De bonte vleugels van het orgel
Titel:
”De beschilderde orgelluiken in Europa”
Auteur: Herman Fischer e.a.
Uitgeverij: Stichting Organa Historica, Rotterdam, 2001
ISBN 90 8044 391 3
Pagina’s: 720
Prijs: €134,98. Orgelluiken. Vroeger een probaat middel om vogels, vleermuizen en ratten te weren. Tegenwoordig niet meer dan beschilderde juwelen uit oude tijden. Alhoewel, toen onze kroonprins en Máxima op 2 februari de Amsterdamse Nieuwe Kerk binnenschreden, werden de luiken van het spelende hoofdorgel geopend.
Het openen van de orgelluiken was een leuke toevoeging aan de huwelijksdienst. Heel even was de aandacht van een enkeling wellicht gevangen door de afbeelding van koning Saul die David probeert te doden.
Over het algemeen staan orgelluiken nauwelijks in de belangstelling. Ze vormen echter uniek cultureel erfgoed, stelt prof. dr. A. W. A. Boschloo, hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden, in de inleiding van het boek ”De beschilderde orgelluiken in Europa”. „Maar in gangbare overzichtswerken van de westerse kunstgeschiedenis kan zelfs voor de fraaiste en indrukwekkendste orgelluiken geen plaats worden ingeruimd.” Genoemde uitgave voorziet daarom in een leemte.
Om maar direct met de deur in huis te vallen: de kilo’s wegende pil is een juweel. Aan de hand van honderden goede kleurenfoto’s zwerf je door heel Europa. Je komt onder de indruk van al die kunsthistorische schatten -zo’n 300 bewaard gebleven orgelluikenparen- en stuit op verrassingen. Nooit geweten dat op het Franse eiland Corsica meer orgels met luiken te vinden zijn dan in België, Denemarken of Engeland. Italië spant de kroon. De beschrijving van Italiaanse kunstschatten vult bijna de helft van de 720 pagina’s. Opmerkelijk overigens dat orgelluiken in landen als Portugal, Noorwegen en Zweden ontbreken.
Orgelhistorie
Niet alleen kunsthistorici, maar ook orgelliefhebbers komen in dit boek prima aan hun trekken. Ze pikken terloops fraaie opnamen van orgelfronten mee, want hoewel veel luiken in musea zijn beland, hangen talrijke exemplaren nog op de originele plaats. Daarnaast krijgen orgelliefhebbers in een notendop een stuk Europese orgelhistorie aangereikt. ”De beschilderde orgelluiken in Europa” is namelijk systematisch ingedeeld. Per land komen de daar aanwezige orgelluiken aan bod, voorafgegaan door een inleiding over de orgelbouw in de periode dat luiken werden toegepast.
Foto’s nemen het leeuwendeel van de ruimte in deze uitgave in. Vaak beslaan ze een groot deel van een pagina (24 x 29 cm), waardoor de schilderingen goed te onderscheiden zijn. In de bijbehorende tekst wordt eerst kort iets over het orgel gezegd. Vervolgens beschrijven de auteurs de voorstellingen op de luiken. Opvallend is het grote aandeel van bijbelse taferelen uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Scènes uit de periode rond Kerst en de psalmen dichtende koning David komen veel voor. Ook de heilige Caecilia, de patrones van de muziek, is vaak afgebeeld.
Sommige niet al te bedreven schilders in achterafdorpjes hielden het volgens drs. Leendert Couprie, oud-docent kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden, echter bij decoratieve bloemenranden, cartouches met wapenschilden of musicerende engeltjes.
Bijbelse thema’s
Couprie beperkt zich in zijn iconografische inleiding tot de orgelluiken met voorstellingen waarin menselijke figuren en engelen een hoofdrol spelen. Hij geeft ook geen ontwikkelingsgeschiedenis van de orgelluikeniconografie, maar behandelt in „vogelvlucht” enkele veelvoorkomende bijbelse beeldthema’s. „Alleen diepgaande, door documenten ondersteunde interpretatie zou dan kunnen uitwijzen waarom men toen-en-toen daar-en-daar dat-en-dat thema koos. Maar daar op in te gaan gaat voor deze inleiding te ver”, stelt Couprie in zijn inleiding.
Deze ontboezeming verwoordt het teleurgestelde gevoel dat me bekruipt na het doornemen van de algemene hoofdstukken: Het ontstaan en de ontwikkeling van het orgel, Orgelluiken: liturgie en uitvoeringspraktijk en Iconografische inleiding. Wanneer je deze lijvige uitgave in handen krijgt, verwacht je uitgebreidere informatie, verwacht je dat auteurs niet volstaan met een inleiding, maar voluit de gelegenheid krijgen zich op hun vakgebied uit te leven. Met name waar het kunsthistorische en iconografische aspecten betreft. Een gemiste kans in een boek met honderden schilderijen. In dit opzicht lijkt deze uitgave vooral een aanzet tot verder onderzoek te willen geven.
Begrafenis
Met het letterlijk citeren van bronnen zijn de samenstellers niet scheutig. Waarom niet enkele bouwrekeningen opgenomen waarin tastbaar is dat onder meer timmerlieden, schrijnwerkers en decoratieschilders bij het vervaardigen van luiken betrokken waren? Waarom geen afdruk van de suggesties van Banchieri (1609) weergegeven? De Italiaan raadt aan tijdens begrafenissen sober te musiceren met de luiken dicht om de klank te dempen.
Opmerkelijk is dat in deze uitgave de naam van dr. Mieke M. van Zanten ontbreekt. Zij promoveerde in 1999 op het proefschrift ”Orgelluiken. Traditie en iconografie”. In een later toegezonden brief stelt Eric M. Berghout-Blok van de Stichting Organa Historica -verantwoordelijk voor de samenstelling van ”De beschilderde orgelluiken in Europa”- dat „welbewust” geen gebruik van Van Zantens studie is gemaakt, onder meer „vanwege de kwaliteit en haar hypotheses en bevindingen.” Zelfs in de bibliografie wordt genoemde uitgave verzwegen. Het was beter geweest wanneer de samenstellers ín het boek, desnoods in een uitvoerige noot, hun moeite met Van Zantens dissertatie hadden omschreven.
Ondanks de geschetste beperkingen blijft ”De beschilderde orgelluiken in Europa” een waardevol lees- en kijkboek, dat de „bonte vleugels” die veel orgelfronten sieren fraai te kijk zet.