Opinie

Commentaar: Alert zijn op gevolgen van stijgende eigen bijdragen in zorg

In sneltreinvaart loodste staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) in 2014 diverse belangrijke zorgwetten door het parlement. Met deze wetten beoogde hij een omwenteling in de zorg op gang te brengen. Meer kostenbewustzijn, meer vrijwilligershulp én lagere overheidsuitgaven was zijn ambitie. Alleen op die manier kunnen zorgvoorzieningen voor degenen die deze het hardste nodig hebben volgens de bewindsman ook in de toekomst blijven bestaan.

Hoofdredactioneel commentaar
16 February 2016 10:18Gewijzigd op 16 November 2020 01:28
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Voor zijn daadkracht kreeg Van Rijn veel lof toegezwaaid, en terecht. Het beteugelen van de almaar stijgende zorgkosten is een opgave waaraan meerdere opeenvolgende kabinetten de vingers liever niet wilden branden. Voor de deelnemende partijen is de kans op een electorale afstraffing immers levensgroot.

Van Rijn onderkende dat gevaar. Op het juiste moment, toen verkiezingen nog ver weg waren, smeedde hij een gelegenheidscoalitie van VVD, PvdA, D66, ChristenUnie en SGP. Daarmee was de broodnodige meerderheid voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Wet langdurige zorg (WLZ) in de Tweede en de Eerste Kamer veilig gesteld. Inderdaad, een prestatie van formaat.

Over de manier waarop Van Rijns maatregelen kunnen uitpakken voor burgers is inmiddels de nodige verontwaardiging ontstaan. Zo mogen gemeenten zorgvragers voor het leveren van voorzieningen een eigen bijdrage in rekening brengen die kan oplopen tot maximaal de kostprijs. Gebeurt dat, dan is er van een overheidsvoorziening eigenlijk geen sprake meer. Een gemeente is dan alleen nog een leverancier, maar de burger betaalt.

Is dit voor vermogenden in de hoge inkomensgroepen nog wel te rechtvaardigen, voor een zorgvrager die behoort tot de middeninkomens is geconfronteerd worden met een fors hogere eigen bijdrage een hard gelag. Over de gevolgen daarvan vertelt elk onderzoek dat daar tot nu toe naar is gedaan zijn eigen verhaal. Van Rijn zelf verwacht pas voor de zomer enig uitsluitsel te kunnen geven over de vraag of de gestegen eigen bijdrage voor mensen die duidelijk wel waren aangewezen op zorg reden is geweest om ervan af te zien. Dat is rijkelijk laat.

Door het nieuwe zorgstelsel moeten veel eigen bijdragen opnieuw worden vastgesteld voordat het Centraal Administratie Kantoor (CAK) van de overheid deze kan innen. Duidelijk is dat dit proces niet zonder haperen verloopt en dat er fikse achterstanden zijn ontstaan. „Uit de informatie van het CAK concludeer ik voorzichtig dat er positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn, maar dat de kwestie nog niet achter de rug is”, rapporteerde Van Rijn recent aan de Kamer. Gisteren meldde deze krant dat een gebrekkige afstemming met de Belastingdienst ertoe geleid heeft dat het CAK bij enkele duizenden patiënten in een zorginstelling vorig jaar een te hoge eigen bijdrage in rekening heeft gebracht.

Dergelijke signalen maken duidelijk dat Van Rijn nog het nodige werk moet verzetten. Een stelselherziening die bedoeld was als versobering moet aan het eind van deze kabinetsperiode geen sanering blijken te zijn.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer