Arib pakt ergernis van Kamerleden aan
DEN HAAG (ANP). Het is een grote ergernis van Tweede Kamerleden: schriftelijke vragen die niet op tijd door een minister of staatssecretaris worden beantwoord. Maanden moeten ze soms wachten. Kamervoorzitter Khadija Arib grijpt nu in. Ze gaat het vragenuurtje op dinsdag gebruiken om bewindslieden tot actie te dwingen.
In een brief donderdag aan Kamerleden laat ze weten dat vragen die niet op tijd beantwoord worden, ingediend kunnen worden bij het vragenuurtje. Arib kan die vragen vervolgens op het lijstje te stellen vragen plaatsen. Ook kan het vragenuurtje worden verlengd of kan er een extra vragenuurtje komen. Ook gaat ze bewindslieden aanspreken als de vragen structureel te laat worden beantwoord.
Tegelijkertijd dringt Arib er bij de Kamerleden op aan om de schriftelijke vragen kort en bondig te houden. Het instrument moet „effectief” worden ingezet. Volgens het reglement moeten schriftelijke vragen binnen drie weken worden beantwoord en kan dat „na een gemotiveerde uitstelbrief” zes weken worden.
Het kabinet krijgt steeds meer schriftelijke vragen om te beantwoorden. In de jaren negentig waren het er gemiddeld 1100 per jaar. Vorig jaar was dat aantal al gegroeid naar 2822. In de Kamer klinkt ook wel eens de wens om aan deze wildgroei een einde te maken. In dat verband wees toenmalig VVD-fractievoorzitter Stef Blok er in mei 2011 op dat het beantwoorden van een schriftelijke Kamervraag rond de 2000 euro aan inzet van ambtenaren kostte.