Eventueel verbod op ‘bijengif’ alleen in wingebieden voor drinkwater
DEN HAAG. Een mogelijk verbod op het gebruik van het insecticide imidacloprid in tuinbouwkassen blijft beperkt tot „specifieke gebieden” die bescherming genieten op grond van de zogeheten Kaderrichtlijn Water.
Dat schrijft staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. In de praktijk gaat het om innamepunten van oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening. „Ik beoog geen generiek verbod”, aldus Van Dam.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf noemde een landelijk verbod voor de glastuinbouw eerder deze maand al „juridisch boterzacht”. Nationale en Europese wetgeving biedt daar volgens hem nauwelijks ruimte voor.
Van Dam gaat intussen door met de voorbereiding van een gebruiksverbod via een zogeheten Algemene maatregel van bestuur (AMvB). Alleen als later dit voorjaar uit meetresultaten blijkt dat de verontreiniging van oppervlaktewater in tuinbouwgebieden met het middel sterk is gedaald, komt het verbod er niet.
Tuinders gebruiken imidacloprid om hun teelten insectenvrij te kunnen starten. Als de plantjes groter zijn, stappen ze over op biologische bestrijding. Zonder imidacloprid is dat laatste veel lastiger en zullen tuinders meer chemische bestrijders in moeten zetten, betoogde Dijkgraaf eerder.
De insectenbestrijder ligt al jaren onder vuur van de milieubeweging. Die spreekt van ‘bijengif’ omdat verschillende onderzoeken het in verband brengen met sterfte onder bijenvolken. Het gebruik ervan is in gewassen op het veld drastisch beperkt. Tuinders zijn sinds 2014 verplicht om afvalwater te zuiveren om te voorkomen dat imidacloprid in de sloot terechtkomt. SGP, VVD en CDA willen dat de staatssecretaris inzet op de naleving van die plicht.
De Kamer vergadert later deze maand weer over imidacloprid.