Segers: Gemeente moet hospicezorg niet belemmeren
DEN HAAG. Gemeenten moeten geen onnodige barrières opwerpen voor mensen die het liefst in een hospice willen overlijden.
Daarvoor waarschuwde CU-leider Segers vrijdag. Zo moeten zij ophouden om met elkaar te gaan discussiëren over de kosten voor de huishoudelijke hulp wanneer iemand die op sterven ligt naar een hospice in een andere gemeente wil.
Zonder gemeentelijke bekostiging komt de huishoudelijke hulp in hospices in het gedrang, aldus Segers, die stelt dat dat niet de bedoeling kan zijn.
Ook de ondersteuning voor de vrijwilligerscoördinatie staat volgens hem onder druk. „Hospices moeten de erkenning en dus de financiering krijgen die ze verdienen”, aldus Segers.
Eerder trokken SGP en D66 aan de bel over de hospicezorg voor patiënten die al enige tijd instellingszorg hebben ontvangen vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) maar thuis willen overlijden. Staatssecretaris Van Rijn (VWS) verzekerde daarop dat Wlz-instellingen voor deze patiënten een indicatie voor het zogeheten zorgprofiel beschermd wonen met intensieve palliatief terminale zorg kunnen aanvragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Zorgkantoren kunnen bovenop dit zorgprofiel ook nog extra zorg toekennen.
Om mogelijke knelpunten zoveel mogelijk te voorkomen riep Van Rijn recent een praktijkteam palliatieve zorg in het leven. Dit is een team van experts op het gebied van organisatie en financiering rond palliatieve zorg.
Van Rijn overlegt nog of zorgverzekeraars de hospicezorg van hospices die geen wettelijke erkenning hebben aangevraagd rechtstreeks kunnen inkopen. Doordat veel van dergelijke instellingen ervoor kiezen buiten de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) te blijven, sluiten zij voor de zorg een contract met een externe zorgaanbieder, zoals bijvoorbeeld een thuiszorgorganisatie. Wanneer zorgverzekeraars dergelijke organisaties een budgetkorting opleggen, kunnen zij niet altijd overzien welke gevolgen dit kan hebben voor de hospices.