Spelen met de Leviathan
In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze week sprak Diederik van Dijk (SGP).
De Leviathan. De Leviathan! Alleen al het uitspreken van deze naam ademt dreiging en onheil. Boezemt angst in.
De Leviathan. We komen hem geregeld tegen in de Bijbel. In het bijbelboek Jesaja. In Openbaringen. En vooral ook in het boek Job. Daar wordt zijn ontzagwekkende kracht en verschrikking expliciet beschreven. Het is een enorm, meerkoppig zeemonster, dat de diepte van de oceaan in beroering brengt! Uit zijn mond komen fakkels en verzengend vuur; er komt rook uit zijn neusgaten (Job 41). Ontembaar en huiveringwekkend!
De Leviathan staat in de Bijbel symbool voor duivelse verschrikking en duistere macht. De Leviathan is de grote vijand van God en van de mensen. We ruiken iets van de Leviathan als we getuige zijn van een tsunami die duizenden slachtoffers maakt. Of als door een aardbeving complete gezinnen door de aarde worden verslonden. Maar we zien ook de contouren van de Leviathan als in naam van de IS-ideologie jongemannen langzaam worden geroosterd in een kooi.
We bespeuren zijn aanwezigheid als op TV een terechtstelling wordt uitgevoerd, onder de dekmantel van euthanasie. Of waar zwangerschapstesten leiden tot de zuivering van Downkinderen. Waar brandbommen worden gegooid naar een moskee. Maar we zagen ook zijn lange schaduw bij het gevluchte jongetje dat dood aanspoelde aan de kust van de Middellandse zee.
De Leviathan. Wat een ellende. Wat een kwaad.
De Leviathan komen we ook tegen in de Psalmen. De Bijbel rammelt wel eens aan de theologische tralies die wij om haar heen hebben geplaatst. In Psalm 104 vers 26 lezen wij dat God de Leviathan heeft geformeerd. God heeft de Leviathan gemaakt! Die angstaanjagende, huiveringwekkende kracht is door God gewild. Daar kunnen we niet bij met onze gedachten, en dat willen we eigenlijk ook helemaal niet. God, Die Zijn hand heeft in het kwaad. Dat verstoort ons gepolijste Godsbeeld. Dan verliezen wij onze grip op Hem.
En toch heeft deze tekst iets heel geruststellends, juist voor christenpolitici. Het kwaad gaat niet buiten God om. Er is geen terrein waarop God geen vat heeft. Er is niets dat Hem overkomt of overvalt. Dat geldt zelfs het bestaan van Zijn vijanden. Het geldt zelfs de Leviathan, Zijn allergrootste tegenstander. Politici kunnen kwaad en onrecht nooit volledig uitbannen. Maar God staat erboven. Hij heeft de verwoester geschapen, zo zegt Jesaja (Jes. 54:16).
Als we die tekst uit de Psalmen letterlijk vertalen, staat er dat God de Leviathan heeft gevormd om ermee te spelen! Zelfs de onovertroffen Statenvertaling durfde zoveel letterlijkheid niet aan. Zij stelt dat God de Leviathan heeft geformeerd om hem in de zee te laten spelen. Maar dat staat er niet. God heeft de Leviathan gemaakt om ermee te spelen. Als met een vogeltje in een volière.
Dit beeld zien we terug in het bijbelboek Job. Een stukje Goddelijke ironie. God daagt Job uit en vraagt aan hem of hij soms kan spelen met de Leviathan alsof het een vogeltje is (Job 40:24). Job kan dat natuurlijk niet; maar de Heere God wel. De Leviathan is gewoon Gods kanarie, waar Hij mee speelt.
Nu luistert het echter wel nauw! Islamitische Staat, de vaatbommen van Assad, ontelbaar geaborteerde kinderen, al het ontzaglijke leed waar mensen om moeten huilen en waaraan zij stuk gaan. Hoe kan het ultieme kwaad, hoe kan de Leviathan nu een speeltje van God zijn?
God formeerde dit zeemonster. Hij speelt ermee, maar Hij doet dat in het woongebied van dit monster. Ergens midden op de oceaan, ver weg van onze kusten. Daar is Hij God voor. Hij is soeverein. Maar wij zijn slechts mensen. Als wij ons inlaten met het kwaad gaat het mis. De beschermende dijken die God in Zijn Woord heeft opgetrokken, negeren wij. Wij menen Zijn beschermende leefregels niet nodig te hebben en steken de dijken door. Maar dan gaat het goed mis. Dan vergrijpen wij ons zomaar aan onschuldig leven. Dan snellen we elkaars koppen in naam van een duivelse ideologie. Dan breekt onze zonde uit.
Hier raken wij aan de taak van de christelijke politiek. Eraan werken om de dijken die God schonk een beetje intact te houden. De grootste gaten enigszins dempen. Het kolkende water – en daarmee de Leviathan – zoveel mogelijk proberen buiten te houden. Soms mag een christenpoliticus als een Hansje Brinker zijn vinger in de dijk steken en zo groter onheil voorkomen. Maar vaak is de kracht van het water te groot.
Christenpolitici zijn niet opgewassen tegen de Leviathan, tegen de macht en kracht van de boze. Daarom haal ik mijn hart op aan deze bijzondere bijbeltekst. Voor de Heere God is de Leviathan slechts een speeltje. Op een goede dag ruimt God Zijn speelgoed definitief op. Dan is er geen kwaad en geen onrecht meer. Dan spoelen er geen dode kinderen meer aan. Dan mogen Gods kinderen voor eeuwig spelen, zonder moe te worden.
De hervormde predikant W. M. Dekker hield aan de hand van Psalm 104 eens een indringende preek over God en al het kwaad in de schepping. Hij vertelt daarin een Joodse anekdote over een rabbi waarmee ik wil afsluiten. Het verhaal gaat als volgt:
„Zeg Rabbi, wat zal er gebeuren als de Messias komt?”
„Als de Messias komt, dan maken we een groot feestmaal gereed!”
„En wat zullen we eten op het feestmaal? Wat eten we dan?”
„De Leviathan.”
„Wat eten we dan?”
„De Leviathan!”
De auteur is lid van de Eerste Kamer voor de SGP.