Cultuur & boeken

Ds. Van Meer ging anders preken

Titel:

Door ds. W. van Gorsel
13 February 2002 10:26Gewijzigd op 13 November 2020 23:25

”Een parel in de kroon van de Levensvorst. Uit het leven van ds. E. van Meer”
Auteur: H. Hille
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2001
ISBN 90 331 1690 X
Pagina’s: 220
Prijs: €(16,74; Titel: ”Gij zijt de Losser”
Auteur: ds. E. van Meer
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2001
ISBN 90 331 1569 7
Pagina’s: 173
Prijs: €(14,75. Prijs van de boeken samen: €(28,36.

„Nadat ik reeds meer dan 25 jaren het predikambt had waargenomen, behaagde het de Heere in Zijn goedgunstigheid Zijn Woord aan mij te ontsluiten en mij levend te maken”. Dat schreef ds. Egbert van Meer, die als hervormd predikant van Utrecht in de oorlogsjaren een innerlijke verandering doormaakte. Daardoor verdiepte zijn prediking. En toen hij wegens een rugkwaal emeritaat moest aanvragen, werd hij een dominee wiens geschriften in bevindelijk gereformeerde kring veel waardering oogstten.

Egbert van Meer werd in 1891 geboren in de pastorie van Meteren, de eerste gemeente van zijn vader Bernardus van Meer (1866-1926) - een orthodox predikant die bijna met de Doleantie was meegegaan, maar uiteindelijk in de lijn van Hoedemaker hervormd bleef, en zelfs een voorman werd in de Confessionele Vereniging. Een eeuw geleden waren er nog geen waterdichte schotten tussen de modaliteiten in de kerk. Ook Bernardus van Meer vond gehoor bij het gereformeerde volk, getuige zijn tweede gemeente Wijk, waar hij zeer geliefd was bij hen die de Heere vreesden. Zoon Egbert had die confessionele inslag dus van huis uit meegekregen. Wel vond Bernardus de preken van zijn zoon „te weinig belijnd”, al verheugde hij zich erover dat Egbert de Christus der Schriften verkondigde.

Ds. Van Meer jr. werd in 1915 predikant in ’s Gravenmoer. Daarna diende hij de gemeenten Noordgouwe, Markelo en Wageningen. Van 1930 tot 1945 stond hij in Utrecht, waar door gesprekken met een eenvoudig gemeentelid zijn ogen opengingen voor de rijkdom van Gods Woord en de schatten van de belijdenis der Reformatie.

Uiteraard was deze verandering merkbaar in zijn prediking. Al betekende dat niet dat hij zich moest distantiëren van wat hij voorheen had verkondigd. Er kwam als het ware een dimensie bij, zijn boodschap kreeg een geestelijke verdieping. De gemeente Utrecht maakte deze geleidelijke verandering mee. Vooral het gereformeerde deel van die gemeente verheugde zich erover. Na de oorlog moest ds. Van Meer wegens zijn gezondheid emeritaat aanvragen. Vanaf deze tijd tot zijn overlijden in 1954 was hij medewerker van het Gereformeerd Weekblad en van Om Sions Wil. Bijbelstudies en meditaties die hij voor deze bladen schreef, onder andere over Ruth en het Hooglied, werden later gebundeld en vonden veel lezers.

Bij uitgeverij Den Hertog verschenen twee boeken tegelijk: een over het leven en werk van ds. Van Meer, en een herdruk van zijn dertien preken over het boek Ruth. Wat het eerste betreft, daarin wordt een goed beeld geschetst van de geliefde Utrechtse prediker. Niet de mens wordt verheerlijkt, wel de genade van God die aan hem bewezen was. Bovendien is het verhaal zeer gedocumenteerd. Vooral het notenapparaat bevat tal van onbekende gegevens over predikanten en gemeenten.

Op bladzijde 16 heeft de auteur een vergissing gemaakt. Daar staat dat ds. Van Meer in 1892 te Veen kwam, terwijl Wijk is bedoeld. Verder wordt Utrecht meer dan eens aangeduid als „de sleutelstad”, terwijl dat de naam is van Leiden. De preken over Ruth lezend, merkte ik dat ds. Van Meer behoorde tot een voorbijgegane generatie. Zijn taal en stijl zouden vandaag zeker jongeren niet meer aanspreken. Bovendien zijn de preken nogal allegorisch. Het is zeker mogelijk vanuit de geschiedenis van Ruth lijnen te trekken naar het geestelijk leven, maar naar de maatstaven van Calvijn gemeten zou deze methode van schriftuitleg toch over de schreef gaan. De hervormer van Genève zag in het boek Ruth vooral de stamboom van het huis van David, en van Christus naar het vlees. En voorzover er lessen uit te halen zijn, komt met name Gods zorg voor de Zijnen binnen het gezichtsveld.

Afgezien daarvan bevatten de preken zeer zeker geestelijk onderwijs, en het is begrijpelijk dat de auteur zelf in het ”Woord vooraf” opmerkte „dat de Heilige Geest er Zich van heeft willen bedienen om aan deze en gene ziel een kruimke van ’s Heeren tafel toe te reiken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer