Opinie

Commentaar: Voorkomen van Brexit

Op Twitter verscheen vrijdag een spotprent met de Europese leiders aan tafel. De Britse premier bestudeerde de menukaart ”Europe à la carte” (Europa naar eigen keuze). Waarop een paar kleinere tafelgenoten uitriepen: „O, kon dat ook?”

19 February 2016 22:48Gewijzigd op 16 November 2020 01:36
Op de EU-top is de afgelopen dagen keihard gewerkt om de Britten in het EU-bootje te houden. Dit doel is de moeite waard. beeld EPA
Op de EU-top is de afgelopen dagen keihard gewerkt om de Britten in het EU-bootje te houden. Dit doel is de moeite waard. beeld EPA

Vrijdagavond was er na lang wachten een akkoord. Maar ook zonder dat had Cameron veel bereikt. Hij heeft andere, veel kleinere lidstaten ervan bewust gemaakt dat er in Europa een voordeeltje te halen valt, als je maar lang genoeg dwarsligt.

Eerder deze week lekten er vanuit de Belgische regering al diplomatieke berichten naar buiten die wijzen op het „besmettingsgevaar” als al te lichtvaardig zou worden toegegeven aan de wensen uit Londen. Cameron zal dus elke centimeter moeten bevechten.

Dit „besmettingsgevaar” in een Unie van 28 grote en kleine landen is natuurlijk reëel. De Britten hebben al vanaf ‘Maastricht’ in 1991 op allerlei punten een uitzonderingspositie, en als het aan Cameron ligt zal dit meer worden. Juist nu de eenheid van de Europese Unie door de vluchtelingencrisis onder druk staat, zullen sommige landen ruiken dat in Europa de soep nooit zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend. De vier landen in Midden-Europa die zich ”Visegrad” noemen (Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije) proberen op hun manier ook de grenzen op te rekken.

De vraag is hoe lang dat goed kan gaan. Het motto, zoals dat ook in de verdragen staat, was altijd: een steeds hechtere Unie („an ever closer Union”). Wie naar de twee onderwerpen van de EU-top van deze week kijkt (de vluchtelingencrisis en het Britse lidmaatschap) krijgt eerder het gevoel dat we naar een „steedse lossere Unie” gaan. Dat we, kortom, over groei van de EU heen zijn en er nu een periode van stabiliteit komt, of misschien wel van afbrokkeling.

Op zich hoeft dat niet verkeerd te zijn. Tot nu toe kwam de Europese benadering vaak neer op de ‘gelijkschakeling’ van beleid in de lidstaten. Na de verkiezingen in 2014 klonk bijvoorbeeld de roep om de stemming van het Europees Parlement –net als in veel andere lidstaten– op zondag te gaan houden. Dat is de logica van EU-beleid, en daarom is het goed dat Groot-Brittannië dat doorbreekt.

Maar juist om die reden zal het jammer zijn als de Britten de Europese Unie verlaten. Door te denken vanuit nationale identiteit brengt Londen een gezond tegenwicht tegen de federale Europese benadering. Mogelijk dacht premier Rutte daaraan toen hij zei dat Europa „sterker” is als het Verenigd Koninkrijk binnenboord blijft.

Voor de kleine christelijke partijen is er een specifiek belang bij een Brits EU-lidmaatschap. Christen­Unie en SGP maken deel uit van de Conservatieve ECR-fractie, die door Cameron zelf in het leven is geroepen. Deze partijen hebben nooit zo’n goede politieke aansluiting gehad als binnen deze fractie. Deze groep –momenteel de derde in het Europees Parlement– zal waarschijnlijk echter verdwijnen als de Britten zich terugtrekken. Voor het functioneren van de christelijke politiek in Europa is het zodoende van direct belang dat de Britten in de EU blijven.

Er was daarom voldoende reden een nachtje door te werken om een ”Brexit” te voorkomen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer