaakt.
Jan Rein de Wit, woordvoerder van de combinatie, wil nog niet reageren op het vonnis van vrijdag. „We moeten daar nog met onze advocaat over doorspreken.” Wel kijkt hij met dankbaarheid terug op de eerste dag dat de ”peken” –zoals de vissorteerders in Urk worden genoemd– weer aan het werk waren. „Het ging vanmorgen heel lekker. Bijna iedereen was er weer bij, ook mensen die al bij Isla hadden getekend.”