Cultuur & boeken

Angst voor Russen dreef Duitsers tot zelfmoord

In 1945 vond de grootste massazelfmoord uit de Duitse geschiedenis plaats. Overal kozen mannen en vrouwen voor de dood, en namen hun kinderen daarin mee. De Duitse historicus Florian Huber beschreef dit macabere schouwspel.

Jan-Kees Karels

7 March 2016 20:25Gewijzigd op 16 November 2020 01:58
Een rustige, langzaam stromende rivier bij de Duitse stad Demmin. Hier verdronken in 1945 honderden mensen zichzelf in het water. Beeld Wikimedia
Een rustige, langzaam stromende rivier bij de Duitse stad Demmin. Hier verdronken in 1945 honderden mensen zichzelf in het water. Beeld Wikimedia

Het gebouw is diverse keren door bommen geraakt. Daar staat de trotse Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskerk: gesloopt en vensterloos, zwaar gehavend. Niettemin is de parochiezaal die zondagmorgen begin maart 1945 afgeladen vol.

Ds. Gerhard Jacobi preekt over een zwaar thema. Het lijkt alsof hij zich tot iedere aanwezige persoonlijk richt, schrijft de Deense correspondent Jacob Kronika later. De predikant maakt duidelijk dat een christen onder geen enkele omstandigheid zelfmoord mag plegen: daar heeft hij het recht niet toe.

In diepe ernst verlaat de gemeente de kerk. Kronika wacht de pastor op en vraagt naar het waarom van de preek. Jacobi neemt de verslaggever mee naar zijn werkkamer en sluit de deur. „Er is een risico dat er een zelfmoordepidemie ontstaat”, zegt hij. „Er komen leden van mijn gemeente langs die mij toevertrouwen dat ze over een ampul met cyaankali beschikken. Ze zien geen uitweg.”

Jacobi is de eerste die het woord zelfmoordepidemie gebruikt. Daarmee roept hij het beeld op van een besmettelijke ziekte die onder grote delen van de bevolking op de loer ligt en op elk moment kan uitbreken. De predikant geeft uitdrukking aan een onheilspellend voorgevoel dat korte tijd later realiteit wordt.

Angst

Demmin is een oude Hanzestad, zo’n 200 kilometer ten noorden van Berlijn, omgeven door rivieren. Vanuit de lucht gezien beschrijft de rivier de Peene een halfcirkelvormige bocht rond het centrum. In de kromming van die bocht monden twee zijrivieren uit. Het oude gedeelte van Demmin ligt op een lage heuvel: het marktplein met het vrijstaande stadhuis, de trotse bakstenen kerk van Sint-Bartholomaei, de Luisenpoort met trapgevel.

Het is een mooie lentedag, die dertigste april 1945. Het Russische Rode Leger nadert snel. De soldaten van de Duitse Wehrmacht verlaten de stad en blazen alle bruggen op. De circa 15.000 inwoners en enkele duizenden vluchtelingen zitten als ratten in de val.

In de kelders van de stad verzamelen zich in het halfdonker kinderen en moeders, grootouders, jonge vrouwen en oude mannen.

Maar niet alle inwoners kruipen onder de grond. Aangewakkerd door de nazipropaganda heeft zich een collectieve angstpsychose van de bevolking meester gemaakt. Terwijl in Berlijn Adolf Hitler zich een kogel door het hoofd jaagt, plegen in Demmin honderden gewone burgers zelfmoord.

De meesten van hen verdrinken zichzelf. Door de ligging van de stad tussen rivieren bevindt niemand zich op meer dan tien minuten afstand lopen van water. Sommigen sjouwen rugzakken mee, volgestopt met stenen. Anderen hebben zich aan elkaar vastgeknoopt. Kinderen worden meegetrokken bij de pols, aan knopen en snoeren en touwen. Moeders klemmen baby’s tegen zich aan terwijl ze het water van de Peene in lopen. Het duurt dagen voordat alle lichamen langs het water zijn opgestapeld om op het kerkhof begraven te kunnen worden.

Mensen met een geweer of pistool hebben het ‘makkelijker’. Twee leraren schieten eerst hun gezin dood, daarna zichzelf. In het huis aan de Schwedenwallweg 1 woont de weduwe van een meestersmid met haar twee dochters en een kleinzoon. Op 1 mei sterven ze alle vier aan de strop. Een dag later verhangen zich in hetzelfde huis een houtbewerker en zijn vrouw, en de 43-jarige echtgenote van een arbeider. Russische soldaten snijden tot drie keer toe een moeder van een touw aan een boom. Daarvóór heeft de vrouw haar drie kinderen vergiftigd en in de vrije natuur begraven.

Verlossing

Met zijn boek opent de historicus Florian Huber (1967) de kerkers van de Duitse geschiedenis, en wat de lezer ziet is een luguber schouwspel. Wat zich op grote schaal afspeelt in Demmin –naar schatting 700 tot 1000 zelfmoorden tussen 28 april en 3 mei– gebeurt op datzelfde moment ook in andere plaatsen in Duitsland.

Lange tijd kende niemand bijzondere betekenis toe aan deze zelfmoordepidemie. Degenen die zichzelf hadden opgehangen, doodgeschoten, verdronken of vergiftigd bleven onderbelicht in de geschiedschrijving. Dat zich in een provinciestad ten noorden van Berlijn een van de grootste massazelfmoorden uit de geschiedenis had voorgedaan, bleef voor de gemiddelde Duitser onbekend. Het geschiedenisoverzicht ging over daders, slachtoffers en een handvol helden – en zelfmoordenaars vielen daar buiten. Florian Huber heeft nu op aangrijpende manier dit verhaal vastgelegd, nadat er tientallen jaren over is gezwegen. Hij laat zien hoe angst en terreur konden uitgroeien tot een massale wanhoopsdaad.

Naast de angst voor het Rode Leger vormde het uiteenspatten van de nationaalsocialistische droom een belangrijke reden om zelfmoord te plegen. Massa’s partijgenoten in Duitsland besloten in die laatste dagen het strafgericht van hun vijanden voor te zijn – daarmee het voorbeeld volgend van hun Führer.

Een dag na diens zelfmoord vermoordden Hitlers minister Goebbels en zijn vrouw hun zes kinderen met cyaankali, voordat ze zelf het gif innamen. De brief die Magda Goebbels daarvoor aan een zoon uit haar eerste huwelijk schreef, biedt een blik in de waanzin van het nationaalsocialistisch brein:

„Ons prachtige idee gaat te gronde, en daarmee alles wat ik in mijn leven aan moois, bewonderingswaardigs, edels en goeds heb gekend. De wereld die na de Führer en het nationaalsocialisme komt, is het niet meer waard erin te leven en daarom heb ik ook de kinderen mee hierheen genomen. Ze zijn te goed voor het leven dat komt, en een God die genadig is zal begrijpen dat ik zelf voor hun verlossing heb gezorgd.”


boekgegevens

Kind, beloof me dat je de kogel kiest, Florian Huber; uitg. Hollands Diep, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 488 2943 9; 318 blz.; € 19,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer