Commentaar: Gereformeerde wereld waarschuwing voor reformatorische
Met zijn nieuwe boek ”Zie hoe alles hier verandert” probeert de socioloog G. Dekker de actuele kerkelijke ontwikkelingen te analyseren en te duiden. Zijn conclusie is dat de veranderingen die zich een halve eeuw geleden voordeden in de Gereformeerde Kerken nu ook zichtbaar worden in de breedte van de reformatorische gezindte.
De tendens is duidelijk. De leer wordt minder belangrijk geacht en het accent komt meer te liggen op het christelijk leven. Kerkelijke verschillen doen er nauwelijks meer toe.
Inderdaad, vijftig jaar geleden was deze beweging binnen de Gereformeerde Kerken dominant. Dat die zich nu ook binnen de reformatorische wereld manifesteert, geeft reden tot zorg. Terecht dat wordt opgeroepen het geschonken pand te bewaren. De vraag is wel hoe.
Natuurlijk kan men wijzen naar de situatie waar de Gereformeerde Kerken inmiddels zijn aangekomen: vrij baan voor Schriftkritiek, matig bezochte diensten, vrouwen in het ambt, enzovoort. En inderdaad, een schip op strand is een baken in zee.
Wanneer het echter daarbij blijft, zal het tij zeker niet worden gekeerd. Jongeren die vanwege hun leeftijd grenzen verkennen, zullen zich in ieder geval niet laten overtuigen; veel ouderen trouwens ook niet.
Een eerlijke analyse stelt namelijk vooral vragen aan de huidige generatie ouders en ouderen. Zij hebben immers eraan meegewerkt dat er een ontwikkeling is ingezet, die nu zorgen geeft. Wie die diagnose niet eerlijk wil stellen, hoeft niet te rekenen op een probaat middel tegen de gesignaleerde kwaal.
Wanneer de leer minder belangstelling krijgt en het leven meer aandacht, moeten we ons afvragen hoe dit komt. Is het alleen omdat dit in de lucht zit, of hebben ouderen in het verleden zelf de leer en het leven uiteengetrokken? Was het voorheen niet zo dat de dogmatische kennis veel aandacht kreeg en het leven naar Bijbelse geboden minder? Zeker, er waren regels voor een levensstijl. Die hadden en hebben hun waarde. Maar waren er ook niet veel dingen waarin reformatorische christenen zich nauwelijks onderscheidden van buitenkerkelijken? Zomaar twee voorbeelden. Hoe ging men om met de belastingen? Hoe verhield –en verhoudt– de Bijbelse soberheid zich met het materialisme? Zou het kunnen zijn dat jongeren vanuit een soort reactie juist proberen op deze terreinen meer inhoud te geven aan hun levensovertuiging?
Nog een ander punt. Er wordt met zorg gesignaleerd dat mensen sympathie hebben voor de evangelische beweging. Zonder van die zorg iets af te doen, mag men zich wel afvragen hoe dat komt. Zou het kunnen zijn dat bij reformatorische christenen dingen worden gemist waarmee evangelische christenen zich onderscheiden? Te denken valt aan saamhorigheid en vreugde. Luther noemde blijmoedigheid een kenmerk van een christen. Voldoen reformatorische christenen hier aan?
Wie de tendens wil stoppen die Dekker aanwijst, zal dergelijke vragen moeten beantwoorden. En met erkenning van schuld moeten vragen om persoonlijke en kerkelijke wederkeer tot Gods geboden.