Nederland moet het doen met minder koeien
DEN HAAG (ANP). De Nederlandse melkveestapel moet noodgedwongen inkrimpen. Alleen wanneer bedrijven minder koeien houden, kan aan milieu-afspraken worden voldaan. Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) geeft de boeren tot begin 2018 de tijd om via natuurlijk verloop kleiner te worden. Dat is de uitkomst van overleg donderdag tussen de melkveesector en Van Dam.
Boeren met veel grond in verhouding tot het aantal koeien worden hierbij zo veel mogelijk ontzien. Volgens berekeningen moet de fosfaatproductie van Nederlandse melkveehouders met minimaal 4 procent omlaag. In het ongunstigste geval zal een boerenbedrijf het met 8 procent minder koeien moeten doen, meldt Van Dam de Tweede Kamer.
In koeienmest zit een hoop fosfaat. Boeren mogen daarvan een bepaald maximum produceren. Dat is geregeld in het zogeheten fosfaatrechtenstelsel dat op 1 januari ingaat. Nederland heeft echter onvoldoende rechten voor de huidige veestapel.
In de Tweede Kamer lopen de reacties uiteen. De VVD is tevreden dat de sector nu weet waar ze aan toe is. Ook de PvdA is tevreden. „Wij zien de toekomst in duurzame melkveesector waarbij de dieren de wei in kunnen, de mest over het eigen land kan worden uitgereden en de dieren voer krijgen dat dichtbij is geproduceerd.”
Volgens GroenLinks laat Van Dam een unieke kans liggen om de intensieve veehouderij aan te pakken en weidegang wettelijk te verankeren. CDA erkent dat het goed is dat er nu iets op tafel komt van het kabinet, maar vindt de maatregelen veel te laat. De partij benadrukt dat de invoering van fosfaatrechten zwaar gaat vallen bij de melkveehouders.
Dit blijkt ook uit de reactie vanuit de sector. „Noodzakelijk maar zeer ingrijpend”, aldus LTO Nederland, de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) in een gezamenlijke verklaring.
De organisaties vinden het jammer dat bedrijven die de afgelopen periode niet of beperkt zijn gegroeid niet zijn ontzien. Wel hopen ze dat de plannen brede steun krijgen in zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer om snel duidelijkheid te hebben.