In de massaopvanglocatie voor vluchtelingen bij Nijmegen is ergernis onder moslims over christelijke Syriërs die onderling over het geloof spreken, christelijke muziek draaien en bidden, zegt Dick Mollema, die nauw contact heeft met de christelijke Syriërs.

Op donderdagavond 21 januari slaat de vlam in de pan. Een week later doen de Syrische christenen aangifte. Volgens een politierapport vat een moslima een gesprek tussen twee christenen op als een belediging aan haar adres.

Ze begint te schreeuwen en al snel staat de kamer vol moslimmannen. De vrouw vertelt hun dat een van de christenen haar met een stok heeft geslagen. Ook zou hij op haar gebedskleed hebben gestaan en moslims hebben vervloekt.

Omdat ook „strikte moslims” binnen de opvang dit ter ore komt, is het „zeer gevaarlijk” terug te gaan. „Het voelt voor hen alsof ze ieder moment aangevallen kunnen worden”, aldus het verslag van de aangifte.

Om die reden logeren de asielzoekers een tijdje bij Dick Mollema in Tolbert. Hij belt met een manager van Heumensoord om aan te geven dat de situatie onveilig is. Maar die geeft volgens Mollema aan dat de situatie wel veilig is en dat het COA dit niet onderschat. Als ze begin februari echter terugkeren naar Heumensoord, ontaardt binnen tien minuten de kwestie in een hoogoplopende ruzie in de eetzaal van de noodopvang. Daarbij wordt gevochten en vliegen naar zeggen van Molllema de stoelen door de lucht.

Diezelfde middag verzoekt de manager Mollema met klem de drie Syriërs weer mee terug te nemen naar huis, omdat hij „hun veiligheid niet kan garanderen.” De dag daarop brengt Mollema de christenen naar een andere locatie, die om veiligheidsredenen niet gepubliceerd wordt.

Daarmee zijn de angstgevoelens bij de Syrische christenen nog niet weg. De Syriërs hebben Mollema herhaaldelijk verteld dat de vermeende belediging van de islam voor moslims zeer ernstig is, en moslims dit nooit zullen vergeten. „Of je de volgende dag weer met hen in aanraking komt, of volgende maand of een jaar later: de verrekening gaat een keer plaatsvinden, vergeving komt in hun woordenboek niet voor.”

Stichting Gave liet eerder al weten tientallen meldingen binnen te krijgen van christenen die zich in azc’s bedreigd voelen door moslims. De meeste christenen die zich melden, komen uit Syrië, Afghanistan en Iran. Acute meldingen vanuit stichting Gave worden volgens het COA direct opgepakt.

Overplaatsing van azc’s komt vaker voor

NIJMEGEN. Overplaatsing van slachtoffers is na onrust in azc’s de meest gebruikelijke maatregel. Dat gebeurde ook in Heumensoord.

Onder de overgeplaatste Syrische christenen ontstond deze week opnieuw onrust, nadat ze via Facebook ontdekten dat de moslims met wie ze problemen hadden naar dezelfde locatie zouden worden overgeplaatst.

Dick Mollema zocht daarom contact met COA-locatiemanager Lian van Driel van Heumensoord, die hem verzocht zo veel mogelijk namen door te geven van daders.

Volgens COA-woordvoerder Jan Willem Anholts doet zijn organisatie er alles aan om te voorkomen dat daders en slachtoffers elkaar weer tegen het lijf lopen. „Als mensen overgeplaatst worden in het kader van hun eigen veiligheid worden namen en rugnummers genoteerd, voor zover dat mogelijk is. Het is uitgesloten dat zo’n overplaatsing plaatsvindt als namen bekend zijn.”